Samenvatting: Statistiek_Bil
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Statistiek_BIL
-
2 Beschrijvende statistiek
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn frequentie distributies?
- De eerste stap in
kwantitatief onderzoek is vaak om te kijken hoe variabelen en scores zijn verdeeld. Een van de beste manieren om dit te doen is het opstellen vantabellen , dit zijn de frequentiedistributies , dat het aantal waargenomencasussen van elke categorieweergeeft .
- De eerste stap in
-
3 Centrale Tendentie
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de Centrale Tendentie en waaruit bestaat hij?
- De Centrale Tendentie is de meest kenmerkende of waarschijnlijke score.
- Dit is een van de meest gebruikte statistische meetinstrumenten omdat het grote hoeveelheid van data betekenis kan geven met een cijfer.
- De meetinstrumenten verschillen per meetniveau, maar ze hebben allemaal hetzelfde doel.
- Het bestaat uit de modus, de mediaan en het gemiddelde.
-
Wat houden percentielen, decentielen en kwartielen in?
- Percentielen = dit zijn statistieken die vertellen waar een score in de verdeling zich bevindt.
- Als een waarde X in het 46e percentiel valt betekent dat 46% van de scores lager uitvielen dan de waarde X.
- Decentielen en kwartielen = die de distributie van de scores in respectievelijk 10 en 4 delen verdeelt.
- Als de waarde X zich in het eerste kwartiel bevindt, behoort die dus tot 25% laagst scorende uitkomsten.
- Percentielen = dit zijn statistieken die vertellen waar een score in de verdeling zich bevindt.
-
Welke centrale tendentiemaat moet je bij welk meetniveau gebruiken?
- Nominaal = modus
- Ordinaal = mediaan, modus wordt voor specifieke doeleinden gebruikt. Er is geen sprake van een gemiddelde.
- Interval = gemiddelde, andere twee kunnen ook gebruikt worden wanneer de verdeling heel scheef is, of voor specifieke doeleinden.
- Nominaal = modus
-
4 Spreiding
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
Laat hier meer flashcards zien -
De standaardeviatie kan gebruikt worden als vergelijkingsmiddel tussen verschillende distributies. Wat wordt hiermee bedoelt?
- Een hogere standaarddeviatie betekent namelijk dat de scores zich verder van het gemiddelde bevinden en dus meer verspreid zijn.
-
Welke spreidingsmaat gebruik je bij welk meetniveau?
- Nominaal = frequentie
- Ordinaal = Bereik en frequentie
- Interval = variantie, Standaardafwijking en frequentie
- Nominaal = frequentie
-
5 De normaal verdeling
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
Laat hier meer flashcards zien -
5.1 Z-scores
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe kan je kansen berekenen met de normale verdeling?
De normale verdeling kan ook gebruikt worden om kansen te berekenen. Met de normale verdeling kan je namelijk berekenen hoe groot de kans is dat een willekeurig uitgekozen score tussen twee bepaalde waardes uitvalt. Dit kan je doen door:- Het gebied tussen de twee waardes te berekenen; als de z-scoretabel blijkt dat het gebied 0,14 groot is, betekent het dat de kans 14% is dat het willekeurig gekozen waarde zich in dat gebied bevindt.
-
6 Introductie tot Inferentiële Statistiek: Sampling and the Sampling Distribution
-
6.1 Inferentie
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat houdt inferentiële statistiek in?
- Het doel van inferentiële statistiek is om uitspraken te doen over kenmerken (parameters) van een populatie door middel van een steekproef.
- Het doel van inferentiële statistiek is om uitspraken te doen over kenmerken (parameters) van een populatie door middel van een steekproef.
-
Hoe maak je een steekproef representatief?
Non-probability steekproeven = de "gemak" steekproevenProbability steekproeven = representatieve steekproeven, dus steekproeven waarvan belangrijke kenmerken (parameters) van de populatie representatief in zijn verwerkt.- Maar:
representativiteit valt echter nooit te garanderen. - De maximalisatie van
representativiteit wordt gedaan volgens de principes van EPSEM (EqualProbability of Selection Method); hierbij komt het erop neer dat de steekproef volkomen willekeurig is. Door de gelijke kans van iedereen in de populatie om in de steekproef te komen heeft de steekproef een hoge kans oprepresentativiteit .
-
Welke 4 verschillende methoden van steekproeven bestaan er?
- Simple random sample
- Volkomen willekeurig op de simpelste manier.
- Systematische random sample
- Interval sample bij de hoge populatie
- Gestratificeerd
- Eerst verdeel je de populatie in groepen die belangrijke kenmerken delen, en dan ga je vanuit die groepen obv proportionaliteit respondenten willekeurig uitkiezen voor in de steekproef.
- Clustersampling
- Hierbij wordt er gekozen voor een groep mensen als geheel voor in de steekproef, in plaats van individuen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Statistiek_Bil
-
Introductie tot Inferentiële Statistiek: Sampling and the Sampling Distribution - Inferentie
-
Bivariate associatie voor nominaal en ordinaal meetniveau - Associatiemeetinstrumenten - Associatie en bivariate tabellen
-
Bivariate associatie voor nominaal en ordinaal meetniveau - Associatiemeetinstrumenten - Meetinstrument van associatie voor variabelen van een nominaal meetniveau
-
Bivariate associatie voor nominaal en ordinaal meetniveau - meetinstrument van associatie voor variabelen van ordinaal meetniveau