Samenvatting: Sportblessures

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Sportblessures

• 1 Les 1 & 2 rainingsleer

  Dit is een preview. Er zijn 38 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Krachtproductie wordt op verschillende niveaus van het menselijk lichaam beïnvloed. Welke niveaus zijn dit?

  1. Spierniveau (myogeen): mechanische en anatomische aspecten van kracht/ vermogenlevering.
  2. Neuromusculair overgang: alles of niets principe spierprikkeling: size principle
  3. Ruggenmergniveau: verwerking invloeden van buitenaf dmv reflexen, automatische patronen/ ritme generators (soepel maken beweging).
  4. Centraal niveau: rol van het brein:

  • autonoom beschermende reserve
    
  • Theorie van Probablistische prognosis

• Krachtlevering op spierniveau is afhankelijk van verschillende zaken. Noem er 8.

  1. Parallelschakeling (krachtig) en serieschakeling (snel) van sacromeren
     
  2. Fysiologische doorsnede
  3. Kracht/ lengte relatie spiervezels
  4. Kracht/ snelheid relatie spiervezels
  5. Verschillende vormen spieropbouw
  6. Lastarmen
  7. Elastische eigenschappen
  8. Stijgtijd

• Wat is bepalend voor krachtlevering m.b.t de kracht-lengte relatie van spiervezels?

  Bij de juiste mate van overlapping  van de actine en myosine filamenten worden er de meeste cross bridges gevormd die zorgen voor de optimale spierkrachtlevering = optimale lengte om spierkracht te leveren.

• Wat is de kracht/ snelheidsrelatie van spiervezels?

  Een spiervezel kan moeilijk veel kracht leveren en tegelijkertijd snel verkorten: krachtige contracties duren relatief lang, bij snelle bewegingen wordt relatief weinig kracht gebruikt.

• Welke type spier kan het beste snel veel kracht leveren?

  Een lange dikke spier. Nadeel is dat wanneer het hele lichaam hieruit zou bestaan, het een enorme massa zou krijgen...
  Specialisatie spier: 
  

  • Krachtig = Grote fysiologische doorsnede 
  • Snel = grote lengte (sacromerenketen)

• Wat is de relatie van de lastarm met kracht?

  Effectiviteit van contractie wordt voor een belangrijk deel bepaald door de lastarm. Kortste afstand vd werklijn vd spier tot de draai-as van het gewicht is optimaal voor werking spier. Wanneer verder verwijderd, zal er meer kracht geleverd moeten worden om dezelfde beweging uit te voeren.
  -> lastarmen van extern inwerkende krachten zijn zeer veranderlijk, die van spieren veel minder.

• Reactief en explosief (concentrisch) spiergebruik zijn totaal verschillend van elkaar. Waarom is dit belangrijk om te weten bij het trainen van snelheid?

  Reactief spiergebruik: wordt gebruik gemaakt van elastische elementen in de spier/ keten (sporter: speerwerper)
  
  Explosief spiergebruik: wordt gebruik gemaakt van spiervezels type IIB (sporter: sprinter)
  
  -> beide vormen zijn a-specifiek tov elkaar. Heeft geen zin om reactief te trainen voor een sprinter of explosief te trainen voor een speerwerper.
  
  -> bij 20-25gr knieflexie is een korte contact tijd en elastische spierwerking niet goed meer mogelijk.

• Wat zijn de laatste inzichten over prestretch/ counterbeweging?

  De beste sprinters vertonen bij start een goede stijfheid in het enkelgewricht (geen dorsaal flexie): zij laten slechts een kleinere counter beweging zien. Deze counter beweging maakt het mogelijk dat er wel energie wordt opgeslagen, maar dat de stijgtijd beperkt blijft (tov van een grotere counterbeweging waarbij er een langere stijgtijd plaats zal vinden wat voor prestatieverslechtering zal zorgen).

• Leg uit wat een Myotatische reflex is

  spier die verder wordt uitgerekt dan geanticipeerd, contraheert reflexmatig door signaal uit spierspoel. 
  
  Beschermt spier om extreme veranderingen in lengte en spanning van de spier tegen te gaan.

• Leg uit wat de Golgi peesreflex is

  
  Dit is een beschermingsreflex wanneer de pees meer weerstand dreigt te moeten bieden dan het aan kan. Activatie van de Golgi peessensor werkt via een terugkoppeling op ruggenmergniveau inhiberend op de spier -> spier ontspant -> druk op pees neemt af.
  Wordt niet aangestuurd door CZS en wordt dus passief aangestuurd.