Samenvatting: Stadssociologie Week 1

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 45 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van stadssociologie week 1

  • 1 stadssociologie week 1

    Dit is een preview. Er zijn 35 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Verschil in functies van Amsterdam en Rotterdam

    1. Wonen: Amsterdam is duurder wonen
    2. Werken Rotterdam heeft meer werk door haven
    3 Vertier: Amsterdam heeft mer bezienswaardigheden
  • Stad 20e eeuw

    Wederopbouw na de tweede wereldoorlog : hoge woningnood en babyboom;
    sprake van sociale mobiliteit: hogere functies ontstaan van middenklasse, stijgende welvaart,(mensen konden door auto meer afstand nemen)

    Suburbanisatie: mensen trekken uit stad naar platteland.
    Agglomeratie: kleine steden ontstaan die bij de grote stad horen.
    Re-urbanisatie: sinds jaren 80 mensen gaan terug naar stad.
  • samenvattend kenmerken stedelijk leven:

    Stedelijk leven kenmerkt zich door:
    - Anonimiteit en onpersoonlijkheid in sociale verkeer;
    - sterke rol segmentatie:   mensen in stad verdeeld in groepen
    - hoge mobiliteit: auto's, internet etc.

    Maar:

    - in gemeenschap kan gemeenschapsgevoel ontstaan. Binding op buurtniveau
    - Je hebt in de stad de mogelijkheid om uiteenlopende identiteit en leefwijze te kiezen;
    - de stedelijke leefwijze nu ook meer in de randgemeenten.
  • 4 soorten Burgerschap: welke zijn dat?

    Juridisch staatsburgerschap: gelijkheid voor de wet;
    Politiek: passieve en actieve deelname politiek
    Sociaal: toegang tot belangrijke sociale voorzieningen Participatie
    Cultureel: recht op eigen identiteit
  • Burgerschap kan tot ongelijkheid en tegenstellingen leiden. Wat zijn volgens Tolkens de twee oorzaken hiervan?


    soort zoekt soort
    actieve burgers zijn vaak hoger opgeleid
  • Rol overheid en actief burgerschap vanaf 1945

    1945- 1970: verzorgende overheid
    De bal ligt bij de overheid 
    burgerschansideaal: Passief burgerschap en geleide zelfontplooiing

    1970-1980: beperkte kritiek: terugtrekkende overheid
    Terugtrekkende overheid
    Burgerschrapideaal: spontane zelfontplooiing

    1980-2005: bredere kritiek: terugtrekkende overheid
    De bal ligt bij de markt, nog steeds terugtrekkende overheid.
    Burgerschrapideaal: keuzevrijheid, eigen verantwoordelijkheid, competitie, ondernemingszin

    Na 2005: verbindende, uitnodigende overheid nog niet uitgekristalliseerd.
    De bal ligt bij de burger
    Burgerschrapideaal: sociale cohesie, zelfredzaamheid, onderlinge zorgzaamheid, spontane zelfontplooiing, verantwoordelijkheid.

    van nachtwakersstaat naar verzorgingsstaat naar participatiesamenleving
  • Hoe (op welke manier) vindt Burgerparticipatie plaats & waar hangt het van af (2 factoren)?

    Op uitnodiging van de overheid (in de wet) of op initiatief van de burger

    Niet iedereen kan of wil participeren
    Afhankelijk van persoonlijke en sociologische factoren:

    Persoonlijke kenmerken:
    - Etnische afkomst  
    - Competenties

    Sociologische factoren:
    - Buurtwelstand
    - sociaal kapitaal
  • Sociaal kapitaal en participatie? Noem de 3 kapitaal vormen en leg uit hoe sociaal kapitaal zorgt voor participatie?

    Sociaal kapitaal is nodig om burgers te activeren en te laten deelnemen aan participatieprocessen.
    Andersom kunnen burgers door participatie vertrouwen, normen en netwerken juist verder ontwikkelen en zo hun sociaal kapitaal versterken.



    Sociaal kapitaal: bestaat uit netwerken, vertrouwen en gedeelde normen en waarden
    Cultureel kapitaal: bestaat uit opleiding en de vaardigheden om nieuwe wegen in te slaan.
    Economisch kapitaal: heeft betrekking op het materiële bezit, het vermogen
  • Buurtbinding: Je kunt op 4 verschillende manieren binding voelen met je buurt:


    1. Economisch-functioneel: verwijst naar ruimtegebruik in de buurt.Aanwezige voorzieningen die zorgen dat je gebonden bent aan de buurt zoals: werk, school, buurtwinkel, park.

    2. Sociaal: gebonden voelen met de buurt omdat je daar veel contact hebt.hoge sociale binding= veel contact - lage sociale binding =weinig contact

    3. Cultureel: emotionele binding die je voelt met je buurt.iets gevoelsmatig, emotioneel.

    4. Politiek: interesse in wat er in de buurt gebeurt en je daadwerkelijk inzetten.
  • Hoe komt het dat 'Binding in de stad' lastig is?

    Omdat het zo’n complex verschijnsel is.

    Dit komt omdat er veel verschillende type mensen in een stad wonen.Een groot grondgebied met veel verschillende type mensen (oude bewoners, nieuwe stedelingen). Dit maakt het ook lastig om een binding te voelen in de stad.Al deze mensen hebben ook verschillende wensen.

    Diversiteit versus ons kent ons
    - Er is veel diversiteit in steden, maar aan de andere kant heb je in de buurten ook het gevoel van ons kent ons.- Dus dat is een spanningsveld tussen die twee.
LET OP!!! Er zijn slechts 45 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Stadssociologie Week 1