Werkloosheidswet - Recht op werkloosheidsuitkering - Werkloosheid

3 belangrijke vragen over Werkloosheidswet - Recht op werkloosheidsuitkering - Werkloosheid

Welke cumulatieve voorwaarden stelt art. 16 lid 1 WW aan werkloosheid?

1. er moet een verlies van arbeidsuren zijn met een bepaalde minimumomvang;
2. werknemer heeft over de verloren arbeidsuren geen aanspraak op loon tov zijn werkgever;
3. werknemer moet beschikbaar zijn om arbeid te aanvaarden. 

Hoe komt men tot de vaststelling van het arbeidsurenverlies?

art. 16 lid 2 WW:
1. gemiddeld aantal arbeidsuren;
2. in de 26 kalenderweken;
3. onmiddellijk voorafgaande aan het intreden van arbeidsuren verlies.

In principe zijn hierbij alleen van belang de arbeidsuren die men als werknemer heeft gewerkt. Uren waarin men als zelfstandige heeft gewerkt is niet van belang. Tweede volzin van art. 16 lid 2 WW, biedt daar echter uitzondering op. 

Wat is naast een bepaald gemiddeld arbeidsverlies nog meer essentieel om in aanmerking te komen voor een WW- uitkering?

Naast een bepaald aantal uren arbeidsverlies (art. 16 lid 1 jo lid 2 WW) is vereist dat men geen aanspraak heeft op loon tov zijn werkgever (art. 16 lid 1 sub a WW). De verplichting van een werkgever tot betaling van loon gaat voor op de verplichting van het uitvoeringsorgaan op het verstrekken van een werkloosheidsuitkering. 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo