Wetgeving I: sociale genese
7 belangrijke vragen over Wetgeving I: sociale genese
H1.1 Wetgeving; actoren en factoren
H1.2 instrumenten en sturing
Hiermee creëren we zekerheden, waar mensen op terug kunnen vallen. Een algemeen voorbeeld hiervan is het beginsel van rechtszekerheid, als iets is vastgesteld in de wet dan geld voor iedereen hetzelfde en kun je niet zomaar benadeeld worden.
Vastleggen van bestaande sociale norm
- Rechtszekerheid
- extra gewicht geven/normatief
- bevestigen status quo (toestand die in stand dient te worden gehouden)
- instrumentele functie
H2. Sociale genese van het recht
- synoptisch beleidsfasemodel= goed geordend en geregisseerd proces.
- agendabouwtheorie
- Bureaupolitiekmodel Rosenthal = uitkomst van strijd tussen de departementen van de overheid
- vier rationaliteiten van Snellen; Politiek, recht, economie en wetenschap hadden volgens Snellen eigen autonomie die in overheidsbeleid aan elkaar gekoppeld werd.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
H2.1 synoptisch beleidsfasenmodel
1. Agendavorming
2. Voorbereiding wetsvoorstel
3. Besluit/ goedkeuring
4. Uitvoering
5. Evaluatie.
H2.3 Bureaupolitiekmodel Rosenthal
- Voordelen: multiperpectief, geen oogkleppen en creatief
- nadelen; gebrek aan eenheid, gebrek aan daadkracht en kost tijd.
Dit model kent een top-downbenadering. Het gaat uit van de rol van het openbaar bestuur bij de totstandkoming van wetgeving. Verschillende niveau's
- intro-organisatorisch bureaupolitiek= binnen een overheidsorganisatie
- inter-organisatorisch bureaupolitiek= tussen organisaties in dezelfde laag of in verschillende lagen.
H3; delegeren van publieke taken
Er zijn een paar soorten taken die de overheid beter niet kan afstoten;
- Publieke waarden (zoals kunst en cultuur, defensie, rechtspraak)
- collectieve goederen die de markt niet kan leveren (schone lucht)
- goederen van openbaar nut (gezondheidzorg)
H6.4 Émile Durkheim; grondlegger sociologie
Mechanische solidariteit; de sociale cohesie in oudere samenlevingen voortvloeiend uit geringe mate van arbeidsdeling. Het bestaat uit eenvormige waarden en normen. En ook eenvoudige opvattingen zoals collectief bewustzijn. Het is repressief recht dat betekent dat een genomen besluit wrodt vernietigd.
Organisch solidariteit: Is de solidariteit in moderne samenlevingen voortvloeiend uit de hoge mate van arbeidsdeling en afhankelijkheid. Het gaat over individueel bewustzijn in plaats van sociale cohesie. Het is restitutief recht dat betekent dat het draait om vergelding en niet het ongedaan maken van de handeling.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
