Samenvatting: Staatsinrichting
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Staatsinrichting
-
deel 1 H1 Wat is politiek?
Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 05/05/2015
Laat hier meer flashcards zien -
De politiek moet letten op het algemeen belang. Maar bestaat dat eigenlijk wel?
Iedereen heeft zijn eigen belang en er zijn veel verschillende meningen. In de politiek gaat het erom verschillende belangen en meningen af te wegen.
Algemeen belang: belang van alle burgers (veiligheid, vrede).
Het komt vaak voor dat het belang van een kleine groep botst met het algemeen belang (bijv. aanleg snelweg) -
Wat weet je te zeggen over macht, gezag en invloed in de politiek?
Politiek heeft te maken met macht en de manier waarop die georganiseerd is. Als je wilt dat het systeem blijft werken zul je ook gezag moeten hebben. Mensen moeten accepteren hoe de macht georganiseerd en verdeeld is.
Wie macht heeft mag bepaalde beslissingen uitvoeren.
Wie invloed heeft kan er voor zorgen dat anderen een beslissing nemen -
Wat weet je te zeggen over belangen, conflicten en besluiten?
Tegengestelde belangen zijn er altijd. Het gaat erom op welke manier je belangen afweegt (door de nadruk op een bepaald belang te leggen is de eerste stap naar een politieke keuze gezet).
Voor politici is het de kunst om duidelijk te maken welke afweging ze maken. Het voorkomen van een conflict is misschien nog wel een belangrijkere taak van de politiek dan ze op te lossen. De politiek stelt regels vast die in het algemeen gelden.
(Individuele conflicten is vaak een taak voor rechters. Wel kunnen politici individuele gebruiken om iets aan de orde te stellen) -
Als er tegengestelde belangen zijn kun je verschillende dingen doen. Je kunt een afweging maken en voor één van beide belangen kiezen. In de praktijk gaat het vaak anders. Leg uit.
Er wordt gekeken naar andere oplossingen: alternatieven of compromissen.
compromis: een oplossing waar iedereen zich een beetje in kan vinden. -
Nu kennen wij een meer moderne democratie. Noem 2 belangrijke uitgangspunten voor onze democratie:
1.Volkssoevereiniteitmacht bij het volk. Het volk is soeverein = hoogste macht
soevereine staten: zijn zelfstandige, onafhankelijke landen (Aruba bijv. niet)
Dat elke volk het recht heeft over zichzelf te beslissen: zelfbeschikkingsrecht
2. Machtenscheiding
Dat verschillende machten gescheiden zijn. Van belang is dat de verschillende machten niet bij 1 persoon samenkomen
Montesquieu: Trias Politica: scheiding der machten- wetgevende macht (parlement)
- uitvoerende macht (regering)
- rechterlijke macht (regering)
-
Is in Nederland de scheiding van deze machten absoluut? leg dit uit.
Nee, niet absoluut. De uitvoerende macht speelt bijv. een rol bij het maken van wetten. Dat is niet iets wat het parlement helemaal zelf doet. De regering (uitvoerende macht) wordt gevormd op basis van meerderheid in het parlement (wetgevende macht). Daarom wordt ook wel gesproken van spreiding van de 3 machten.
In de VS zie je de spreiding sterker: president (uitvoerende macht) apart gekozen van het parlement (wetgevende macht) -
Waarom zou je ambtenaren en journalisten als 4e en 5e macht kunnen benoemen?
Ambtenaren bepalen welke informatie wel en niet bij de politici terecht komt. Niemand zorgt voor een bepaalde richting. Ook journalisten hebben veel politieke invloed. -
Leg het politieke systeem 'monarchie' uit.
Een systeem met een koning aan het hoofd. De macht is niet in handen van een groep, maar één persoon. Dit is vaak een (mannelijke) erfelijke functie. Tegenwoordig hebben koningen meestal weinig macht.
constitutionele monarchie: een monarchie waarin de rol van de koning beperkt is door de grondwet of constitutie
absolute monarchie: monarch die niet gebonden is aan een grondwet of constitutie (bijv. Brunei) -
Leg het politieke systeem 'republiek' uit.
De simpelste omschrijving is dat het geen monarchie is. De macht ligt bij (een deel van) de inwoners. Vaak met een president aan het hoofd.
Een republiek is niet automatisch een democratie. Er zijn ook republieken waar geen democratische verkiezingen zijn. Onderling grote verschillen. Bijv. de macht van de president verschilt per land (sterk in VS/FR, zwak in DU) -
Leg het politieke systeem 'dictatuur' uit.
Een systeem waarin één, of misschien een paar mensen de macht hebben: alleenheerschappij. Geen democratie (geen (eerlijke) verkiezingen) en burgers hebben weinig rechten (geen vrijheid van meningsuiting/drukpers). Dictators enkel macht en geen gezag - onderdrukking. Soms laten dictators hun besluiten goedkeuren door een parlement (niet vrij en eerlijk gekozen).
Een dictator kan een burger zijn, maar ook een koning, vaak is het een militair. Militaire dictaturen zijn erg gewelddadig: leger en politie zijn zeer actief tegen tegenstanders van het regime
(bijv. Wit-Rusland, in Afrika)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden