Samenvatting: Sociale Wetgeving Rond Inkomen
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Sociale wetgeving rond inkomen
-
1 Inleiding
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat regelt het socialezekerheidsrecht?
Is onderdeel van het bestuursrecht. De rechten en verplichtingen van degenen die een rol hebben met betrekking tot sociale zekerheid (werkgevers, werknemers, werklozen, arbeidsongeschikten, ouderen en zelfstandigen). -
1.2 Volksverzekeringen
-
Welke volksverzekeringen zijn er in Nederland:
- Algemene Ouderdomswet (AOW)
- Wet langdurige zorg (Wlz)
- Algemene nabestaandenwet (Anw)
- Algemene Kinderbijslag wet (AKW)- soms ook wel tot de sociale voorzieningen gerekend omdat deze geheel uit de algemene middelen wordt gefinancierd.
- Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (WAJONG)
- Algemene Ouderdomswet (AOW)
-
2 Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
-
Wat is de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen?
Een Nederlandse wet die op 29 december 2005 in werking is getreden en is de opvolger van de WAO. De wet regelt een uitkering voor de periode na de wettelijke loondoorbetalingstermijn van 104 weken. -
2.1 Arbeidsongeschiktheidsklassen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe wordt de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld?
Dit wordt vastgesteld door het UWV. Normaal gesproken vindt deze keuring plaats nadat je (bijna) 2 jaar arbeidsongeschikt bent.
De keuring bestaat uit twee delen:
Medische keuring: verzekeringsarts kijkt wat je lichamelijk nog kunt.
En een arbeidsdeskundige keuring: de arbeidsdeskundige van UWV bekijkt welke functies je nog kunt verrichten op basis van de bevindingen van de keuringsarts. Zij bepalen de mate van arbeidsongeschiktheid door te kijken naar loonverlies: het geld dat je minder verdient door je arbeidsongeschiktheid dan daarvoor. Wat je kunt verdienen wordt de verdiencapaciteit genoemd. -
2.2 Werkhervattingsregeling Gedeeltelijke Arbeidsgeschikten (WGA)
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de Werkhervattingsregeling Gedeeltelijke Arbeidsgeschikten (WGA)?
Mensen die meer dan 35% maar minder dan 80% arbeidsongeschikt zijn, komen in aanmerking voor een WGA-uitkering. Dit geldt ook voor mensen die volledig (meer dan 80%) arbeidsgeschikt, maar niet duurzaam arbeidsongeschikt zijn. -
2.3 De loongerelateerde uitkering
-
Wat is de loongerelateerde uitkering?
Iemand komt in aanmerking voor deze uitkering indien hij aan de zogeheten referte-eis voldoet. Dit betekent dat de arbeidsongeschikte voorafgaande aan de dag dat hij ziek werd, ten minste 26 weken in de afgelopen 36 weken moet hebben gewerkt. -
Wat is de hoogte en duur van de loongerelateerde uitkering?
De hoogte is hetzelfde als bij de werkloosheidswet: 75% van zijn WIA-loon (het oude loon) in de eerste twee maanden, in de maanden hierop volgend 70%, afhankelijk van het arbeidsverleden is de uitkeringsduur minimaal 3 maanden en maximaal 38 maanden (3 jaar en 2 maanden) -
3 Werkloosheidswet
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Wie voert de WW uit en waaruit word de WW gefinancierd?
De uitvoering wordt gedaan door het UWV. De WW wordt gefinancierd met de premies die sinds 2009 uitsluitend door de werkgevers worden betaald. -
3.2 Recht op WW
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer heeft de werknemer recht op een WW uitkering?
Als de werknemer zijn arbeidsuren per kalenderweek geheel of gedeeltelijk heeft verloren en beschikbaar is om arbeid te aanvaarden. De mate van werkloosheid wordt dan ook uitgedrukt in een aantal uren per week.
Er bestaat recht op een WW als de aanvrager in de afgelopen 36 kalenderweken in tenminste 26 kalenderweken heeft gewerkt. Als dat zo is voldoet men aan de 'wekeneis'. De aanvrager mag niet verwijtbaar werkloos zijn. -
Wat is verwijtbaar werkloos?
- Als men zelf een baan op heeft gezegd.
- Als men op staande voet is ontslagen en dit niet heeft aangevochten of terecht is beoordeeld door de kantonrechter.
- Het opzeggen van een vaste baan voor een tijdelijk contract, waarna de aanvrager vanuit het tijdelijke contact werkloos wordt, tenzij de aanvrager in de vaste betrekking sowieso werkloos zou zijn geworden.
- Zelf ontslag nemen zonder dat daar een acute noodzaak voor is. Gepest worden of op andere wijze niet naar de zin hebben is geen acute noodzaak.
- Een ontslag niet aanvechten of aangeven het 'er wel mee eens' te zijn.
- Als men zelf een baan op heeft gezegd.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden