Van foetus tot neonaat

23 belangrijke vragen over Van foetus tot neonaat

Hoe zit het met de weefsel oxygenatie van de foetus voor de geboorte?

Voor de geboorte heeft de foetus aanpassingen voor een veel lagere pO2

De foetus heeft een adequate weefsel oxygenatie door:
  • Het foetale hemoglobine:
    - Hoge zuurstof affiniteit vergeleken met het maternale hemoglobine
    - Zorgt voor een saturatie tot 80%. Dit niveau is voldoende om O2 transport door de placenta te stimuleren om te voldoen aan de metabole behoeften van de foetus
  • Afgenomen O2 consumptie
    - Dit omdat foetale metabolisme lager is  

Waarom is het foetale metabolisme van de foetus lager?

  • Moeder zorgt voor de thermoregulatie
  • Vooral slaaptoestand
  • Onderdrukte ademhaling
  • Beperkte darmbwegingen en absorptie
  • Lage sympatische activiteit

Hoe vergaat de transitie van foetus naar neonaat?

Placenta valt weg (zorgde voor zuurstof & voedingsstoffen) ->

  • Op gang komen van de ademhaling
  • Veranderingen in de bloedsomloop
  • Veranderingen in de stofwisseling
  • Wegvallen van de toevoer van voedingsstoffen en hormonen via de placenta
  • Op gang komen van de spijsvertering
  • Afweer tegen infecties
  • Toename van de hersenfuncties
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de 2 belangrijkste noodzakelijke gebeurtenissen tijdens de transitie van foetus naar neonaat?

  • Eerste ademhaling
  • Afklemmen van de navelstreng

Hoe gedragen de longen zich in de transitie van foetus naar neonaat?

Foetale longen:
  • O2 voorziening via placenta
  • Gevuld met vloeistof
  • Hoge pulmonale vaatweerstand


Baring:

  • Tijdens indaling baringskanaal:
    • Samendrukken thorax
    • Uitpersen longvloeistof


Geboorte:
  • Longexpansie door hoge intrathoracale negatieve druk
  • Door ademhaling resorptie overblijvende longvloeistof in lymfatische en pulmonale circulatie

Welke respiratoire veranderingen vinden er plaats bij geboorte?

Biochemisch:
  • Lage pO2, dalende pH, hoge pCO2, temperatuurs-, tactiele en hormonale veraderingen (mn toename catecholaminen)

Mechanisch:

  • Expansie van de thorax en longen door hoge negatieve intrathoracale druk
  • Bij de eerste ademteugen wordt de achtergebleven longvloeistof geresorbeerd in de lymfatische en pulmonale circulatie
  • Instroom en distributie van lucht naar de alveoli

Hoe komt de ademhaling bij een neonaat op gang?

  • Overgang vloeistof-gevulde long naar lucht-gevulde long
  • Longontplooiing
  • Oxygenatie (pO2 stijging)

Hoe vergaat de cardiovasculaire transitie van foetaal naar neonataal?

Foetaal: bloedstroom van re naar li
Na geboorte: afklemmen navelstreng

  • Afklemmen navelstreng
  • Systemische vaatweerstand stijgt
  • Systemische bloeddruk stijg
  • Pulmonaire expansie bij geboorte
    - O2 in de longen stijgt (pO2 stijgt)
    - Pulmonale vaatweerstand daalt
    - Bloedstroom in de longen stijgt
  • Lagere druk in het re atrium
  • Hogere druk in het li atrium
  • Foramen ovale sluit  

Door wat wordt een succesvolle transitie gekenmerkt?

  • Klaring van alveolaire vloeistof
    • Samendrukken van de thorax
    • Eerste affectieve ademhaling
    • Toename resportpie bij een hogere pO2 bij de geboorte
  • Longexpansie
    • Eerste effectieve ademhaling -> negatieve intrathoracale druk -> start luchtverplaatsing -> uiteenzetten alveoli -> functionele residue capaciteit (FRC)
    • Stimulatie surfactant afgifte -> afname alveolaire oppervlaktespanning, toename compliance en sabilisering FRC
    • Afname pulmonale vaatweerstand en de druk in de a.pulmonalis
  • Circulatoire veranderingen
    • Toename in systemische bloeddruk (na afklemmen navelstreng)
    • Toename in pulmonale perfusie (door afname pulmonale vaatweerstand en de druk in de a.pulmonalis)
    • Sluiting van de rechts-links shunts van de foetale circulatie

Waarom is de transitie van foetaal naar neonataal leven belangrijk?

Tijdens de baring:
  • Hypoxie bij de foetus
  • Meeste pasgeborenen tonen geen problemen
  • 10% van alle geboorten: interventie nodig
  • 1% van alle geboorten: reanimatie nodig

Problemen:
  • Vertraagde of gefaalde transitie

Circulatoire veranderingen niet altijd definitief

  • Foramen ovale nog open
  • Ductus arteriosus niet definitief gesloten
  • Arteriele longvaten nog makkelijk constrictief
    - Mn bij lage pO2
  • Rechterventrikel hypertrofisch tov linkerventrikel

Wat kunnen de ventilatoire problemen zijn bij transitie?

Long blijft met vocht gevuld:
  • Wet lung = transient tachypnea of the newborn


Long niet goed ontplooid:
  • IRDS (surfactant-deficientie)
  • Infecties (surfactant-inactivatie)
  • Meconiumaspiratie
  • Aangeboren afwijkingen: hernia diafragmatica

Wat kunnen de circulatoire problemen zijn bij transitie?

  • Meestal secundair aan ventilatoire problemen
  • Persisterende pulmonale hypertensie van de neonaat
  • Aangeboren corvita

Wat zijn de risicofactoren voor een vertraagde transitie of een gefaalde transitie en die reanimatie vereisen?

  • Maternaal:
    • Leeftijd moeder
    • Diabetes Mellitus
    • Hypertensie
    • Drugs
    • VG; doodgeborene
    • Foetaal verlies
    • Vroeg neonatale sterfte
  • Foetaal:
    • Prematuriteit
    • Serotiniteit
    • Congenitale malformaties
    • Meerling-zwangerschap
  • Ante partum:
    • Placenta anomalien (bv placenta praevia)
    • Oligoydramnion
    • Polyhydramnion
  • Durante partum:
    • Dwarsligging
    • Stuitligging
    • Chorionamnionitis
    • Meconium houdend vruchtwater
    • Asfyxie
    • Maternaal analgetica; anesthesie
    • Sectio caesarea; forceps; vacuum

Wat kunnen neonatale problemen zijn bij de geboorte die de transitie blokkeren/vertragen?

  • Geen ademhalingspogingen
    • Kortdurend, reversibel: maternale pioiden
    • Ernstig, refractair: neurologisch bv asfyxie; musculair
  • Blokkade van de luchwegen
    • Mehcanisch: bilaterale choanenatresie (opening achterste deel neus niet aangelegd)
    • Pierre Robin sequence (onderontwikkeling onderkaak -> tong dekt luchtpijp af)
    • Meconium; mucus
    • Larynx web, hygroma colli
  • Gestoorde longfunctie (extern)
    • Pneumothorax (lucht tussen longvlies & thoraxflies)
    • Hydrops foetalis
  • Longhypoplasie (onderontwikkeling long)
    • Hernia diafragmatica
    • Oligohydramnion
  • Intrinsieke longfunctie
    • Hyaliene membraanziekte
    • Wet lung
  • Persisterende toegenomen pulmonale vasculaore weerstand
    • Persisterende foetale circulatie
  • Abnormale cardiale antomie cq cardiale functie
    • Ductus afhankelijk cyanotisch corvitium (O2 arm bloed in normale circulatie)
    • Linker ventrikel hypoplasie

Wat zijn de symptomen van respiratoire distress?

  • Tachypneu (>60/min)
  • Dyspneu
  • Neusvleugelen
  • Intrekkingen subcostaal, intercostaal
  • Kreunen
  • Cyanose

Wat is het beleid bij respiratoire distress?

  • Opname NICU
  • Monitoring
    - hartritme en ademhalingspatroon, oxygenatie, circulatie
  • X-thorax
  • Lab onderzoek
  • OndersteuningL
    - Ademhaling, circulatie etc

Wat is er aan de hand bij een wet lung?

  • Meest voorkomende oorzaak van respiratoire distress
  • Bij elke zwangerschapsduur
  • Bij geboorte onvoldoende vruchtwater geresorbeerd uit de longen


Verhoogd risico:
  • Geboren na sectio caesarea
  • Geboren na stort bevalling


Behandeling:
  • O2
  • Eventueel ademhalingsondersteuning:
    • nCAP
    • evetueel beademing

Wat is er aan de hand bij Hyaliene membraanziekte (IRDS)?

  • Met name pretermen
  • Tekort aan surfactant


Behandeling:
  • Ademhalingsondersteuning
    • O2
    • nCAP
    • Eventuaal beademen + exogeen surfactant

Wat is er aan de hand bij een pneumothorax?

  • Acuut
  • Hoogstand thorax
  • Transilluminatie
  • Bradycardie, hypotensie

Wat is er aan de hand bij persistant pulmonary hypertension of the newborn (PPHN)?

Kenmerken PPHN:
  • Persisterende hoge vaatweerstand in de longvaten na de geboorte
  • Rechts-links shunt
    • Intrapulmonaal
    • Atriaal (foramen ovale)
    • Ductus arteriosus
  • Ernstige hypoxie


Oorzaken:
  • Asfyxie, sepsis, MAS, HD etc.

Symptomen:
  • Cyanose zonder tekenen van hartfalen of corvitium

Aanvullend onderzoek:
  • Echo cor
  • X-thorax


Behandeling:
  • Beademing + O2
  • NO ingalatie (vasodilatatie pulmonaal vaatbed)
  • Circulatoire ondersteuning (vulling, vasomimetica)
  • Voorkomen van acidose
  • Eventueel ECMO
  • Onderliggend lijden

Wat is er aan de hand bij het meconium aspiration syndroom?

Meconium lozing voor de geboorte:
  • Zelden in pretermen
  • 20-25% zwangerschappen > na 42 weken
  • Geassocieerd met foetale hypoxie

Complicatie:

  • Aspiratie van dik meconium (voor en bij geboorte)
  • Mechanische obstructie
  • Chemische pneumonie
  • Secundaire infectie
  • Persisterende pulmonale hypertensie

X- Thorax: hyperinflatie van de longen met gebieden van collaps en consolidatie

Behandeling:
  • Mechanische ventilatie + O2 (cave neumothorax/pneumomediastinum)
  • Surfactant
  • NO
  • Antibiotica

Wat is er aan de hand bij een hernia diafragmatica?

Congenitale hernia diaphragmatica met:
  • Herniatie van het colon in de linker heithorax en
  • Verplaatsing van het hart naar rechts


Kliniek:

  • Respiratoire distress cq falen op resuscitatie
  • Harttonen verplaatst naar rechts
  • Weinig tot geen ademgeruis links
  • Longhypoplasie (herniatie viscerale organen)
  • Pneumothorax (resuscitatie; beademing)


Diagnostiek:
  • X-thorax + X-BOZ


Behandeling:
  • Maagsonde (voorkomen overdistensie intrathoracale darmen)
  • Chirurgie (herstellen herniatie)
  • ECMO pre- cq postoperatief (ondersteunen ventilatie)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo