Van Republiek tot rechtsstaat - Politieke stromingen en partijen tot 1940

7 belangrijke vragen over Van Republiek tot rechtsstaat - Politieke stromingen en partijen tot 1940

Welke 3 kwesties speelden een grote rol bij het tot stand komen van de 3 19e-eeuwse stromingen liberalisme (vrijheid, confessionalisme (godsdienst) en socialisme (gelijkheid)?

1. De schoolstrijd: grote rol bij ontstaan confessionalisme.
2. De sociale kwestie: grote rol bij ontstaan socialisme.
3. De kiesrechtkwestie: grote rol bij ontstaan liberalisme.

Wat waren 2 opvattingen van de confessionele Anti-Revolutionaire Partij (ARP) tot 1940?

1. Men moest gehoorzaam zijn aan het overheidsgezag.

2. Soevereiniteit in eigen kring: macht overheid was niet onbeperkt omdat alle kringen hun gezag rechtstreeks van God hadden.

Wat was 1 verschil tussen de confessionele Christelijk-Historische Unie (CHU, opgericht in 1898) en de ARP?

De CHU kende veel meer macht toe aan de koning en veel minder aan de volksvertegenwoordiging dan de ARP.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat waren 3 opvattingen van de confessionele Rooms-Katholike Staatspartij (RKSP) tot 1940?

1. De paus moest naast de leidende rol in de Katholieke Kerk ook een beslissende stem in politieke zaken hebben.

2. De overheid moest zorgen voor samenwerking tussen werkgevers en werknemers.

3. Solidariteitsbeginsel: de staat mocht ingrijpen om de armeren in de samenleving te beschermen tegen de rijkeren.

Welke 2 omstandigheden eind 19e en begin 20e eeuw zorgde ervoor dat de liberalen meer voorstander werden van een actievere rol van de overheid op sociaal-economisch gebied?

1. De slechte arbeidsomstandigheden aan het eind van de 19e eeuw.

2. De economische crisis van 1929 in Nederland.

Welke 3 gebeurtenissen vóór 1940 droegen bij aan de splitsing van de in 1882 opgerichte Sociaal-Democratische Bond (SDB) onder leiding van Domela Nieuwenhuis?

1. Een deel van de SDB verloor het geloof in de parlementaire weg en werden de anti-parlementairen.

2. Een deel van de SDB dat via algemeen kiesrecht de meerderheid in het parlement wilde krijgen, stichtte de nieuwe Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP).

3. De SDAP ging pleiten voor een gemengde economie waarin de belangrijkste bedrijven in handen zijn van de overheid, maar er ook nog particuliere bedrijven bestaan.

Wat zijn 2 verklaringen voor de veranderingen in denken van de socialisten in de SDAP en later de PVDA?

1. De langverwachte revolutie van de socialisten bleef uit en de verschillen tussen arm en rijk werden steeds kleiner.

2. Na de Tweede Wereldoorlog werd duidelijk dat de overheid niet alle taken op zich moest nemen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo