Humaan biologische sporen
6 belangrijke vragen over Humaan biologische sporen
Welke drie groepen biologische sporen zijn er?
- Lichaamsvloeistoffen (bloed, sperma, speeksel)
- Haren
- Contact-/epitheelsporen (gebruiks-, greep-, aanraaksporen)
Wat zijn de vier centrale vragen voor HBS op SvO's?
- Zijn er biologische sporen aanwezig op het SvO?
- Wat is de aard van het celmateriaal op het biologische spoor?
- Van wie is het biologische spoor?
- Is het biologisch materiaal delictgerelateerd?
Wat moet in gedachten gehouden worden bij gebruik presumptieve test, ook bij correcte verslaglegging in PV?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is de kansrijkheid en bewijswaarde van bloed?
Hoe kan gezocht worden naar bloed en waar?
Visueel, eventueel mbv scheerlicht (let op voor vergelijkbare vlekken) of forensische lichtbron.
Let op minder opvallende/bereikbare plaatsen, die mogelijk niet zijn schoongemaakt incl kleding verdachten (naden, binnenzijde mouwen etc.)
Welke presumptieve testen kunnen worden toegepast voor bloed (3), wat is de werking en wat zijn voor- en nadelen?
- Tetrabase (overal): reactie met hemoglobine(peroxidase), vals positief met fruit-/groentesappen, onverdunde schoonmaakproducten, oxiderend stoffen (roest). Niet humaanspecifiek, wel gevoelig.
- Hexagon-OBTI (politielab): reactie met hemoglobine (peroxidase), vals positief met bloed hogere primaten/fret/konijn en vals negatief met te hoge concentratie bloed. Eenvoudig, snel, deel kwantitatief, maar redelijk prijzig.
- RSID (NFI): humaanspecifiek voor eiwit glycoforine A. Zeer gevoelig, geen vals positief/negatief.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden