Samenvatting: Sociologie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van SOCIOLOGIE

• 3 Hedendaagse samenleven

• 3.1 gedifferentieerde maatschappij

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de sociale-tijdsdiagnosevraag: wat gaat het na en welke onderdelen omvat het?

  = in welke M  leven wij thans?
  
  gaat na:
  
  - hoe de M gestructureerd is
  - hoe de gevonden kenmerken mede de levenstrajecten en kansen van individuen vormgeven
  
  omvat 2 onderdelen
  
  - M heden
  - vooruitblik met de gedecteerde tendensen of ontwikkelingen

• Wat is horizontale sociale differentiatie?

  = verschillen tussen onderling gelijke sociale eenheden
  
  

  • Gelijke eenheden = recht, wetenschap, politiek, economie,.. à elk eigen taak in samenleving (zijn afhankelijk van elkaar)
  •  Onderling vergelijkbaar WANT vervullen allemaal maatschappelijke functies
  • = de algemene opgaven waarvoor iedere samenleving zich gesteld ziet (principe SD)

• 3.2 Moderniteit van sociologie

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn structurele veranderingen en welk gevaar brengt dit zich met zich mee?

  Focus sociale tijdsdiagnose:
  · Observeren, definiëren structuurkenmerken
  · Detecteren, analyseren structurele (maatschappelijke) veranderingen
  = een duurzame ontwikkeling of evolutie die gevolgen heeft voor het globale functioneren en de algemene ordening van een sociaal verband als de samenleving
    !!!  Eenzijdige extrapolatie = op de grond van huidige gegevens moeten er conclusies worden getrokken voor de toekomst, maar dit kan een foutief beeld opleveren

• Max weber doel rationeel handelen en doelrationalise, leg uit

  
  Modern samenhandelen = doelrationeel handelen
  = bij het handelen zich oriënteren op doel, middelen & neveneffecten, daarbij al deze aspecten rationeel afwegen
  
  Kern: de doordachte of berekende, planmatige omgang met middelen en hun gekende neveneffecten met het oog op het bereiken van een doel à “het zo efficiënt mogelijk nastreven van een doel”
  
   Bv. politici op doordachte manier macht vergroten (machiavellisme)
  
  ° doelrationalisatie = het handelen binnen de verschillende deeldomeinen wordt alsmaar meer doelrationeel

• Waarom sluit Georg Simmel zich aan bij Weber?

  1.  er wordt berekend gehandeld op basis van geld
  2. Meer geldeconomie = meer doelrationeel handelen
  3. Geld = het zuiverste werktuig en verzakelijkt: als er geld aan te pas komt, dan wordt de relatie onpersoonlijk MAAR dat is niet erg!
  4. Je kan je gereserveerd opstellen en je emoties opsparen voor belangrijke mensen = innerlijke vrijheid
  5. Gevolg: geldbezit maakt het mogelijk om jezelf te bevrijden uit gemeenschapsverbanden

• Wat is modernisering en moderniteit?

  Jaren ’50 en ‘60
   Modernisering = het modern worden van een voormoderne samenleving
  Moderniteit = het geheel van structuurkenmerken dat een moderne samenleving en cultuur karakteriseert
   Voorbeelden:
  o Toenemende verstedelijking
  o Positieve waardering van alles wat nieuw is
  o Groei van wetenschap en technologie

• Wat is A.C zijderveld zijn visie op modernisering en kwam hier kritiek op?

  modernisering is na WOII in een stroomversnelling geraakt
  o Is mondiaal geworden
  o Focus op ontwikkelingslanden: hun ontwikkeling = modernisering en de modernisering = verwestering
  
  
  o Kritiek:
  Kolonialisme wordt bekeken als iets goed
  Samuel Eisenstadt: het is een multipel gebeuren à er zijn veelvoudige moderniteiten = er zijn ook niet-westerse varianten van modernisering

• 3.3 Globalisering, leven in wereldsamenleving

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zegt Niklas Luhmann over de moderne samenleving?

  
  “De moderniteitskenmerken van vandaag zijn niet die van gisteren en ook niet die van morgen , daarin ligt hun moderniteit”

• Wat zegt manuel casttells?

  “Toenemende ontdubbeling van de mondiale sociale ruimte in een ruimte van plaatsen en ruimte van stromen”

• Wat zegt Manuel casttels over de ruimte van plaatsen en de ruimte van stromen?

  
  · Ruimte van plaatsen = geheel van gescheiden geografische plaatsen waarbinnen mensen samenhandelen vanuit fysieke co-presentie
  Bv. stad
  · Ruimte van stromen = gelijktijdige verplaatsingen tussen uiteenlopende plaatsen
  Bv. cyber place
  Belangrijkste globale ruimte van economische stromen = wereldmarkt van financiële transacties