De Nederlanden: van republiek tot parlementaire democratie - Snelle groei van fabrieken en steden

27 belangrijke vragen over De Nederlanden: van republiek tot parlementaire democratie - Snelle groei van fabrieken en steden

Hoe heeft Willem van Oranje rijke bezittingen in de Nederlanden gekregen en wanneer leefde hij?

Hij heeft de bezittingen gekregen door erfenis en huwelijk, hij leefde van 1533 tot 1584

Waar werden de eerste fabrieken gebouwd een waarom?

Bij snel stromende rivieren zodat ze het water konden gebruiken voor het aandrijven van de machines.

Wat waren de idealen van Willem van Oranje?

politieke eenheid en meer zelfstandigheid voor de Nederlanden en verdraagzaamheid tussen de katholieken en protestanten
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe werd de opstand tegen Filips II genoemd en wie organiseerde het?

De tachtigjarige oorlog werd geörganiseerd door Willem van Oranje

Waarom had Filips II weinig steun?

de meeste Spaanse troepen waren in de zuidelijke Nederlanden

Grootste deel van de 19de eeuw: werktijden:

Ze hadden lange werktijden, 12 tot 14 uur werken per dag was normaal.

Wanneer en door wie werd Alva opgevolgd?

in 1573 werd hij opgevolgd door Requesens

Grootste deel van de 19de eeuw: werkomstandigheden, veiligheid werk:

In de fabrieken was het ongezond en gevaarlijk.

Wat vond Willem van het geloof en wie was het hier niet mee eens?

hij vond dat iedereen zelf mocht bepalen of hij katholiek of protestants was, Filips II wilde alleen het kathoolieke geloof toestaan

Grootste deel van de 19de eeuw: werkeloosheid:

Werkeloosheid was een ramp voor de arbeiders. Zonder inkomsten konden zij alleen door particuliere liefdadigheid in leven blijven.

Waarom sloten andere gewesten zich aan bij de opstand?

Landvoogd Requesens stierf plotseling waardoor de Spaanse huursoldaten gingen plunderen, de andere gewesten vonden toen dat dit niet meer langer kon

Grootste deel van de 19de eeuw: woonomstandigheden:

Woonomstandigheden waren heel slecht, gezinnen, van soms ongeveer twaalf personen, hadden maar een kamer.

Grootste deel van de 19de eeuw: hygiëne en gezondheidszorg:

Er waren open riolen, geen wc’s en er waren geen waterleidingen in huis dus je moest je water halen bij een pomp of uit een rivier, beek of gracht in de buurt.

Waardoor zijn België en Nederland niet samen één land geworden?

er waren te grote verschillen tussen de godsdienst
de zuidelijke gewesten kozen voor Spanje en sloten zich aaneen in de Unie van Atrecht
De noordelijke gewesten sloten zich aaneen in de Unie van Utrecht en toen zij geen vorst konden vinden werden ze onafhankelijk
de twee gebieden konden elkaar niet verslaan

Grootste deel van de 19de eeuw: (on)veiligheid in de stad:

Er was weinig politie en het was onveilig in de onverlichte straten.

Wanneer veroverde Maurits, Breda?

in 1590, hij veroverde ook nog andere grensvestigingen

Grootste deel van de 19de eeuw: onderwijs:

Kinderen van fabrieksarbeiders moesten werken en hadden geen vrije tijd voor onderwijs.

Grootste deel van de 19de eeuw: vrije tijd:

Er was weinig te doen in de weinige vrije tijd van de arbeiders.

Welke steden haalde Frederik Hendrik bij ons land?

'S-Hertogenbosch, Venlo, Roermond, Maastricht, Sas van Gent en Hulst en ook nog Noord-Brabant, Zeeuws vlaanderen en delen van limburg

Vanaf het einde van de 19de eeuw: werkomgeving en veiligheid werk:

De werkomgeving in de fabrieken werden veiliger en gezonder gemaakt.

Vanaf het einde van de 19de eeuw: kinderarbeid:

Er kwam een verbod op kinderarbeid, in Nederland was dat in 1874, maar het werd pas goed nageleefd toen de leerplicht werd ingevoerd.

Vanaf het einde van de 19de eeuw: werkeloosheid:

Er kwamen uitkeringen in het geval dat iemand werkeloos was.

Vanaf het einde van de 19de eeuw: woonomstandigheden:

De overheid ging eisen stellen aan woningen en veel arbeiders gingen meer verdienen dus konden ze beter wonen.

Vanaf het einde van de 19de eeuw: hygiëne en gezondheidszorg:

Er kwam een ondergrond riolenstelsel en er kwamen waterleidingen in huizen.

Vanaf het einde van de 19de eeuw: (on)veiligheid in de stad:

Er kwam meer veiligheid op straat doordat er straatverlichting werd ingevoerd en omdat er meer politie kwam.

Vanaf het einde van de 19de eeuw: onderwijs:

Er werden meer scholen en bibliotheken gebouwd en de arbeiders gingen elkaar helpen in organisaties.

Vanaf het einde van de 19de eeuw: vrije tijd:

Er kwam meer vrije tijd voor de arbeiders en er werden meer uitgaansmogelijkheden ingevoerd.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo