Samenvatting: Statistics The Art And Science Of Learning From Data, Global Edition | 9781292164779 | Alan Agresti, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Statistics The Art and Science of Learning from Data, Global Edition | 9781292164779 | Alan Agresti; Christine A. Franklin; Bernhard Klingenberg
-
1 the art and science of learning from data
-
1.2 sample vs population
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is inferential statistiek
I nferential statistiek heeft betrekking op het maken van voorspellingen, schattingen, conclusies of generalisaties over een grotere populatie op basis van een steekproef uit die populatie. (De gemiddelde omvang van de appels in de boomgaard op basis van een steekproef) -
Hoe bereken je de marigin of error?
1/√n X 100% -
2 Exploring Data with Graphs and Numerical Summaries
-
2.1 Different Types of Data
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen categorische en kwantitatieve variabelen?
Categorische variabelen behoren tot een set van categorieën (nationaliteit), kwantitatieve variabelen hebben numerieke waarden die bepaalde groottes aanwijzen (gewicht) -
Wat is het verschil tussen discrete en continue variabelen in de zin van kwantitatieve variabelen?
Discrete variabelen hebben een vastinterval en een beperkt aantal mogelijkheden (zoals het aantal kinderen). Continue variabelen heeft ontelbare mogelijkheden (gewicht =23,43817 kilo) -
Wat is het verschil tussen discrete en continu gegevens?
Discrete gegevens hebben gescheiden, individuele waarden zonder tussenliggende mogelijkheden. (aantal broers)
Continue gegevens hebben een oneindig aantal mogelijke waarden binnen een bepaald interval, inclusief decimalen. (de lengte van een persoon) -
Wat zijn de twee relatieve frequenties en hoe verschillen deze?
Proportie en percentage: proportie is het aantal observaties gedeeld door het geheel, bij percentage wordt dit keer 100 gedaan om tot een percentage te komen -
Hoe kan je een kwantitatieve continue variabele toch in een frequentietabel zetten als deze waarden praktisch niet in te vullen zijn?
Door middel van niet-overlappende intervallen en het indelen van de waarden tussen die intervallen -
Wat is het verschil tussen nominale gegevens en ordinale gegevens
- Nominale gegevens: Categorieën zonder intrinsieke volgorde, zoals kleuren.
- Ordinale gegevens: Categorieën met een betekenisvolle volgorde, maar zonder constante meeteenheid, zoals tevredenheidsschaal of trapnummers.
-
2.2 Graphical Summaries of Data
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de twee mogelijkheden om categorische data in een grafiek te zetten?
Cirkel- en staafdiagram -
Wat is een Pareto-diagram (Pareto chart)?
Een staafdiagram waarbij de categorieën staan ingedeeld op frequentie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden