Samenvatting: Specifieke Doelgroepen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Specifieke Doelgroepen

• 1 Week 1: Kinderen

• 1.1.1 Groei en ontwikkeling

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• In welke fasen en op welke manieren wordt groei bij een kind gemeten?

  Prenataal: echo's (door verloskundige en/of gynaecoloog).
  Postnataal: groeicurve lengte en gewicht, hoofdomtrek (consultatiebureau).

• Hoe veranderen de stand van de benen door de jaren heen bij een kind?

  Tot 1 jaar: o-benen.
  Bij 4 jaar: x-benen.
  Bij 6-7 jaar: normale rechte stand.

• Wat zijn de mijlpalen van de motoriek van een baby t/m 18 maanden?

  • Buiklig
  • Rollen
  • Reiken en grijpen
  • Tijgeren
  • Kruipen
  • Zitten
  • Lopen

• 1.1.2 Motorische ontwikkeling

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn voorbeelden van fundamentele bewegingsvaardigheden van de motorische ontwikkeling van een kind van 2 t/m 6 jaar?

  • Lopen
  • Rennen
  • Springen
  • Hinkelen
  • (Huppelen)
  • Mikken
  • Vangen

• Wat zijn de 3 fases binnen de fundamentele bewegingsvaardigheden?

  • Beginfase
  • Elementaire fase
  • Rijpe fase

• 1.1.2.1 Lopen

• Wat zijn de kenmerken van de beginfase van het lopen?

  • Eerste pogingen tot vaardigheid.
  • Instabiel, laat zich vallen, breed gangspoor.
  • Weinig coördinatie, loopt op voorvoet of platvoet.
  • Weinig ritmiek.
  • Handen in de lucht.

• Wat zijn de kenmerken van de elementaire fasen van het lopen?

  • Iets soepeler, meer motorische controle, meer dosering.
  • Steeds meer coördinatie, hielcontact.
  • Armen naar beneden, maar nog wel wat inactief.
  • Nog ietwat breed gangspoor.
  • Grotere stappen, nog niet volledig.

• Wat zijn de kenmerken van de rijpe fase van het lopen?

  • De beweging is gerijpt.
  • Goed gecoördineerd.
  • Efficiënt, kan variaties en/of dubbeltaken uitvoeren. 

• 1.1.2.2 Rennen

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de kenmerken van de beginfase (initiële fase) van het rennen?

  • Korte zwaai.
  • Stijve/ platte voeten.
  • Instabiel/ breed gangspoor.
  • Weinig tot geen vluchtfase.
  • Onvolledige extensie standbeen.
  • Stijve, afwisselende armzwaai met gebogen. armen en zijwaarts.
  • Circumductie en toe out in zwaai.

• Wat zijn de kenmerken van de elementaire fase van het rennen?

  • Vergrote staplengte, armzwaai en snelheid.
  • Beperkte vluchtfase.
  • Meer complete extensie afzetbeen.
  • Zijwaartse armzwaai verminderd.
  •   -> meer voor-achterwaarts.