Samenvatting: Sociale Ongelijkheid
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van sociale ongelijkheid
-
Sociale ongelijkheid
Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/10/2017
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de 3 elementen in de definitie van Thoenes?
democratie, kapitalisme en garantie van collectief sociaal welzijn. -
In de ontwikkeling van de Nederlandse verzorgingsstaat zijn 4 fases te onderscheiden. Welke zijn dat?
Fase 1 (1901 - 1930): eerste aanzet
Fase 2 (1930 - 1952): doelgroepverbreding
Fase 3 (1952 - 1977): sociale regelingen krijgen een nog algemener karakter
Fase 4 (1977- heden): crisis -
Onder het motto 'van hangmat naar trampoline' wordt verstaan?
dat mensen in eerste instantie moeten bezien wat ze zelf of samen met mensen in hun omgeving kunnen doen, om problemen op te lossen. Het welzijnswerk gaat mensen meer activeren en minder verzorgen. -
In de theorie van de Nederlandse socioloog Abram de Swaan staan 3 begrippen centraal. Welke 3 begrippen zijn dit en wat houden deze in?
1. externe effecten: de gevolgen van een tegenslag of gebrek voor anderen dan de directe getroffene
2. interdependentie: waarmee onderlinge of wederzijdse afhankelijkheid wordt aangeduid, die onontkoombaar is voor mensen
3. het dilemma van collectieve actie: dat er situaties zijn waarin individuele keuzes leiden tot collectief ongewenste gevolgen. (bijvoorbeeld de totstandkoming van dijken) -
Moderne armoede kent 2 aspecten:
- afhankelijkheid van de staat (geld en controle)
- sociale uitsluiting (isolement, gevoel overbodigheid)
-
Wanneer is er sprake van armoede in Nederland?
- de lage inkomensgrens (afgeleid bijstand, 1979)
- sociaal minimum
- budget gerelateerde grens
- de niet-veel-maar-toereikend grens
-
Wat houdt het 'olifant' grafiek precies in?
verandering van inkomensongelijkheid. Aan de onderkant en de bovenkant neemt het inkomen toe, bij middengroep minder tot niet. -
Wat houdt het begrip 'precariaat' in?
het gaat om mensen met een met een onzekere financiële toekomst. Dit zijn vaak mensen met een permanent onzekere inkomsten door bijvoorbeeld tijdelijk werk of steeds lager worden van lonen. -
Politicoloog Esping-Andersen heeft een typologie van (westerse) verzorgingsstaten ontwikkeld op basis van decommodificatie, stratificatie en commodificatie. Wat bedoelt hij met deze 3 begrippen?
Decommodificatie = een proces waarbij productie en verdeling van goederen en diensten niet via de markt tot stand komt. De mate waarin mensen niet afhankelijk zijn van de markt.
Stratificatie = de manier waarop de verzorgingsstaat omgaat met de rechten die mensen hebben en de mate waarin er gestreefd wordt naar meer gelijkheid in de samenleving.
Commodificatie = goederen en diensten worden geproduceerd voor de markt en ook arbeidskracht wordt verhandeld. -
Waarom kwam er iets als een verzorgingsstaat tot stand?
Fatale trias, externe effecten en interdependentie = verzorging
Paradox van collectieve actie en free rider = staat
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden