Extra info - Assumpties
6 belangrijke vragen over Extra info - Assumpties
Wat zijn de assumpties van een ANOVA omnibus (f-test)? Noem er drie en beschrijf tevens welke test je doet als de assumptie violated is.
2. Gelijke varianties voor alle K groepen (violated = Welch test)
3. Onafhankelijke observaties (within/tussen groepen)
Wat zijn de assumpties van een ANCOVA? Noem er 4
1. Er is een lineair verband tussen de covariabele en de afhankelijke variabele
2. Er zijn parallelle lijnen voor de relatie met de covariaat voor alle niveaus van de categorische factor (geen interactie)
3. Er zijn normaal verdeelde residuen
4. Homegeniteit: Er is een gelijke variantie binnen en tussen groepen
- Levene's test om te kijken of er gelijke variantie is tussen groepen
- Visuele controles van de gestandaardiseerde residuen om te zien of er gelijke varianties zijn binnen groepen
Wat zijn de assumpties van een fANOVA. Noem er vier en beschrijf twee dingen die belangrijk zijn
1. Afhankelijke variabele is kwantitatief normaal verdeeld
2. Homogeniteit: de variantie van alle groepen is gelijk (checken met Levene’s)
3. De observaties zijn onafhankelijk (zowel between/within groepen)
--> Dit zijn de assumpties die ANOVA ook heeft. Bij fANOVA komt er eentje bij:
4. Orthogonaliteit van factoren
Belangrijk om jezelf af te vragen:
- Is geen sprake van orthogonaliteit, dan zijn keuzes omtrent toeschrijven van variantie (Type III vs I) en gemiddelden (gewogen, ongewogen) van belang.
- Is er sprake van interactie (moderatie), dan hoofdeffecten niet direct interpreteren en andere analyse doen (bijv. Simple main effects)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn de assumpties van een MANOVA? Noem er 6
1. Afhankelijke variabele is kwantitatief normaal verdeeld
2. Homogeniteit: de variantie van alle groepen is gelijk (checken met Levene’s)
3. De observaties zijn onafhankelijk (zowel between/within groepen)
à Dit zijn de assumpties die ANOVA ook heeft. Bij MANOVA komen er drie bij:
4. Er is een lineaire relatie van de afhankelijke variabelen (checken met scatterdot)
5. Geen multicollineariteit tussen afhankelijke variabelen (Pearson R)
6. Er zijn gelijke variantie/covariantie matrices (getest met de Box-test die vergelijkbaar is met de levene's test die we kennen). Berekent de gelijke varianties voor elke Y en gelijke covarianties. Het totaal aan kruisproducten wordt gebruikt. De box M-test voor gelijke covarianties gebruikt een kritische p-waarde van 0,001 (dus alleen daaronder is het)
significant en wordt de veronderstelling geschonden).
Wat zijn de assumpties van een moderator? Noem er vier
1. Lineaireit
2. Geen outliers
3. Homoscedasticiteit (visueel)
4. Normaal verdeelde errors
Wat zijn de vier assumpties van een OLS regressie? En welke twee dingen zijn belangrijk?
- Kwantitatieve uitkomstmaat Y en normaal verdeeld (residuen).
- Kwantitatieve (of dichotome) X(-en).
- Onafhankelijkheid van waarnemingen.
- Gelijke variantie (voor alle waarden van X)
Belangrijk om jezelf af te vragen:
- Is de functionele vorm (bijv. lineair) geschikt om verband te schatten? Is er anders transformatie mogelijk?
- Is er sprake van interactie (moderatie), dan hoofdeffecten niet direct interpreteren en andere analyse doen (bijv. regression lines for subgroups)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden