Bronnen van het Belgisch grondwettelijk recht - de formele grondwet - Suprematie van de grondwet: grondwettigheidstoetsing

14 belangrijke vragen over Bronnen van het Belgisch grondwettelijk recht - de formele grondwet - Suprematie van de grondwet: grondwettigheidstoetsing

Wie ziet toe of de grondwet niet geschonden wordt?

  1. Niet toekennen aan de uitvoerende macht, omdat ze worden getoetst door de rechterlijke macht
  2. de wet is onschendbaar
  3. de rechterlijke macht toetst?

Wat is onschendbaarheid van de wet?

  • Een of meerdere wetgevende vergaderingen krijgen het laatste woord bij de interpretatie van de grondwet.
  • Er wordt vermoed dat de wetten overeenstemmen met de grondwet en hoeven dus niet getoetst te worden 

Hoe kunnen rechters de grondwet toetsen

  1. Centrale toetsing: er is een grondwettelijk hof
  2. Diffuse toetsing: elke rechter kan toetsen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is de taak van het grondwettelijk hof?

Hun opdracht is de wet toetsen aan de grondwet en dit in het kader van het objectief contentieux en het subjectief contentieux

Wat als de toetsingsbevoegdheid aan de rechterlijke macht toebehoort voor de grondwet?

Elke rechter kan onder controle van de cassatierechter de wet toetsen aan de grondwet

Hoe stond de grondwet van 1831 ten opzichte van grondwettigheidstoetsing?

In art. 159 Gw, staat dat er een toetsing mogelijk is. Dit ligt in het verlengde van het verleden waarbij Wilim 1 onschendbare besluitenwetten had

Welk systeem van toetsing is er in het huidig België

Er is spraken van een gemengd systeem met
  • centrale toetsing door het grondwettelijk hof als ze bevoegd is
  • diffuse toetsing voor internationaal recht
  • onschendbaarheid van de wet voor artikels waar het grondwettelijk hof niet bevoegd is

Wat gebeurde er in de 1 ste fase?

Het NC had een groot vertrouwen in de wetgever dit blijkt uit
  • de artikelen in de grondwet waar men verwijst naar de wetgever
  • het ontbreken in de bespreking van de hypothese van ongrondwettige wetten

Wanneer was de 2de fase?

1831-1919

Wat gebuerde er tijdens de 2de fase?

Het vertrouwen in de wetgever werd bevestigd door het Hof van Cassatie in 1849, op grond van een a-contarioredenering uit art. 159 Gw.  dat het niet aan de rechters toekomt om de grondwettigheid van de wetten te beoordelen

Dit standpunt bleef ongewijzigd: tijdens WOI en toen wetgevende kamers democratisch werden

Wat gebeurde er in de 4de fase?

  1. Besluitenwetten van WOII werden door het hof van Cassatie bevestigd
  2. oprichting van de Raad van State
  3. Interpretatieregel

Wat bevestigd de interpretatieregel?

  1. Het vertrouwen in de wetgever
  2. het is de taak van de rechter om te zoeken naar een grondwetsconforme interpretatie

Waneer was de 9de fase?

2014

Wat gebeurde er in de 9de fase?

De bevoegdheden van het grondwettelijk hof werden uitgebreid

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo