Samenvatting: Staatsrecht Sem 1

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Staatsrecht SEM 1

• 1 HC 1- constitutionele uitgangspunten en rechtsbronnen

  Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat betekent functionele machtenscheiding?Wat betekent organisatorische machtenscheiding?En hoe zien we de machtenscheiding in de Nederlandse grondwet

  functionele machtenscheiding= Scheiding tussen de drie functies zoals wetgeving, bestuur en rechtspraak.
  Organisatorische machtenscheiding= drie overheidsinstellingen die deze functies uitoefenen. SG + regering 81 gw, regering 42 gw, rechterlijke macht. In Nederland zien we dit terug in de grondwet. 
  · H2 à regering
  · H3 à Staten- Generaal
  · H5 à wetgeving en bestuur
  · H6 à rechterlijke macht

• Hoe kan je de organisatorische scheiding zien aan de zelfstandigheid van de rechterlijke macht

  Ook de autonomie van de rechterlijke macht is minder sterk.
  · 117 GW: de rechterlijke onafhankelijkheid, die rechters worden voor het leven benoemd en ze kunnen niet ontslagen worden door regering en parlement alleen door de HR.
  · 116 lid 4 GW: Er kan alleen toezicht zijn op de rechterlijke macht door de rechterlijke macht
  · 112 GW: de exclusieve competentie à de rechter bepaald zijn eigen bevoegdheid in ons rechtssysteem. Komen we dadelijk nog over te spreken.

• Hoe zie je bij rechtsspraak veel minder gedeelde bevoegdheden

  · 117 GW à rechterlijke onafhankelijkheid.
  · 118 GW (!) à Dat leden van de HR worden benoemd door de regering bij KB, maar
  op voordracht van de TK. Checks and balances à het is niet de rechterlijke macht die zelf rechters benoemd, maar de regering. En voor de HR nog extra dat het op voordracht van de TK gaat.  

• Waar gaat het arrest Bourbon Naundorf 1849 over

  Gaat over de werking van de begroting. Welke betekenis heeft de begroting van de minister?  De HR zegt: nee ongeschreven regel, die begrotingswet heeft alleen een interne werking, tussen de regering en parlement en niet naar buiten toe (naar de burgers).

• Waar gaat HR Arubaanse verkiezingsafspraak 1988 over

  . Hier gaat het om een OVK tussen een parlementslid en een politiek partij. Een ovk waarbij politiek partij dat parlementslid verplicht om zijn zetel af te staan en uit het parlement te stappen als hij de partij verlaat. HR: Nee, die overeenkomst is nietig o.g.v. 3:40 BW, want i.s.m. beginsel van vrije mandaat. (ongeschreven rechtsregel). 

• Waarom is in NL niet persee sprake van political question doctrine

  Volgens art 112 gw en objectum litisleer heeft de burgerlijke rechter een hele ruime bevoegdheid. Dus enige wat nodig is, is dat iemand een OD vordert en de rechter verklaard zich bevoegd. In HR verkiezingsafspraak Elsloo is het wel zo dat de HR zegt dat de rechter onbevoegd is alhoewel de vordering voldoet aan de objectum litisleer.

•  In NL zegt de rechter wij zijn wel bevoegd maar wijzen de vordering af, omdat de rechter vind dat het gaat om een politiek geschil. Welke arresten zijn relevant

   
  HR Afghanistan 2004: politieke afweging, niet door de rechter. .
   
  HR Waterpakt 2003: rechter mag geen bevel tot wetgeving. 

• Volgt hier nou uit dat de MP regeringsleider is want er staat hier dat hij beslissingen mag nemen?

  Nee natuurlijk niet! Het gaat hier alleen om de orde van de vergadering en het aanleveren van de stukken en het bijwonen van andere personen bij die vergaderingen

• Zou er in Nederland op basis van een gedragscode de kamer kunnen besluiten om een kamerlid zijn lidmaatschap te ontnemen?

  De GW regelt het begin en einde van dat lidmaatschap [4 jaar] en als je lidmaatschap wil    laten eindigen dan moet je daar een specifieke bepaling in de GW opnemen.
   
  Je kunt gedragscodes vaststellen maar dan moet er ook een handhavingsregime zijn. Hier zie je verschil tussen EK en TK. EK heeft nauwelijks handhaving; toezicht is betrekkelijk zwak ontwikkeld. Er zijn geen sancties op overtreding.
  In de TK heeft men wel nu zo’n handhavingsregime op, zie vorige bladzijde; onafhankelijke klachteninstantie.

• 1.1 WG 1- de rechtstaat en het legaliteitsbeginsel

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat houdt het legaliteitsbeginsel in en op welke wijze is het beginsel in Nederlandse Staatsrecht vastgelegd?

  Legaliteitsbeginsel is dat alle overheidsoptreden berust op de wet/voorafgaande algemene regeling van een vertegenwoordigend lichaam. Het overheidsoptreden moet tevens conforms wettelijke grondslag zijn uitgevoerd 
  Hierbij zijn arresten 
  Meerenberg: je mag wetgeving maken als de grondwet de bevoegdheid toegekend heeft. (attributie).
  Fluoridering: Ingrijpende maatregelen zijn slechts aanvaardbaar als ze berusten op een expliciete wettelijke grondslag.