Samenvatting: Staatsinrichting Van Nederland

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Staatsinrichting van Nederland

• 1 Revoluties en veranderingen in 1848

  Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de verlichting/het rationalisme?

  Onder de verlichting verstaan we de tijd waarin mensen dankzij hun verstand, de ratio, verstandig en redelijk zijn. Men dacht dat ze wereld konden verbeteren ' verlichten'

• Wat is de Verklaring van de rechten van de mensen en van de burger?

  De Verklaring van de rechten van de mens en de burger is: Hierin stond dat ieder mens gelijk was en beschikte over een aantal rechten die niemand hem kon afnemen, zoals: de vrijheid van godsdienst, van meningsuiting en van vergadering.

• In welke jaar brak het liberalisme definitief door in Europa

  • Circa 1848
  • Europese revoluties
  • Stijging van liberale bewegingen
  • Veranderende politieke structuren

• Wat wordt er bedoeld met de romantiek van de 19e eeuw?

  • Een culturele en artistieke beweging.
  • Nadruk op emoties en individuele expressie.
  • Reactie op rationalisme van de Verlichting.
  • Thema's zoals natuur, liefde en het ongrijpbare.

• Welke rechten kreeg de Tweede Kamer er met de nieuwe grondwet bij?

  • Initiatiefrecht
  • Amenderingsrecht
  • Informatie- en controlemiddelen

  • Meer invloed op wetgeving en budgetteringen
  • het recht van enquête
    

• Wat houdt ministeriële verantwoordelijkheid en koninklijke onschendbaarheid in?

  • Ministeriële verantwoordelijkheid: ministers zijn verantwoordelijk voor hun beleid en daden.
  • Koninklijke onschendbaarheid: de koning kan niet juridisch worden aangesproken. ( de minister is verantwoordelijk voor de uitspraken van de koning)

• 1.1 oefenopdracht

  Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe werden de ideeën van de rationalisten tijdens de Franse Revolutie omgezet in daden?

  .

  1. Invloed van het volk op het bestuur: einde aan het absolutisme, macht aan de Nationale Vergadering, opstellen van een grondwet.
     Godsdienst: vrijheid van godsdienst (rechten van de mens en van de burger).
     Verdraagzaamheid: vrijheid van godsdienst, drukpers, meningsuiting en vergadering (rechten van de mens en van de burger).
     Gelijkheid: afschaffing van de voorrechten van adel en geestelijkheid (rechten van de mens en van de burger).
     

• Waarom was het bijeenroepen van de Staten-Generaal in 1789 zo bijzonder?

  Het was sinds 1614 niet meer gebeurd; absolute vorsten regeerden allen zonder het volk te raadplegen.

• Waarom noemden de weggelopen vertegenwoordigers uit de Staten-Generaal zich de Nationale Vergadering?

  Om te laten zien dat zij niet namens een stand, maar namens het hele volk spraken.

• Hoe wisten de radicalen een einde te maken aan het koningschap in Frankrijk?

  Toen de koning naar het buitenland probeerde te vluchten, werd hij gearresteerd. Volgens de radicalen was er sprake van een conflict. Bij het proces kreeg de koning om deze reden de doodstraf.