Social Development - Infancy: Using Caregivers as a Base for Growth - Attachment to Caregivers

17 belangrijke vragen over Social Development - Infancy: Using Caregivers as a Base for Growth - Attachment to Caregivers

Wat blijkt uit onderzoek van Harlow?

dat het geven van de juiste voeding en andere fysieke benodigdheden niet genoeg is voor hechting, pasgeborenen hebben een nauw contact nodig met troostende verzorgers

Bowlby deed onderzoek naar hechting bij kinderen en stelt dat

hechting een universeel menselijk fenomeen is met een biologische fundering dat voortkomt uit natuurlijke selectie.

Wanneer neemt de sterkte van hechting toe?

zo rond de zes tot acht maanden, wanneer het kind zelf rond kan bewegen. Dit is evolutionair gezien logisch, want een kind dat zelf kan bewegen loopt meer gevaar dan een kind dat niet zelf kan bewegen en dus hebben ze ook meer bescherming nodig.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat vereisen zuigelingen om zich veilig te voelen in een nieuwe situatie?

niet alleen de aanwezigheid van de hechtingsobject, maar ook diens emotionele beschikbaarheid en uitdrukkingen van geruststelling

Wat ontwikkelde Ainsworth?

de vreemde situatiestest (strange situation test) om hechting te kunnen beoordelen. De test gaat als volgt: moeder en kind komen in een onbekende kamer met speelgoed. Een vreemde komt binnen. Het kind blijft afwisselend alleen met de moeder achter, alleen met de vreemde achter en helemaal alleen achter. Uiteindelijk eindigt het ook weer met de moeder en het kind in de kamer

Een zeker gehecht kind (secure attachment)

is actief aan het onderzoeken zolang de moeder erbij is en raakt van streek en onderzoekt minder als de moeder weg is, het maakt niet uit of de vreemde er wel of niet bij is. Het kind is zichtbaar blij als de moeder terugkomt.

Onzekere hechting (insecure-resistant attachment)

Kan angstig zijn: het kind blijft vreselijk overstuur zelfs als de moeder terug is en het kind probeert te troosten

Onzekere hechting (insecure-avoidant attachment)

Ook kan het vermijdend zijn: het kind ontwijkt de moeder en gedraagt zich erg koeltjes tegenover de moeder.

Ongeorganiseerde / gedesoriënteerde gehechtheid

omvat zuigelingen die niet gemakkelijk in het classificatiesysteem van Ainsworth pasten. In tegenstelling tot die in de drie standaardclassificaties, vertonen ongeorganiseerde / gedesoriënteerde baby's geen coherente strategie voor het omgaan met stress tijdens scheiding en hereniging in de vreemde situatie-test

Gevoelige zorg (sensitive care):

Ainsworth veronderstelde dat baby's zeker gehecht worden aan moeders die regelmatig troostend contact hebben, snel antwoorden en behulpzaam zijn in gevallen van nood, en interactie hebben met de baby in een emotionele gesynchroniseerde manier

Wat is er tussen de gevoelige zorg van de moeder en de hechtingsstijl van het kind gevonden?

Verschillende positieve correlaties, maar een correlatie is natuurlijk geen oorzaak en gevolg relatie

Wat voorspelde Ainsworth?

dat zekere hechting zal leiden naar positieve effecten later in het leven. Meer zelfvertrouwen, beter in het oplossen van problemen, emotioneel gezonder en meer sociaal

Tot wat kan ouderlijke training resulteren?

in een meer zorgvolle ouderschap, een meer zekere hechting, verminderende nood in het kind en minder gedragsproblemen in het kind

Wat hebben verschillende onderzoeken gesuggereerd over ouderlijke zorg en hechting van kinderen?

dat de relatie tussen ouderlijke zorg en hechting van kinderen in ieder geval deels afhankelijk is van de genetische samenstelling van het kind.

Zo is er een onderzoek geweest dat kinderen onderzocht die verschilden in een bepaald gen (5-HTTLLPR) dat betrokken is bij?

de manier waarop de hersenen de neurotransmitter serotonine gebruikt. Het gen in kwestie komt in twee vormen (of allelen), namelijk een korte (s) vorm en een lange (l) vorm. Het l-allel zorgt voor een grotere opname van serotonine in hersenneuronen dan het s-allel.

Wat toonden het resultaat van het 5-HTTLLPR gen onderzoek?

dat hechtingszekerheid significant toenam met verhoogde sensitiviteit van de moeder voor de ss/sl-groep, maar niet significant werd beïnvloed door sensitiviteit van de moeder voor de ll-groep

Wat toonden II kinderen (van 5-HTTLLPR gen)?

een hoge zekere hechting ongeacht het niveau van de sensitiviteit van de moeder

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo