Samenvatting: Spraak Volw Op 2.1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Spraak volw OP 2.1
-
1 Broddelen
-
1.1.1 Broddelen en stotteren
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn kenmerken van zuiver stotteren?
Er is sprake van veel onvrijwillige interrupties in de vloeiendheid van de spraak, daarnaast hebben stotteraars vaak het gevoel van controleverlies. -
In welke 3 vormen komen interrupties bij stotteren voor?
- Herhalingen van klanken, syllaben en eenlettergrepige woorden;
- Verlengingen van klanken;
- Blokkades van de ademstroom of de stemgeving in spraak.
- Herhalingen van klanken, syllaben en eenlettergrepige woorden;
-
Waarom kan broddelen gezien worden als verborgen stoornis?
Broddelde sprekers hebben een hoge frequentie normale niet-vloeiendheden (revisies, interjecties, frase- en syllabeherhalingen) en een lage frequentie van typische stotter-niet-vloeiendheden. -
Waardoor kan een broddelen zich verder ontwikkelen tot stotteren?
Mogelijk doordat de spreker spreekangst ontwikkelt als gevolg van negatieve reacties uit de omgeving of een sociale fobie en onzekerheid doordat de spreeksymptomen niet specifiek worden benoemd. -
1.1.2 Definities en symptomen
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de definitie van broddelen?
Broddelen is een stoornis in devloeiendheid van het spreken waarbij despreker niet in staat is zijn tempo aan te passen aan delinguïstische ofmotorische eisen van het moment. -
Welke 3 hoofdkenmerken van broddelen zijn er?
- Een te hoog en/of onregelmatig articulatietempo;
- Een hogere frequentie van diverse niet-vloeiendheden die niet op stotteren lijken;
- Verminderde spraakverstaanbaarheid door een hoger niveau van coarticulatie (overarticulatie) en/of door oppervlakkige articulatie.
- Een te hoog en/of onregelmatig articulatietempo;
-
Waarom verdwijnen de (taal)problemen m.b.t. broddelen wanneer het spreektempo verlaagd wordt?
Omdat het hoge articulatie- en communicatietempo taalfouten uitlokt bij broddelen. -
Waarom is de planning binnen de beschikbare tijd niet optimaal en is er onvoldoende tijd gepland voor de spraakproductie bij broddelende sprekers?
De oorzaak hiervan is dat de taalformuleringsprocessen onvoldoende zijn geautomatiseerd bij broddelende sprekers. Hierdoor worden de processen niet binnen de beschikbare tijd adequaat voltooid. -
'Dietien' i.p.v. 'dierentuin' is een voorbeeld van coalescentie. Waar of niet waar?
Niet waar! Dit is een voorbeeld van telescopie. Hierbij vindt er een deletie plaats van een lettergreep en worden twee syllaben samengevoegd (tot een nieuw woord). -
'sokkietok' i.p.v. 'ze hockeyt ook' is een voorbeeld van coalescentie. Waar of niet waar?
Waar! Bij coalescentie vindt er assimilatie en deletie plaats.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden