Constitutionele uitgangspunten en rechtsbronnen - SG II
3 belangrijke vragen over Constitutionele uitgangspunten en rechtsbronnen - SG II
Hoe controleert het parlement de regering?
- Mondeling art. 136 RvOTK.
- Schriftelijk art. 134/135 RvOTK en art. 140 RvOEK.
Interpellatierecht art. 68 GW, art. 133 RvOTK, art. 139 RvOEK. Debat over een onderwerp dat niet op de agenda staat. Onderwerpen van hoge actualiteit en urgentie.
Spoeddebat/30-ledendebat. Art. 54a RvOTK.
Enqueterecht. Art. 70 Gw. 140-141 RvOTK, 128-138 RvOEK, WPE. Doel is waarheidsvinding.
Parlementair onderzoek. Art. 142 RvOTK. Zonder dwangmiddel en verplichtingen van de WPE.
Wat zijn de vier functies van begroting?
Autorisatie: juridische functie. Maximumbedrag
Macro-economisch: hoe staan de financiën van het land erbij?
Micro-economisch: beheersfunctie. Je kunt zien waar er met de begroting veel of weinig geld aan uit wordt gegeven
4. In Rookverbod is sprake van een contextuele benadering. Wat wordt hiermee bedoeld?
De contextuele benadering maakt het leerstuk van een ieder verbindende verdragsbepalingen meer casuïstisch.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden