Sociale Overtuigingen en oordelen

28 belangrijke vragen over Sociale Overtuigingen en oordelen

Veel van onze sociale informatieverwerking is automatisch. Wanneer deze info op verschillende manieren wordt geinterpreteerd, zijn vooroordelen van belang. Waar kan dit toe leiden? Noem 2 punten

- De situatie kan ertoe leiden dat je een gezichtsuitdrukking anders interpreteert [Kulechov-effect).
- Interpretatieprocessen bepalen ook de manier waarop we door anderen worden waargenomen. Als we iets goeds of slechts over anderen zeggen, hebben mensen de neiging om die eigenschap met ons te associëren (spontane eigenschapsinferentie). We bekijken onze sociale wereld door middel van onze overtuigingen, houdingen en waarden. Deze geven allemaal vorm aan onze interpretaties.

Wat houdt confirmation bias in?

Confirmation bias = de neiging om te zoeken naar informatie die onze vooroordelen bevestigt in plaats van informatie die het tegendeel bewijst. Dit verklaart waarom ons zelfbeelden zo stabiel is; mensen zoeken, lokken en herhalen feedback die hun kijk op zichzelf bevestigt. Drie technieken om de overmoedigheid te verminderen zijn: snelle en vluchtige feedback, het 'breken' van een idee of taak in subcomponenten, en mensen aan het denken zetten waarom hun oordeel misschien verkeerd is.

Priming onderzoek laat zien dat het onbewuste een groot deel van ons gedrag controleert. Gedrag dat automatisch is geworden was eerst weloverwogen en bewust. Ons denken is deels gecontroleerd en deels automatisch, licht toe

Gecontroleerde verwerking = mentale activiteiten die bewust, weloverwogen en reflectief denken vereisen)
Automatische verwerking = mentale activiteiten die zonder of met weinig bewustzijn gebeuren, impulsief en moeiteloos, meestal gewoontegetrouw).

--> Wat vandaag de dag automatisch is, is aangeleerd door bewuste training. Voor de uitvoering van automatische processen moeten we voorkennis activeren. Het gedrag van mensen wordt gedreven door prikkels uit de omgeving. Spunt en Liberman (2013) stelden een tweeledig procesmodel voor dat uitgaat van een bewust en onbewust deel.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

We hebben een enorme capaciteit voor automatisch, efficiënt en intuïtief denken. Onze cognitieve efficiëntie gaat gepaard met de prijs van incidentele fouten, waarvan we ons niet bewust zijn. Wat houdt het fenomeen van overmoed in? Welke hersengebieden worden geactiveerd? Wat houdt zelfvertrouwen in stand?

Fenomeen van overmoed = ontstaat wanneer we de juistheid van onze overtuigingen overschatten.
- Een hoog vertrouwen in echte gebeurtenissen stimuleert de hersenactiviteit in de mediale temporale kwab, terwijl een hoog vertrouwen in het valse geheugen wordt weerspiegeld door de hersenactiviteit in de frontopariëtale gebieden.
- De onwetendheid van iemands incompetentie is wat zelfvertrouwen in stand houdt. De zekerheid van toekomstig gedrag is groter als het gaat om iets dat ver in de tijd ligt. Mensen hebben de neiging om geen informatie te zoeken die zou kunnen weerleggen wat ze geloven

Wanneer onze houding ten opzichte van iets of iemand verandert, denken we vaak dat onze houding altijd zo is geweest als op dat moment. Wat is rooskleurige retrospectie?

Rooskleurige retrospectie = waarbij licht positieve ervaringen uit het verleden als positiever worden herdacht dan ze waren. Als het gaat om relaties, geven mensen wier relatie is verslechterd aan dat het altijd zo is geweest. Dit soort bias kan leiden tot een neerwaartse spiraal. Het betekent niet dat we ons niet bewust zijn van hoe we ons vroeger voelden, maar wanneer herinneringen wazig worden, sturen actuele gevoelens de herinnering aan.

In een onderzoek van Elizabeth Loftus (2003) zijn mensen getuige van een gebeurtenis en krijgen ze voordat ze een geheugentest afleggen misleidende informatie. Wat houdt het effect in van misleidende informatie?

Effect van verkeerde informatie = het opnemen van 'verkeerde informatie' in iemands geheugen van een bepaalde gebeurtenis nadat hij er getuige van is geweest en er misleidende informatie over heeft ontvangen. Het geven van een suggestie over een gebeurtenis kan leiden tot de ontwikkeling van valse herinneringen over de gebeurtenis. Deze valse herinneringen kunnen ernstige gevolgen hebben voor het individu.

Categorisch denken kan leiden tot stereotypering. Wanneer vindt stereotypering plaats (vul 4x aan)

- Het relevant is voor de informatieverwerkingsdoelstellingen van de ontvanger.
- De ontvanger vooroordelen heeft over bepaalde groepen.
- De ontvanger voldoende aandachtsbronnen heeft om deel te nemen aan dit soort informatieverwerking.
- De signalen eenvoudig te verwerken zijn en gedurende een bepaalde periode aan de ontvanger worden gepresenteerd.


Maatschappelijke invloeden zoals de media en onze discussies met elkaar geven vorm aan de verscheidenheid aan overtuigingen die we hebben om uit te leggen waarom een gebeurtenis plaatsvindt. Zulke sociale overtuigingen komen naar voren als wij... (vul 4x aan)

- Gebeurtenissen waarnemen en opvragen door middel van filters van cultureel bepaalde aannames.
- Oordelen op basis van intuïtie en onze stemming.
- Uitleggen door gebeurtenissen toe te schrijven aan de situatie of aan de persoon.
- Verwachten, wat soms bijdraagt aan het creëren van sociale overtuigingen

Onze culturele vooroordelen bepalen hoe we informatie verwerken en interpreteren. We reageren niet op de realiteit, maar op de realiteit zoals wij die ervaren.

Voordat een schema wordt geactiveerd en toegankelijk is, moeten we de situatie categoriseren (vaak automatisch). Voor elke categorie hebben we prototypes om mee te vergelijken: automatisch, intuïtief denken zorgt ervoor dat informatie sneller wordt verwerkt. Echter kan het ook leiden tot stereotypering. Wat is sociale codering? Het verwerken van de sociale wereld omvat 4 stappen, licht toe

Sociale codering = Het proces om sociale informatie in het geheugen te krijgen.
- Het omvat in eerste instantie het bijwonen en waarnemen van sociale informatie, het begrijpen ervan en het leggen van verbanden met informatie die zich al in ons geheugen bevindt" Onze eerdere maatschappelijke ervaringen zijn een belangrijk onderdeel van dit proces"

Het verwerken van de sociale wereld omvat:
- Pretentieuze analyse: het onbewust en automatisch vastleggen van informatie.
- Concentratie van de aandacht: het identificeren en categoriseren van informatie.
- Begrip: betekenis geven aan de informatie.
- Uitgebreide redenering: het koppelen van informatie en het uitwerken van informatie.

Priming kan ook invloed hebben op hoe we naar iemand kijken. Op welke manier?

- Wanneer mensen worden geprimed met gedragskenmerken na het coderen van bepaalde aspecten van gedragsinformatie, kan dit leiden tot het assimileren van een beeld van een persoon en het maken van een sociaal oordeel na het coderen.
- Sociale codering is een 'contextgedreven' proces en dit proces heeft een wisselwerking met persoonlijke doelen, persoonlijke perceptie en interpersoonlijke communicatie. Niet alleen het gedrag vergemakkelijkt de sociale codering, ook het fysieke uiterlijk is erg belangrijk, want dat is het eerste wat ons opvalt.

Wat zijn schema's? En wat houdt hierbij self fulfilling prophecy in?

Schema's = Theorieën over sociale categorieën, zoals stereotypen. Bijv Halo-effect Beïnvloedt de respons die we terugkrijgen (=Self-fulfilling prophecy!)

Self-fulfilling prophecy =
komt voor wanneer verwachtingen van mensen leidt tot daadwerkelijke uitkomst van die verwachtingen. ‘’U krijgt wat u denkt en verwacht.’’

Snyder et al al deed een telefoonexperiment om te onderzoeken of knappe mensen echt aardiger waren. De man krijgt een plaatje te zien van degene met wie hij belt (een knappe of lelijke vrouw). Wat waren de resultaten?

De man die het plaatje te zien kreeg van de knappe vrouw gedraagt zich aardiger
→ De knappe vrouw reageert warmer, zelfverzekerder en aardiger
→ De beoordelaar had een positievere impressie van de vrouw wanneer ze knap was.

Wat houdt beschikbaarheidsheuristiek in? En wat zegt onderzoek hierover?

Beschikbaarheid heuristiek = de voorbeelden waar je het eerst aan denkt, zullen wel de goede zijn. Je beoordeelt de waarschijnlijkheid op iets gebaseerd op hoe gemakkelijk iets in je geheugen komt.

- Experiment: schrijf 6 of 12 voorbeelden op van situaties waarin je wel of niet assertief was →Wanneer je er 6 opschrijft, is je assertiviteit hoger. Wanneer je er 12 op moet schrijven is uiteindelijk het aantal situaties waarin je niet assertief was hoger. 'Wat er als eerste in je op komt zal wel het goede/waarheid zijn.’

Hoe we het gedrag van anderen verklaren wordt beïnvloed door culturele normen en aannames. Wat houden verkeerde attributies in? Wat houdt de attributie theore in? En wat is dispositionele en sociale attributie?

Verkeerde attributie = Wanneer we ten onrechte gedrag aan de verkeerde bron toeschrijven, gaan we over tot verkeerde attributie. Mannen en vrouwen hebben een andere attributiestijl.

De attributietheorie = onderzoekt hoe mensen het gedrag van anderen verklaren, bijvoorbeeld door het toeschrijven aan interne disposities (blijvende eigenschappen, motieven en houdingen) en/of externe situaties.
- Dispositonele attributie = Wanneer gedrag wordt toegeschreven aan iemands interne dispositie
- Situationele attributie = wanneer gedrag wordt verklaard als het resultaat van omgevingsfactoren, spreken we van situationele attributie.
--> Over het algemeen besteden collectivistische culturen meer aandacht aan de context bij het beschrijven van gedrag.


Naast het maken van toeschrijvingen aan anderen maken we ze ook over onszelf, als een manier om onszelf beter te begrijpen. Wat houdt de zelfperceptie theorie in?

Zelfperceptie theorie = zelfkennis is ontwikkeld door het maken van zelf-attributies. Door ons eigen gedrag, gedachten en gevoelens te bestuderen, maken we aannames over wat voor soort persoon we zijn. Deze aannames zijn gebaseerd op drie gebieden: lokalisatie, stabiliteit en controleerbaarheid.

Wat houdt de theorie van Schachters emotionele labiliteit in? Als we attributen maken, welk hersendeel wordt dan geactiveerd?

De theorie van Schachter's emotionele labiliteit = stelt dat de ervaring van emotie gebaseerd is op toeschrijvingen van deze gevoelens op basis van een fysiologische component (arousal) en een cognitieve component (ervaren emotie) die de arousal bestempelt. We laten ons leiden door het idee dat we (en dus ook anderen) vrij consistent en stabiel zijn in ons gedrag.
- Bij het maken van attributen wordt de rechter parientale kruising geactiveerd, en externe attributies activeren de linker TPJ (langzamer, dus niet automatisch)

Wanneer komt sociale projectie voor? En waar is zelfkennis belangrijk voor?

Sociale projectie komt voor = als mensen hun houding op een andere groep projecteren. Als iemand vindt dat hij'/zij er hetzelfde uitziet als een bepaalde groep, wordt die groep minder bevooroordeeld (waargenomen gelijkenis). Dit betekent niet per se dat er ook daadwerkelijke gelijkenis is; de persoon neemt de gelijkenis als alleen waar.
- Zelfkennis is belangrijk voor sociale categorisering, wat weer belangrijk is voor sociale projectie. Hoe meer we weten over iemands zelfbeeld, hoe meer we begrijpen over de hoe iemand sociale attributies maakt.

Als we het hebben over biases in perceptie, dan beinvloed gedrag de perceptie van mensen, ongeacht hoe vrijwillig het gedrag was. Gedrag wordt hierbij geinterpreteerd om te reflecteren hoe iemand is!!!! Wat is hierbij de fundamentele attributie fout?

Fundamentele attributiefout (correspondentie bias)= de neiging om persoonlijke variabelen (interne factoren) te overschatten en situationele variabelen (externe factoren) te onderschatten. Het is de neiging om gedragingen van anderen toe te schrijven aan de persoonlijkheid of karakter van de ander. Ook wel correspondentiebias genoemd, omdat we gedrag vaak zien als corresponderend met iemands persoonlijkheid.
- Attributie naar toegankelijke oorzaken
- Attrtibutie naar saliency oorzaken


-

Wat houdt Kelley's attributie theorie in? De theorie bestaat uit drie criteria, namelijk de cubus model. licht toe

Kelley's attributie theorie = Gedrag kan worden verklaard door (a) actor (de persoon die het gedrag vertoont) (b) stimulus (bijv. Kenmerken van een andere persoon) (c) situatie (specifieke omstandigheden)

Cubus model
1. Onderscheidend vermogen; Vertoont de actor dit gedrag alleen ten aanzien van deze specifieke stimulans (andere persoon; object)
2. Consistentie; Vertoont de actor dit gedrag herhaaldelijk in de loop van de tijd en in verschillende situaties in de richting van de simulatie?
3. Consensus; Gedragen anderen zich hetzelfde tegen deze stimulus?

Wat benadrukte Moscovici? Men maakt volgens Moscovici van het onbekende het bekende door middel van twee processen: licht toe

Moscovici = benadrukte het belang van taal in het communiceren in het dagelijks leven. Mensen bespreken hun ideeën, waarden en overtuigingen met elkaar.

Twee processen:
- Verankering = het onbekende vergelijken met onze bestaande kennis en het verankeren met wat we al weten
- Objectivering = het proces waarbij een onbekend en ongewoon idee of beeld wordt getransformeerd tot een concreet object.

We produceren erg snel eerste impressies, van onszelf, maar ook van anderen. Hoe doen we dat? Wat houden cognitive misers in en wat zijn de voor- (3) en nadelen (2) van heuristieken?


Eerste impressies door middel van = categorisering en heuristieken. Mensen construeren hun eigen realiteit

Cognitive misers = dit vind plaats als we anderen beoordelen en sociale situaties beoordelen. Cognitive misers houdt in dat we als mens de neiging hebben problemen op een eenvoudige en minder inspannende manier op te lossen in plaats van op een verfijnde en inspannende manier. Ongeacht intelligentie.

Voordelen van heuristieken:
- Snel
- Efficient
- Meestal correct
Nadelen:
- Ook vaak incorrect
- Moeilijk om te corrigeren (motivatie, tijd etc).

Wat houdt de implicit personality theory in? En als we kijken naar de kracht van de eerste indruk: hoe vormt het zich dan? Noem 3 punten

Implicit personality theory = Gedragsbasis voor eerste impressies. Het beschrijft de specifieke patronen en vooroordelen die een individu gebruikt wanneer hij/zij een onbekende persoon ziet en weinig informatie over hem/haar heeft (dus hoe iemand eruit ziet, wat voor karakter ie heeft).

Vormt zich door...
- Make-up, haar, kleren etc.
- Bepaalde factoren leiden tot een categorie (gender, leeftijd, huidskleur)
- Social categorisatie kan leiden tot sterotypen, prototypen en heuristieken

Er zijn twee fundamentele dimensies van sociale perceptie, welke zijn dit volgens het stereotype content model? Leg tevens de vier kwadranten uit

Stereotype content model: Warmte (moraal, vriendelijk, nuttig, vrijgevig) en Bevoegdheid = intelligent, in staat tot, geschoold, ijverig

De vier kwadranten..
Hoog warmte en hoge competentie = trots en bewondering
Laag op warmte en lage competentie = walging richting mensen
Laag op warmte en hoge competentie = afgunst en jaloezie
Hoog op warmte en laag op competentie = sympathie, maar ook pitty


Hoe vormen we een eerste indruk? Wat voor gedrag is hierbij belangrijker? Wat is het kameleon effect?

- Non-verbaal gedrag is vaak belangrijker dan verbaal gedrag voor een eerste indruk: iemand zijn postuur, gezichtsuitdrukking, gebaren.
- Kameleon effect = het overnemen van elkaars bewegingen en mimiek.

Saliency heeft een grote impact op de eerste impressie. Wat houdt salient in? Noem hierbij 4 kenmerken

Salient = bepaalde cues vallen op, het is raar, opvallend, aandachtrekkend etc (gedrag, uiterlijk etc)
- Ze trekken aandacht in bepaalde situaties.
- Ze zijn echter ook context afhankelijk!
- Ze worden geïnterpreteerd als causaal!
- Indrukken zijn vaak gebaseerd op verschillende signalen, maar opvallende signalen zijn vaak dominant Je onthoudt het wanneer iemand aandacht trekt, of iemand hele kleurrijke kleding aan heeft.

Als we het hebben over de associatie tussen signalen, wat bedoelen we daarmee? Met welke twee dingen heeft het te maken?

Associatie tussen signalen = Twee of meerdere signalen staan mentaal met elkaar in verbinding: doordat ze dezelfde betekenis hebben.
- Heeft te maken met de kennis van de waarnemer of doordat ze samen voorkomen.
- Heeft te maken met ervaring van de waarnemer. Bijvoorbeeld: als je aan ‘man’ denkt, dan denk je automatische aan ‘vrouw’, bij ‘zwart’ denk je aan ‘wit’, bij ‘peper’ denk je aan ‘zout’ etc. Dit zijn signalen die in ons hoofd als paren voorkomen.

Het aanpassen van je eerste indruk kost moeite en energie, en er is hierbij meer stereotypering onder cognitieve druk. Er is een verandering van indruk wanneer aanvullende informatie verschillende oorzaken aannemelijk maakt. Wat houdt hierbij discounting en augmenting in?

- Discounting = wanneer mensen minder interne attributies maken dan anders.
- Augmenting = wanneer mensen meer interne attributies maken dan anders.

Wat houdt de mythe van zelfinteresse in?

Mythe van zelfinteresse = overschatten van de mate waarin het gedrag van ANDEREN wordt gedreven door eigenbelang
- 'Zuckerberg geeft geen 99% van zijn FB-vermogen' weg '. Hij 'schenkt' zijn FB-aandelen aan alle leden die hij beheert, om zo de belastingen te minimaliseren. '

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo