Loonaanvulling uitkering
3 belangrijke vragen over Loonaanvulling uitkering
Waar staan de voorwaarden van de loonaanvulling?
art. 60 lid 1 WIA
- Inkomen uit arbeid gelijk aan tenminste de inkomenseis
- inkomenseis, tweede lid = tenminste helft van de resterende verdiencapaciteit
- Inkomen uit arbeid gelijk aan tenminste de inkomenseis
- inkomenseis, tweede lid = tenminste helft van de resterende verdiencapaciteit
Hoe bereken je de hoogte van de WGA-loonaanvulling?
Voorwaarde:
- inkomsten: tenminste inkomenseis (= 1/2 rvc)
- hoogte: gelijk aan loongerelateerde uitkering (=70% van laatst verdiende loon - minus restcapaciteit of inkomsten)
- art. 61 lid 2 jo lid 3 WIA
- inkomsten: tenminste inkomenseis (= 1/2 rvc)
- hoogte: gelijk aan loongerelateerde uitkering (=70% van laatst verdiende loon - minus restcapaciteit of inkomsten)
- art. 61 lid 2 jo lid 3 WIA
David heeft een Wia-vervolguitkering. Zijn resterende verdiencapaciteit bedraagt € 1200,00 per maand. Zijn maatmanloon bedraagt € 2.200,00 per maand. Hoeveel moet David ten minste verdienen om voor een loonaanvullingsuitkering in aanmerking te komen?
Ar. 60 lid 1 sub a Wia: loonaanvulling voor degene die een inkomen heeft dat gelijk is aan de inkomenseis van lid 2
Art. 60 lid 2 Wia: inkomens eis = 50% van de resterende verdiencapaciteit
David moet de helft van de resterende verdiencapaciteit, dus de helft van € 1200,00 = € 600,00 verdienen om voor een loonaanvullingsuitkering in aanmerking te komen
Art. 60 lid 2 Wia: inkomens eis = 50% van de resterende verdiencapaciteit
David moet de helft van de resterende verdiencapaciteit, dus de helft van € 1200,00 = € 600,00 verdienen om voor een loonaanvullingsuitkering in aanmerking te komen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
