Samenvatting: Staatsrecht Soft
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van staatsrecht soft
-
1 Regering en parlement I
Dit is een preview. Er zijn 98 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is een federatie of bondsstaat?
Hierbij heeft niet alleen de federatie zelf een grondwet, maar ook de deelstaten hebben er een. De grondwet van de federatie verdeelt de overheidsbevoegdheden over de ambten van de federatie en de niet-hiërarchisch ondergeschikte ambten van de deelstaten. Vaak houdt een constitutioneel hof overzicht over de verdeling van de bevoegdheden. Teven is van belang dat deelstaten geen recht van secessie hebben - deelstaten mogen zich dus niet afscheiden uit de bondsstaat.
-
Wat is een confederatie of statenbond?
Deze vorm berust niet op een grondwet, maar op een verdrag met een volkenrechtelijk karakter dat tussen de staten is opgesteld. Dit verdrag kent de bevoegdheden toe aan zogenaamde confederale ambten. Ook is het belangrijk om te weten dat door de besluiten van ambten niet de burgers maar de lidstaten worden gebonden. Daarnaast is wel een mogelijkheid van secessie aanwezig.
-
Welke regeringsvorm heeft Nederland?
Een constitutionele monarchie met een parlementair stelsel = een stelsel waarin niet alleen de erfelijke monarch, maar ook andere ambten eigen, door de grondwet toegekende bevoegdheden bezitten.
-
Welke staatsvorm kent Nederland?
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Er zijn verschillende lagen van overheidsverbanden. Tussen deze lagen is geen sprake van hiërarchie, maar er is wel toezicht vanuit het centrale overheidsverband. Het gezag ligt bij een centrale autoriteit, maar een deel van de bevoegdheden is gedecentraliseerd en wordt vervuld door o.a. de provincies en de gemeenten. Als het gaat om de staatsvorm van het Koninkrijk ligt dit iets gecompliceerder. Het hangt ervan af welke status aan het Statuut wordt toegekend. Als het wordt gezien als een GW, is het Koninkrijk een federatie,ook al is er geen federaal hof.
-
Zou het wenselijk zijn om de Trias-gedachte in zuivere vorm te verwezenlijken?
Nee, het gevaar bestaat dat de machten op eigen terrein absolute machten worden en dat is wat de Trias wil voorkomen.
-
In Over de geest van de wetten verdedigt Montesquieu de volgende (niet in de reader opgenomen) stelling: ‘Machtsmisbruik kan worden voorkomen wanneer de zaken zodanig zijn geregeld dat de macht de macht tot staan brengt’. Met welk van de twee in vraag 2a genoemde begrippen toont deze stelling de meeste verwantschap?
Deze stelling vertoont het meeste verwantschap met het begrip "checks and balances". De ene macht kan de andere macht tot staan brengen door middel van controle. Deze controle zal leiden tot een bepaald evenwicht. Bij de Trias in zuivere vorm zijn de ambten absolutistisch van aard en bemoeien zij zich niet met elkaar.
-
Zijn er volgens Montesquieu ‘checks and balances’ in de Engelse staatsinrichting?
De Engelse staatsinrichting kent drie machten; de wetgevende, de uitvoerende en rechtsprekende macht. De wetgevende macht is in handen van het parlement en de senaat. Het parlement was de vertegenwoordiging van het volk en de senaat was de vertegenwoordiging van de adel. De uitvoerende macht lag bij de monarch. De monarch was degene die bepaalde wanneer de wetgevende macht bijeen kwam. Eveneens was de monarch onschendbaar en bezat hij vetorecht. De rechtsprekende macht kwam uit het volk. Montesquieu bewonderde deze vorm, omdat deze manier van spreiding volgens hem voor checks en balances zorgde die de vrijheid van burgers waarborgen.
-
In ‘Over de geest van de wetten’ beschrijft Montesquieu de Engelse staatsinrichting. Is deze beschrijving er een van de Triasleer in zuivere vorm?
Montesquieu onderscheidt drie machten. Dit zijn de uitvoerende, de wetgevende en de rechterlijke macht. De beschrijving die Montesquieu over de Engelse staatsinrichting geeft, komt erop neer dat hij van mening is dat dit geen Trias Politica in de zuivere vorm is, omdat:
- De uitvoerende macht een bevoegdheid met hebben om de wetgevende macht in te tomen;
- De wetgevende macht het recht moet hebben om te onderzoeken hoe wetten zijn uitgevoerd;
- De uitvoerende macht via vetorecht in de wetgeving moet participeren.
-
De rechtsstaatgedachte verlangt dat aan het overheidsoptreden een algemene regel ten grondslag ligt en dat het conform die regel geschiedt. Van welk beginsel is dit verlangen een uitdrukking?
Het legaliteitsbeginsel.
-
Is delegatie van wetgevende (regelende) bevoegdheid aan het bestuur in overeenstemming met de idee van de rechtsstaat?
Nee, dat zou betekenen dat de wetgever zijn eigen regels gaat uitvoeren en handhaven.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden