Samenvatting: Socius Gedragswetenschappen | 9789031740093 | Wouter Haers, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Socius Gedragswetenschappen | 9789031740093 | Wouter Haers en Veerle Lanszweert
-
1 Gedrag en interactie
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.1 Soorten gedrag
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is mentaal gedrag?
Processen die zich situeren in de geest van de mens. Dat gedraag is moeilijker meetbaar, maar de fysiologische processen die ermee samengaan kunnen wel bestudeerd worden. -
1.2 Hersenactiviteit
-
plaats hersenactiviteit in de ijsberg, waar hoort hij?
Het is een voorbeeld van fysiologisch gedrag -
1.2.1 Elektro-encefalogram (eeg)
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe werkt zo'n eeg?
Er worden elektroden bevestigd op het hoofd, deze geleiden elektrische spanning en staan in verbinding met een computer. -
Welk probleem kan opgespoord worden met een eeg?
De oorzaak van slaapproblemen kan gevonden worden met een eeg. -
1.3 Definitie van 'gedrag'
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Geef twee definities van gedrag
1) Gedrag is alles wat we doen, zowel de innerlijke als de uiterlijke handelingen.
2) Alle mogelijke acties en reacties van de mens met betrekking tot de omgeving. -
Welk schema gebruiken we doorheen heel dit trimester?
Het S-O-R schema -
Welke psycholoog bracht dit schema uit?
Robert S. Woodworth -
1.4 Definitie van 'interactie'
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Vanwaar komt het woord interactie?
Van het Latijnse inter = tussen, met elkaar en agere = handelen, doen -
Som de socio-culturele factoren op
- andere personen
- regio
- socio-economische status
- geloof of levensbeschouwing
- subcultuur -
1.5 Innerlijke factoren = persoonskenmerken
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
Laat hier meer flashcards zien -
Welke drie innerlijke factoren kennen we?
- het cognitieve (denken)
- het emotionele (voelen)
- de motivatie (behoeften)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden