Samenvatting: Spieren Bovenste Extremiteit, Se2 Anatomie.

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van spieren bovenste extremiteit, se2 anatomie.

• 1 lage rug en buik

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Multifidi-origo-insertie-bewgingsmogelijkheden-palpatie

  -origo:
  bekken> spina iliaca posterior superior
  
  -insertie:
  processus spinosi L5-C2 over gehele lengte
  
  -bewegingsmogelijkheden:
  extensie, lateroflexie, rotatie
  
  palpatie:
  buikligging, extensie romp: lumbale multifidus zichtbaar en palpabel direct naast mediaanlijn.

• iliocostalis (lumborum)-origo-insertie-bewgingsmogelijkheden-palpatie

  -origo:
  aponeurose m.erector spinae (ventrale zijde)
  en crista iliaca
  
  -insertie  
  onderste 8 ribben  en allealle lumbale wervels
  
  bewegingsmogelijkheden:
  exstensie en laterflexie
  
  palpatie:
  buik liggen extensie, en dan punt schouder blad naar L3, en dat bovenste gedeelte buik is iliocostalis

• longissimus (thoracis)-origo-insertie-bewgingsmogelijkheden-palpatie

  Origo:
  aponeurose m.erector spinae
  
  insertie:
  onderste acht ribben lateraal van procc.transversi
  
  bewegingsmogelijkheden:
  extensie
  lateroflexie     
  
  palpatie:
  buik liggen extensie, en dan punt schouderblad naar l3, en dat onderste gedeelte buik is longissimus

• Obliquus externus abdominis-origo-insertie-bewgingsmogelijkheden-palpatie

    -Origo:
  ribben 5t/m 12, buitenzijde lateraal van het ribkraakbeen
  
  -insertie:
  via aponeurose in rectusschede, ventrale helft crista iliaca
  
  bewegingsmogelijkheden:
  achteroverkantelend/ flecterend, roterend, lateroflecterend
  
  palpatie:
  zittend naar links draaien dan zie je aan de linkerkant de externus en voel je hem. Draait naar links zit rechts, draait naar rechts zit links.

• Rectus abdominis-origo -insertie-beweginsmogelijkheden-palpatie

  -origo:
  ribraakbeen 5 t/m 7
  
  -insertie:
  crista en omgeving
  
  -bewegingsmogelijkheden:
  achteroverkantelend/ flecterend, lateroflecterend.
  
  -palpatie:
  rugligging, flexie van de romp/ heffen van de benen. Laterale en mediale rand van de spier zijn duidelijk zichtbaar.

• 2 schoudergordel

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Trapezius (pars ascendens)-origo-insertie-bewegingsmogelijkheden-palpatie

  -origo:
  wervels Th4 t/m Th12, procc.spinosi
  
  -insertie:
  scapula> spina> direct lateraal van het driehoekige mediale uiteinde
  
  
  
  -bewegingsmogeljikheden:
  detraherend en lateroroterend
  
  -palpatie:
  voorwaarts heffen van de arm of in hang: vooral de laterale rand is goed te onderscheiden.       

• trapezius pars descendens-origo-insertie-bewegingsmogelijkheden-palpatie

  -origo:
  caudale gedeelte van schedel
  
  -insertie:
  clavicula, laterale 1/3 deel
  
  -bewegingsmogelijkheden
  eleverend, retraherend en lateroroterend
  
  -palpatie:
  lateroflexie, proefpersoon geeft tegendruk met zijn eigen hand.

• Trapezius pars transversa-origo-insertie-bewegingsmogelijkheden-palpatie

  -origo:
  wervels c7 t/m th3> procc.spinosi
  
  -insertie:
  scapula>acromion mediale zijde en spina craniale zijde.
  
  -bewegingstechnologie:
  retraherend
  
  -palpatie:
  bij het uiteentrekken van de in elkaar gehaakte handen spant de gehele trapezius aan.

• Serratus anterior-origo-insertie-bewegingsmogelijkheden-palpatie

  -origo:
  ribben> 1 t/m 9
  
  -insertie:
  angulus superior, margo medialis en angulus inferior.
  
  -bewegingsmogelijkheden:
  protraherend (gehele spier)
  lateroroterend (onderste deel)
  
  -palpatie:
  bij voorwaarts of zijwaarts geheven arm, eventueel met diepe inademing in borstlingse ligsteun.

• Rhomboidei-origo-insertie-bewegingsmogelijkheden-palpatie

  -origo:
  procc.spinosi en bovenste 6 ruggenwervels
  
  -insertie:
  margo medialis, van de spina scapulae tot de angulus inferior.
  
  -bewegingsmogelijkheden:
  retraherend, medioroterend en eleverend
  
  -palpatie:
  door de op de rug gelegde arm iets op te tillen naar achteren en naar boven. De palpatie vindt laats door de ontspannen trapezius heen.