Samenvatting: Sociologische
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van SOCIOLOGISCHE
-
1 Wat bestudeert de sociologie?
-
1.1 H1
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Het sociale als morele kwaliteit én als sociaal feit
MORELE KWALITEIT - ‘
Sociaal zijn’… - Betreft
betrokkenheid op mens en op desamenleving - Is niet het studie-object van de sociologie – eerder van de ethiek - al kunnen morele kwaliteiten zoals solidair gedrag wel sociologisch geanalyseerd worden!
FEIT - Betreft drie zaken: het
horizontale niveau van het sociaal handelen tussen actoren. Hetverticale niveau van het systeem. En detussenruimte
- Dat is het
studie-object van desociologie !
- ‘
-
Webers typologie van sociaal handelen
Affectief sociaal handelen:instinctief ,emotioneel , nietrationeel Traditioneel sociaal handelen: o.b.v.gewoonte , traditie, ‘omdat het zo hoort’Waarderationeel handelen:principieel , omwille van de waarde / hetwaardevolle zelfDoelrationeel handelen: gericht op doel
-
Stereotypes, vooroordelen en discriminatie
Stereotypes = versimpeld beeld van een groep / categorie
vooroordelen = Toevoeging van een waardeoordeel
discriminatie = Niet gerechtvaardigd onderscheid maken, enkel en alleen op basis van categorisering -
1.2 H2
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Sociale bepaaldheid: SOCIAAL SYSTEEMPERSPECTIEF
=sociale structuren encultuur (=systeemkenmerken )oefenen eenpermanente invloed uit op hetsociaal handelen van deactoren > wat we doen en hoe we denken wordt mee bepaald door hetsysteem waarin weleven . -
Ook Cultuur (als systeemkenmerk) bepaalt het sociaal handelen
Cultuur = geheel van waarden, normen,overtuigingen ,gedragsopvattingen .
Wordtovergeleverd (culturelereproductie ). Is tijds - enplaatsgebonden .Verschaft richtlijnen voor het sociaal handelen. -
Structuur én cultuur bepalen het sociaal handelen: de anomietheorie van Merton
Deviant ofafwijkend gedrag als gevolg van het niet inovereenstemming zijn van
1. De door decultuur opgelegde doelen
2. Debeperkte middelen om deze te kunnenrealiseren - je handelen wordt bepaald door de mate waarin je achter de
heersende doelen staat & de mate waarin jetoegang hebt tot destructurele middelen om aan deverwachtingen tevoldoen . - Als de
discrepantie te groot is, ontstaatanomie
- je handelen wordt bepaald door de mate waarin je achter de
-
Sociaal kapitaal: BOURDIEU vs PUTNAM
Sociaal kapitaal alsindividueel kenmerk / hulpbronGrootte , variatie,dichtheid … van iemands netwerk- Is verbonden met
economisch ,cultureel ,symbolisch kapitaal
Sociaal kapitaal alsgeaggregeerd kenmerkmacroniveau - Hoeveel sociaal kapitaal heeft een land / regio? Aantal
verenigingen , opkomst tijdensverkiezingen ,krantenlees-gedrag typeert mate vanbetrokkenheid ,vertrouwen , cohesie,solidariteit Samenbindend sociaal kapitaal (‘bonding’),overbruggend sociaal kapitaal (‘bridging’), koppelend sociaal kapitaal (‘linking’)
-
2 Sociale structuur
-
2.1 H1
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
3 vormen van ‘organisatie’ en van ‘inzet van het aan de machtsuitoefening onderworpen individu
Dwangorganisatie inzet is minimaal en negatiefUtilitaire organisatie, inzet is gebaseerd op calculatieNormatieve organisatie, inzet gebaseerd opwaardebetrokkenheid medewerkers
-
Kenmerken van een totale institutie?
- Geen scheiding levenssferen
- Strakke
schematisering /protocollering van activiteiten - Geen privacy
- Hiërarchische organisatie en communicatie
-
Sociale stratificatie & sociale mobiliteit
Sociale stratificatie
=Opdeling van een samenleving in sociale lagen. Elke laag bestaat uit gelijkaardige sociale posities. Kenmerkend is aparte sociale waardering van de lagen, een ‘statushiërarchie ’
Sociale mobiliteit
= Verandering van posities van actoren binnen en tussen de strata
Kan horizontaal en/of verticaal, ookintragenerationeel ofintergenerationeel.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden