Samenvatting: Spr Overzicht

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 23 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van SPR overzicht

  • 1 het strafproces

  • 1.2 kenmerken

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Door welke beginselen wordt het strafproces beheerst?

    • strafvorderlijk legaliteitsbeginsel ex art. 1 Sv 
    • Beginselen van goede procesorde (vertrouwen, gelijkheid, zuiverheid van oogmerk, redelijke en billijke belangenafweging). 
  • Wat voor soort strafproces heeft NL?

    Gematigd inquisitoir, accusatoire elementen zijn pleidooi en horen van getuigen op onderzoek ter terechtzitting.
  • Welke 3 elementen zijn typisch NL mbt strafproces?

    • veel nadruk vooronderzoek
    • geen lekeninbreng
    • strafdossier belangrijkste processtuk. 
  • 1.3.1 Verdachte

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Aan de hand van welk arrest wordt het verdachte begrip verduidelijkt?

    HR Plastic boodschappentasje, art. 27 Sv moet zijn; individualiseerbaar, objectiveerbaar, concretiseerbaar.
  • in welk arrest wordt een voorbeeld gegeven van iemand die geen verdachte is?

    HR Stormsteeg. 
    Volgens de HR waren:

    1. De plotselinge schrikreactie van de man toen hij de politie zag met de loopversnelling met zijn hand in zijn zak die daarop volgde
    2. de algemene bekendheid dat rond de Stormsteeg veel opiumdelicten werden gepleegd, 

    voldoende grond voor ernstige bezwaren tegen de verdachte om hem te verdenken van het feit dat hij zich had schuldig gemaakt aan een opiumdelict. De fouillering in de zin van art. 9 lid2 en het verkregen bewijs waren rechtmatig, cassatiemiddel onterecht voorgesteld. 
  • Welke rechten heeft een verdachte?

    • pressieverbod
    • cautieplicht
    • rechtsbijstand 
    • nemo tenetur
    • recht op interne openbaarheid
    • recht om te worden gehoord. 
  • Welk arrest mbt tot de cautieplicht is relevant en waarom?

    HR Nalatige inspecteur.
    De cautie blijft beperkt tot gevallen waarin iemand als verdachte wordt gehoord. Als verhoor in de zin van art. 29 Sv moet worden beschouwd: alle vragen aan een door de opsporingsambtenaar als verdachte aangemerkt persoon betreffende diens betrokkenheid bij een geconstateerd strafbaar feit. 
    --> geen onderscheid plaats verhoor. 

    NB: bij dit arrest stond een auto met 2 wielen op trottoir geparkeerd. Aan verdachte werd gevraagd of hij eigenaar was van deze auto en of hij de auto zo had geparkeerd. Gezien het samenstel van vragen was er sprake van een verhoorsituatie. 
  • Waar ligt een deel van het nemo tenetur principe wettelijk vast gelegd?

    Nemo tenetur = het recht om niet te hoeven meewerken aan eigen veroordeling. 
    art. 29 lid 1 bevat zwijgrecht, dit is dus niet alles! 

    Andere manieren aan de eigen veroordeling mee te werken mag wel, mits de inbreuk op de grondrechten gering is. 
    Voorbeelden van dwangmiddelen die op gespannen voet staan met nemo tenetur: art. 29a vingerafdrukken. 
  • 1.3.2 Raadsman

  • Welke 3 rechten heeft een raadsman?

    • Recht op vrij verkeer, art. 50 Sv 
    • Recht om client bij te staan, volgend uit Salduz rechtspraak. 
    • Recht op kennisneming stukken, art. 51 tweede zin Sv. 
  • 1.3.3 Politie

  • In welk arrest werd het leerstuk van voortgezette toepassing van bevoegdheden voor oa politie uitgelegd?

    Geweerarrest. 
    Een algemeen opsporingsambtenaar gaat een café binnen omdat hij wil controleren of de eigenaar een tapvergunning heeft. hij treft in een ruimte een hangend geweer aan de muur aan. Omdat hij als algemeen opsporingsambtenaar in de zin van art. 141 belast is met de handhaving van de Wet Wapens en Munitie, kan hij indien de barman geen geldige papieren voor het wapen overleggen, dit in beslag nemen. 

    --> een buitengewoon opsporingsambtenaar die alleen met de handhaving van de Drank- en Horecawet belast is, mist de bevoegdheid om het geweer in beslag te nemen. 
LET OP!!! Er zijn slechts 23 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart