Samenvatting: Sport Psychology
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Sport Psychology
-
1 Week 1
-
1.1 Mijn lesaantekeningen
-
Het werk van Dennis Oglivie
Men kan persoonlijkheidskenmerken koppelen aan iemands voorkeur in sport -
Vier eenheden van sport, en welke maakt het verschil?
Fysiek
Tactisch
Technisch
Mentaal - Deze maakt vaak het verschil -
2 Week 2
-
2.1 College 2 Motor Learning
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Het vicon systeem binnen bewegingswetenschap
Bolletjes op het lichaam zijn markers die worden opgepikt met een hele series camera's. Hiermee kan je wel naar buiten. -
Het graden van vrijheid probleem, Hoe controleer je motor acties? (Nikolai Bernstein)
De velen graden van vrijheid binnen het motorsysteem moeten worden gereduceerd tot effectieve controle. -
De definitie van vrijheidsgraden volgens Nikolai Bernstein
Alle mogelijke bewegingen bij elk van de meer dan 100 gewrichten met de 750 spieren en meer dan 10.000 motor eenheden. -
De definitie van motor leren volgens Bernstein
Het reduceren van de vrijheidsgraden tot alleen de beste en perfecte bewegingen overblijven. -
De 'oplossing' voor het probleem van vrijheidsgraden
Vrijheidsgraden kunnen worden ingeperkt door controleerbaarheid. Zie het verschil tussen een boodschappenkar en een auto. Bij de auto worden de achterste wielen vastgezet en de voorst twee met één wiel bestuurd. -
Fases van leren (Fitts & Posner, 1967)
1. Verbaal-cognitieve fase: Het intern formuleren van strategieën om de beweging uit te voeren. Er is niet veel aandacht voor de kwaliteit van de beweging. Verbale en cognitieve processen zijn hier dominant.
2. Associatieve motor fase: Meer aandacht voor het perfectioneren van de beweging. Meer vrijheidsgraden worden toegevoegd.
3. Autonome fase: Het lichaam kan de bewegingen (bijna) zonder gerichte aandacht uitvoeren op een hoog niveau -
Het verschil in aandacht tussen een beginnende beweger en ervaren beweger
Bij een beginnend beweger heeft taak specifieke aandacht nodig, aandacht op iets anders stoort.
Een ervaren beweger heeft aandacht op iets anders nodig dan waar hij mee bezig is. Taak specifieke aandacht stoort namelijk, het gaat niet snel genoeg voor de automatische processen. De automatische piloot hierbij gaat beter. -
Het verschil tussen impliciet en expliciet leren in de context van motor controle
Expliciet leren gaat over weten wat te doen. Het is opgebouwd uit expliciete kennis. Het werkgeheugen is hierbij van groot belang. Door oefening verschuift de controle van bewust naar onbewust.
Impliciet leren gaat d.m.v. oefening. De vaardigheid is opgebouwd uit impliciete kennis, dus niet bewust. Het werkgeheugen speelt hierbij een kleine rol. Geen bewuste controle, een automatisch proces.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden