Samenvatting: Sportsociologie 1

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Sportsociologie 1

• Les 1 Inleiding

  Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15/11/2016
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoeveel mensen waren er rond 1900 bij een sportvereniging in Nederland aangesloten?

  30.000

• Wat was er opvallend aan sporten rond 1900?

  - vrouwen deden weinig aan sport 
  - Buiten de verenigingssporten werd er nauwelijks aan sport gedaan

• Wat waren rond 1900 de inheemse sporten? En hoeveel verenigingen hadden zij?

  - Kegelen (694)
  - Schaatsen (440)
  - Kaatsen (37)
  - Roeien/zeilen (34)
  - Kolven (18)
  - Korfbal (4)

• Wat was rond 1900 de Duitse sport die actief was in nederland?

  - Gymnastiek/turnverenigingen (219)

• Wat waren rond 1900 de Engelse sporten die actief waren in Nederland? En hoeveel verenigingen hadden zij?

  - Voetbal (80)
  - tennis, golf, hockey (<20) 

• Wat waren de eerste sportverenigingen in Nederland? En wanneer zijn die ontstaan?

  - Koninklijke Yacht Club (1845)
  - IJsclub Daventria (1849)
  - Scherm- turnvereniging (1862)
  - Haarlemse Football Club (1879)
  - Kaatsvereniging Bolsward (1885)

• Wanneer werden de eerste sportbonden opgericht?

  - 1882 de schaatsbond
  - 1886 de gymnastiekbond
  - 1888 de zwembond
  - 1889 de voetbal en atletiekbond samen
  - 1898 de hockeybond
  - 1899 de tennisbond 

• Wat waren de momenten dat de Amerikaanse en Oosterse sporten opgang kwamen?

  - 1910 werden in een Haagse boksschool de eerste lessen Jiu Jitsu en Judo gegeven
  - 1913 werd de eerste Honkbalclub opgericht
  - 1930 werd de eerste Basketbalclub opgericht

• Wanneer werden de sportbonden van de Amerikaanse en Oosterse sporten in Nederland opgericht?

  - 1912 de honkbalbond
  - 1934 de IJshockeybond
  - 1939 de Jiu-Jitsubond
  - 1946 de Judobond
  - 1947 de Basketbalbond
  - 1947 de Volleybalbond 

• Wanneer werd voor het eerst de term sport gebruikt in Nederland? En door wie?

  in 1866 door Simon Gorter