Staatsrecht - Verhouding tussen ambten

5 belangrijke vragen over Staatsrecht - Verhouding tussen ambten

Wat is het verschil tussen de twee regeringsvormen?

In een presidentieel stelsel hebben de regering en het parlement een eigen democratische legitimatie. Het parlement en de president worden rechtstreeks door het volk gekozen. In een parlementair stelsel ontleent de regering zijn legitimatie aan het parlement. Ministers worden benoemd en ontslagen door het parlement.

Wat zijn de drie organisatieprincipes en wat houden ze in?

De organisatieprincipes worden gebruikt om taken en bevoegdheden tussen de overheidsambten te verdelen.
1. Ressortbeginsel (art. 44 Gw) voor de afzonderlijke ministers is er ruimte om op een eigen werkterrein een zelfstandig beleid te voeren
2. Collegialiteitsbeginsel (art. 45 Gw) de gezamenlijke besluitvorming van de bewindslieden staat centraal. Hier worden de besluiten geaccepteerd.
3. Leiderschapsbeginsel (art. 45 lid 2 Gw) aan een ambt kan een leidinggevende rol worden gegeven

Welke vier beginselen markeren het huidige Nederlandse parlementaire stelsel?

1. Ministeriële verantwoordelijkheid
2. De vertrouwensregel
3. Kamerontbinding
4. Kamerformatie
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarvoor is de minister politiek verantwoordelijk?

1. Eigen handelen: soms ook privé gedragingen
2. Besluiten van de ministerraad: een minister is verantwoordelijke voor een besluit van de raad zolang hij zijn ontslag niet heeft aangeboden
3. Handelen van de Koning. Koning is onschendbaar. De minister is ook verantwoordelijk voor gedragingen van het Koninklijk Huis, voor zover de gedragingen het publiek belang raken en geen privéaangelegenheden betreft. 
4. Handelen van de ambtelijke dienst: (art. 44 Gw) de miniseries staan o.l.v. Een minister.

Hoe ziet de ministeriële verantwoordelijkheid er in de praktijk uit?

De ministeriële verantwoordelijkheid heeft alleen betekenis als het parlement voldoende informatie heeft. De ministers en staatssecretarissen hebben daarom een inlichtingenplicht (art. 68 Gw) t.o.v. Beide Kamers der S-G. Een minister kan inlichtingen weigeren wanneer het om het belang van de staat gaat en doet dan beroep op deze verschoningsgrond.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo