De aard van kwantitatief onderzoek - De stappen in een kwantitatief onderzoeksdesign.-Operationalisatie (meting van concepten)-Betrouwbaarheid en validiteit van een meetinstrument.-Theorie en hypotheses: causale
18 belangrijke vragen over De aard van kwantitatief onderzoek - De stappen in een kwantitatief onderzoeksdesign.-Operationalisatie (meting van concepten)-Betrouwbaarheid en validiteit van een meetinstrument.-Theorie en hypotheses: causale
Wat zijn de stappen binnen het kwantitatief onderzoeksproces?
1. Theory
2. Hypothesis
3. Research design
4. Devise measures of concepts
5. Select research site(s)
6. Select research subjects / respondents
7. Administer research instruments / collet data
8. Process data
9. Analyse data
10. Findings / conclusions
11. Write up findings / conclusions
Wat zijn belangrijke termen binnen het kwantitatief onderzoek?
- Geeft aan hoeverre een studie herhaald kan worden
2.Interne betrouwbaarheid
- Geeft aan of meerdere leden van een onderzoeksteam het eens zijn over wat ze zien en horen
- Vergelijkbaar met intern - observer consistency
3. Interne geldigheid
- Geeft aan in hoeverre de observaties van de onderzoekers overeenkomen met de theorieën die ze ontwikkelen
4. Externe geldigheid
- Mate waarin de ondervindingen gegeneraliseerd kunnen worden onder meerdere sociale settings.
Wat zijn devise measures of concepts?
- Iets abstracts omzetten naar meetbare kenmerken
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is operationaliseren en waarom doen we dit? Measure
- Dus de procedure / regels opstellen om scores (waarden / attributen / getallen) toe te kennen aan variabelen
- meten doe je per concept. Je meet concepten, niet hypothesen! Hypothesen kunnen meerdere concepten bevatten
- Door operationalisatie onderscheid je kleine verschillen tussen personen betreffende jouw onderzoeksonderwerp
- Er ontstaat een logische methode
Wat betekent het wanneer een onderzoek gemeasered moet worden?
- Wanneer een concept gebruikt moet worden in kwantitatief onderzoek
- Bij een measure worden concepten geoperationliseerd en worden meetbaar gemaakt
Hierdoor kun je een onderscheid maken tussen onafhankelijke en afhankelijke variabelen
Indicatoren kunnen direct of indirect in relatie staat tot een concept. Wat houdt dit in?
Indirect = mate van tevredenheid
Wanneer indicatoren zijn gebruikt die niet echt kwantitatief zijn, dan zullen zij kwantitatief gemaakt moeten worden door gecodeerd te worden
Welke 4 meetniveaus zijn er voor variabelen (meetbaar concept, eigenschap waarop cases variëren)
- De classificatie bestaat uit twee elkaar uitsluitende categorieën
- Uitputtend
2. Nominaal
- Meerdere, gelijkwaardige opties
- Uitsluitend en uitputtend
3. Ordinaal
- Meerdere, rangschikbare opties
- Uitsluitend en uitputtend
4. Interval / ratio
- Rangorderning met identieke afstanden tussen categorieën (temperatuur, lengte, inkomen)
- uitsluitend en uitputtend
Wat zijn belangrijke aandachtspunten voor kwantitatieve onderzoekers?
2. Causality: causaliteit interne validiteit
3. Generalization: generalisatie externe validiteit
4. Replication: Herhaalbaarheid
- Replicability : het moet mogelijk zijn om dezelfde manier nogmaals uit te voeren (dus methode moet duidelijk beschreven zijn)
Wat zijn de verschillende effecten van variabelen?
- Bemiddelen, tussen beide komen
- Leeftijd heeft invloed op het inkomen, omdat oudere werknemers meer werkervaring hebben
2. Conditioneel effect
- Interactie, moderatie van de variabele "geslacht"
Controle variabele : is er een invloed van X op Y indien we achtergrondkenmerken constant houden?
Wat zijn de soorten variabelen en beïnvloedingen hiervan?
2. Onafhankelijke variabele X = Predictor = De veronderstelde oorzaak van een bepaald verschijnsel Y
3. Mediërende variabele M = Komt tussenbeide. Het geeft aan waarom X een invloed heeft op Y
4. Moderende variabele = Beïnvloedt de relatie tussen X en Y. Het geeft aan wanneer (onder welke conditie) X een invloed heeft op Y
5. Controle variabele = toegevoegde variabele om het "echte" effect van X op Y vast te stellen
- Constant houden
6. Confounding variabele
- Verstorende variabele
Niet gemeten variabele, maar deze zou de relatie tussen X en Y kunnen verstoren. Bespreek in de conclusie
Wat is een sampling fraction en een sampling error?
Sampling error = een vertekening in de resultaten die ontstaat door toevallige verschillen tussen de willekeurige sample en de populatie
Des te groter de steekproef, des te beter en minder kans op een sampling error
Beter een kleine goede steekproef dan een grote slechte
Wat is een bruto en netto steekproef?
Netto steekproef = Feitelijke steekproef = het aantal mensen wat daadwerkelijk meedeed
Welke 2 manieren zijn er van een steekproeftrekking?
- Kanssteekproef
- Elk element (persoon, unit, case) uit de populatie heeft een bepaalde bekende kans om geselecteerd te worden voor de steekproef
- Random (a - select willekeurig) = elk element heeft een gelijke kans op selectie
- Geen sampling bias
2. Non - probability
- Niet - kanssteekproef
- De kans is onbekend, de calculatie kans is onmogelijk
Random sample meestal moeilijker dan niet random. Voordeel is dat er geen sampling bias aanwezig is
Welke types kanssteeproeven (probability samples) zijn er?
- Simple random
- Meest simpel
- Denk aan bingo, loterij
- Geef alle eenheden in je sampling frame een nummer en kies willekeurige nummers
- Elke eenheid heeft een gelijke en bekende kans om uit het steekproefkader te worden geselecteerd.
2. Systematische steekproef
- Elke n- de eenheid wordt geselecteerd uit het steekproefkader
3. Gestratificeerde steekproef
- Stratified random sampling
- De eenheden worden ingedeeld in groepen (strata) en er worden a selecte steekproeven genomen per groep
4. Cluster
- Multi - stage cluster sampling
- De populatie wordt verdeeld in clusters die willekeurig worden gekozen. Sub - clusters kunnen dan willekeurig worden gekozen en vervolgens eenheden
Wat voor soorten survey onderzoek zijn er?
- Gestandaardiseerd interview
- Dataverzameling waarbij je op systematische wijze vragen voorlegt aan een (groot) aantal mensen
- Face to face, online, telefonisch
2. Zelf in vul / self - administered
- Self completion
- Dataverzameling waarbij je op systematische wijze een (groot) aantal mensen zelf een vragenlijst laat invullen
- In het bijzijn van een interviewer (supervised), per post, via website / mail
Wat is variaton duo to error?
Wat zijn de beperken van een survey onderzoek?
2. Problem of omission (weglating) = zien respondenten bepaalde concepten/ formuleringen in een vraag over het hoofd?
3. Problem of memory = respondenten hebben soms een slecht geheugen
4. Response sets (social desirability bias) respondenten geven soms sociaal - wenselijke antwoorden
5. Question threat = respondenten geven soms geen eerlijke antwoorden (bij gevoelige bedreigende vragen)
6. Characteristics of interviewers: respondenten worden soms beïnvloed door de interviewer
7. Gap between stated and actual behaviour = respondenten zeggen soms wat anders dan ze doen
8. Capacity to answer question = sommige vragen zijn moeilijk te beantwoorden voor sommige respondenten.
Wat is een data collector error en data processing error?
Data processing error = Treedt op door foutief verwerken van data, in het bijzonder fouten bij het coderen van antwoorden
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden