Samenvatting: Staatsrecht 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Staatsrecht 2
-
1 Week 1
-
1.2 Democratie, rechtsstaat en mensenrechten
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke 4 elementen heeft een rechtsstaat?
- Legaliteitseis
- Machtenscheiding
- Democratische wetgevingsprocedure en onafhankelijke rechtspraak
- Vrijheidsrechten
- Legaliteitseis
-
2 Week 2
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Heeft ons staatsrecht een legitimerende functie en waarom?
Het staatsrecht heeft geen legitimerende functie omdat legitimiteit wil zeggen of het overheidsgezag feitelijk geaccepteerd wordt. Dat kan niet worden afgedwongen dmv regels en ambten, maar of mensen feitelijk geneigd zijn om zich aan die regels te houden kan slechts bevorderd worden. -
Wat is het verband tussen kiezers en gekozene?
Er is geen verband tussen aantal kiezers en de vertegenwoordiging van het volk. Staatsrechtelijk maakt het niet uit hoeveel stemmen iemand heeft. Dat betekent niet dat een TK een betere vertegenwoordiging is als er meer mensen gestemd hebben. -
Waar staat vertegenwoordiging in de Gw?
Art. 50 -
Waarvoor heb je ogv art. 4 Gw kiesrecht?
Voor algemeen vertegenwoordigende organen -
Wat zijn algemeen vertegenwoordigende organen?
Algemeen vertegenwoordigende organen zijn in ieder geval Staten-Generaal, Provinciale Staten en gemeenteraad. En tevens andere organen die wat betreft taken en bevoegdheden en daarmee grotendeels overeenkomen.
Dit is in het geval als het een grote groep vertegenwoordigd en als het ruime bevoegdheden heeft.
Belangrijke aanwijzing dat je een algemeen vertegenwoordigend orgaan bent is als je wetgevende bevoegdheid hebt (3 eerste protocol EVRM), maar is niet enige voorwaarde (denk aan minister) -
Leg de geschiedenis van het kiesrecht uit adhv deze jaartallen; 1848, 1887, 1896, 1917, 1922, 1983
Voor 1848 TK getrapt gekozen door PS. Na 1848 census mannenkiesrecht.
Gw 1887 herziening grondwet met uitbreiding kiesrecht. Uiteindelijk 1896 Kieswet van-Houten waarin NL verdeeld wordt in 100 districten met absolute meerderheidseis (meer dan 50%).
Grondwet 1917 zorgt voor evenredige vertegenwoordiging en algemeen mannenkiesrecht. Vrouwenkiesrecht in de Grondwet duurt tot 1922.
In 1983 is leeftijd verlaagd naar 18. -
Wat is een meerderheidsstelsel en wat zijn de voor- en nadelen ervan?
Meerderheidsstelsel leidt vaak tot 2 grote politieke blokken.
De nadelen zijn dat er:
- stemmen verloren gaan
- kamermeerderheid maar geen meerderheid in stemmen - gerrymandering.
Voordelen zijn:
- directere band tussen kiezer en gekozene
- regeringsstabiliteit. -
Met welke twee bepalingen heeft de gekozene te maken bij zijn handelingsruimte?
Vrij mandaat en verbod van last 67 lid 3 Gw
Parlementaire immuniteit 71 Gw -
Hoe kan je iemand ontzetten uit het kiesrecht?
Art 54 lid 2 Gw:
- onherroepelijk veroordeeld vrijheidsstraf ten minste 1 jaar
- ontzet uit het kiesrecht als bijkomende straf 28 lid 1 sub 3 sr
- bij een daartoe bij de wet aangewezen delict.
Tevens eisen ogv art. 3 EP EVRM en Scoppola (Hirst)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden