Coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij verdiept

91 belangrijke vragen over Coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij verdiept

Wat waren de toepassingsvormen die plaatsvonden bij een coöperatie in het verleden?

In het verleden werden coöperaties gebruikt:
- In de agrarische sector;
- Als inkooporganisaties;
- Voor woonflat-exploitatie.

Het werd gebruikt als toepassingsvorm om de krachten in te bundelen zodat je met elkaar tot betere voorwaarden/een beter product kan komen, zoals bijvoorbeeld zuivelcooperatie.

Wat is de coöperatie woonflat-exploitatie voor iets?

Dit was voor de vereniging van eigenaren. De coöperatie werd dan eigenaar van het flatgebouw en wanneer je lid werd kreeg je gebruiksrecht t.a.v. het appartement.

Welke nieuwe toepassingsvormen van de coöperatie zijn er onder meer?

De nieuwe toepassingsvormen van de coöperatie zijn onder meer de volgende:
- Productie en levering duurzame energie
- Zorg-gerelateerde activiteiten
- Advocatenkantoren
- Samenwerking tussen gemeenten (parkeerbeheer, kabel-aanleg, jeugdzorg, etc.)
- Fiscaal gedreven houdsterstructuren.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe ziet de coöperatie eruit waarin 'productie en levering van duurzame energie' plaatsvindt?

Deze coöperatievorm zie je heel veel. Daarbij heeft de coöperatie een aantal windmolens en de leden kunnen zich aansluiten en betalen dan entreegeld en misschien nog een maandelijks bedrag, en krijgen zo via die coöperatie stroom aangeleverd.

Wat houdt de coöperatie in waar 'zorg-gerelateerde activiteiten' in plaatsvinden?

Dit zie je in de vorm van huisartsenposten, waarbij er sprake is van een coöperatie van waaruit huisartsen samenwerken. 

Ook advocatenkantoren worden/werden met regelmaat in de vorm van een coöperatie, wat is de achterliggende gedachte hiervan?

Dit alles heeft een fiscale achtergrond. Door een advocatenkantoor te gieten in de vorm van een coöperatie kan men de deelnemingsvrijstelling behouden. Normaal gesproken is het zo dat wanneer je met meer dan 20 advocaten bent, ieder minder dan 5% van de aandelen heeft, als gevolg hiervan verlies je je de deelnemingsvrijstelling bij de belasting. Het is dan beter om een vorm te kiezen waarbij je die deelnemingsvrijstelling niet verliest, zoals bij de coöperatie.

Waarom werken de gemeente samen via een coöperatie?

Dit is een actueel onderwerp. Je ziet dit bijvoorbeeld bij parkeerbeheer. Een dergelijke coöperatie regelt dan alles m.b.t. parkeergarages, parkeerpalen, etc. Je ziet het ook in de vorm van 'kabelaanleg' tussen gemeenten.

Hoe zien de fiscaal gedreven houdsterstructuren eruit?

Bij de fiscaal gedreven houdsterstructuren pas men de coöperatie toe in een bestaande concenrstructuur, de coöperatie houdt dan aandelen in anderenvennootschap(pen) en het lid van die coöperatie is dan ook weer een vennootschap. Dan is de coöperatie niet verplicht om dividendbelasting in te houden over de winsten die van onderen (uit de dochter) komen. 

Schematisch:

      BV

Coöperatie

      BV

Waarom staat de fiscaal gedreven houdsterstructuur op gespannen voet met wat de wetgever met de coöperatie voor ogen heeft gehad?

De coöperatie kent in een dergelijk geval maar 1 lid, normaal gesproken is een coöperatie een samenwerkingsverband.
De coöperatie moet overeenkomsten aangaan met haar leden, de BV gaat dan wellicht investeringsovereenkomsten aan met de coöperatie (de BV stort geld en de coöperatie investeert dat in de vennootschap daaronder)

Welke dingen aan de coöperatie zijn 'bijzonder'?

De coöperatie is een bijzondere rechtsvorm:
1. De grondvorm van de coöperatie is de vereniging (zie schakelbepaling art. 2:53a BW
2. De coöperatie moet voorzien in de stoffelijke behoeften van zijn leden
3. De coöperatie moet overeenkomsten met zijn leden sluiten, er is dus sprake van een dubbele rechtsband: de leden zijn lid van de coöperatie en de coöperatie sluit overeenkomsten met haar leden
4. In het bedrijf dat de coöperatie uitoefent/doet uitoefenen ten behoeve van zijn leden. Het begrip bedrijf moet ruim worden opgevat.

Wat zijn stoffelijke behoeften van de leden waarin de coöperatie moet voorzien?

Stoffelijk is 'stoffelijk op economisch vlak'. Het hoeft hierbij niet om iets stoffelijks/'voor menselijke beheersing vatbaars' te gaan, ook kostenbesparingen kunnen stoffelijke behoeften van de leden zijn waarin de coöperatie dan voorziet.

In geval een coöperatie overeenkomsten met haar leden aangaat in de zin van 'kapitaalstortingen', hoe noem je die coöperaties dan?

Die coöperaties noem je investeringscoöperaties.

Kan de coöperatie leden hebben waarvan niet in de stoffelijke behoeften wordt voorzien?

In een dergelijk geval kan je afvragen waarom je dan lid van die coöperatie zou worden. Maar docent mr. Rensen geeft aan dat het best mogelijk kis en denkt ook dat dit in veel coöperaties het geval is. Het kan niet zo zijn dat er alleen maar leden zijn waaraan de coöperatie niet in de stoffelijke behoeften voorzien. Coöperatie moet wel aan de wettelijke beschrijving blijven voldoen.

Wat houdt de dubbele rechtsband in die er bij de coöperatie is?

Het lidmaatschap van de coöperatie zelf is geen contract, het lidmaatschap wordt beheerst door de wet, d besluiten, statuten, etc. maar er komt hier (anders dan bij de vereniging) ook nog een overeenkomst tot stand met de leden. Er is daarom sprake van een dubbele rechtsverhouding: die van de overeenkomst en die van het lidmaatschap.

De coöperatie oefent een bedrijf uit ten behoeve van de leden, wat houdt dit in?

Ook exploitatie van onroerend goed kan een bedrijf zijn, ondanks dat je als coöperatie dat wellicht zelf niet zoveel doet. Het beleggen van geld wordt ook gezien als een bedrijfsactiviteit. Je moet het begrip bedrijf dus ruim opvatten.

Wanneer is er sprake van een 'doen uitoefenen' van het bedrijf in de coöperatie?

Je moet als coöperatie de zeggenschap hebben en de opbrengsten uit de activiteiten moeten aan de coöperatie ten goede komen, in zo'n geval is er sprake van een doen uitoefenen.

Mag je winst uitkeren bij een coöperatie?

Winstuitkering bij een coöperatie is, anders dan bij een vereniging, wel toegestaan. Artikel 26 lid 3 BW wordt namelijk niet van overeenkomstige toepassing verklaard op de coöperatie.

Hoe zit het met de kapitaalbescherming in geval van een coöperatie?

Bij een coöperatie is geen sprake van kapitaalbescherming. Volgens de docent zou het algemene leerstuk van de kapitaalbescherming best op de coöperatie van toepassing kunnen worden verklaard, dus dat wanneer je als bestuurder van een coöperatie meewerkt aan een uitkering van de winst terwijl je wist dat de coöperatie daarna in de de problemen zou komen, dat je dan als bestuurder in de gevarenzone komt, net als een bestuurder van de NV/BV.

Hoe is het met het toezicht op coöperaties?

Op coöperaties is sprake van repressief toezicht. Tot 2011 was er geen sprake van toezicht op de coöperatie. Nu kan die wel worden opgericht, maar wordt er ook doorlopend toezicht gehouden.

Wat is er bepaal din artikel 2:21 sub a BW?

In aritkel 2:21 BW is neergelegd wanneer de rechter een rechtspersoon kan ontbinden:
Sub a: wanneer aan zijn totstandkoming gebreken kleven
Sub b: wanneer zijn statuten niet aan de eisen van de wet voldoen
Sub c: wanneer hij niet onder de wettelijke omschrijving van zijn rechtsvorm valt.

Stel dat de coöperatie wordt opgericht door 2 personen (meerzijdige rechtshandeling), maar na oprichting een van de leden opzegt en er nog maar 1 lid overblijft, is dit voldoende?

Bij de coöperatie moet er wel sprake zijn van 2 oprichters, anders kan de coöperatie o.g.v. artikel 21 sub a BW worden ontbonden. Als na oprichting er maar 1 lid overblijft dan is dit in principe voldoende. Wanneer er echter helemaal geen leden meer zijn kan de coöperatie o.g.v. artikel 2:19 lid 1 sub d BW. Maar wanneer er sprake is van 1 lid maakt dit de coöperatie nog niet ontbindbaar.

Wat is er bepaald in artikel 2:19 BW?

In artikel 2:19 BW is neergelegd op welke gronden een rechtspersoon kan worden ontbonden. Lid 1 sub d BW vermeldt dat een rechtspersoon kan worden ontbonden wanneer er geen leden meer zijn en de rechtspersoon een vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij is.

Waarom zou een coöperatie geen echte coöperatie meer genoemd kunnen worden wanneer zij nog maar 1 lid heeft?

Een coöperatie kan gewoon voorbestaan wanneer zij maar 1 lid heeft. De vraag is echter of je dan nog wel kan spreken van een coöperatie, aangezien een coöperatie een samenwerkingsverband is tussen haar leden en wanneer er maar 1 lid is kan je natuurlijk niet meer spreken van een samenwerkingsverband.

Wanneer is er bij de coöperatie sprake van een gebrek in de oprichting?

BIJ een coöperatie is sprake van een gebrek in de oprichting indien:
- er slechts 1 oprichter is (moeten er 2 zijn ivm meerzijdige rechtshandeling)
- de handtekening van de notaris ontbreekt.

Wanneer bij de oprichting van de coöperatie de handtekening van de notaris ontbreekt en/of er maar 1 oprichter is, dan kan de coöperatie worden ontbonden wegens een gebrek in de oprichting o.g.v. artikel 2:21 lid 1 onder a BW.

Hoe wordt de coöperatie gefinancierd?

Van oudsher is er sprake van een 'zelffinanciering' door de leden. Dit kan worden bewerkstelligd door bijdragen zoals bijvoorbeeld entreegeld, het bijstorten i.v.m. tussentijdse verliezen, leningen verstrekken, reserveren van winst, ledenbewijzen, etc.

Hoe de coöperatie ook wordt gefinancierd, welk aspect keert telkens terug?

Dat er sprake is van een financiering door de leden.

Wat zijn belangrijke aspecten m.b.t. de financiering van de coöperatie?

Met betrekking tot de financiering van de coöperatie zijn de volgende aspecten van belang:
- Van oudsher is er sprake van 'zelffinanciering' door de leden
- De ledenaansprakelijkheid in geval van ontbinding
- Een beroep op de openbare kapitaalmarkt

Wat is de W.A.-regeling bij een coöperatie?

Het is vereist dat je als lid van een coöperatie bijdraagt in een eventueel tekort dat ontstaat bij de ontbinding. Vooral in het verleden was dit een belangrijk vereiste: de banken waren bereid te financieren, maar alleen wanneer er een WA-regeling werd afgegeven (die regeling houdt in dat je erkent dat je aansprakelijk bent wanneer er sprake is van een tekort). 

Wat is de B.A.-regeling bij een coöperatie?

Een andere soort regeling die bestaat is de B.A.-regeling waarbij je zelf in kan delen hoe de aansprakelijkheid geldt, het is vereist om dit in de statuten neer te leggen, dan is voor de bank ook duidelijk hoe de aansprakelijkheid is verdeeld. 

Welke regeling zie je tegenwoordig het meeste bij een coöperatie m.b.t. de aansprakelijkheid van de leden?

De U.A.-regeling: daarbij is vastgelegd dat er sprake is van een coöperatie met Uitgesloten Aansprakelijkheid. Bij een dergelijke coöperatie is de aansprakelijkheid dus geheel uitgesloten. De coöperatie biedt op die manier een zelfde soort bescherming als de BV en NV.

Is het mogelijk bij een coöperatie om zeggenschap aan een derde te geven?

Bij een coöperatie is het lastig om aan een derde zeggenschap te geven, je kan hem wel als niet-lid enige zeggenschap geve, maar dat is altijd minder dan de helft en dus niet doorslaggevend (artikel 2:38 lid 3 BW). Dit is voortdurend een spanningsveld bij de coöperatie.

Wat is er met de ledencertificaten van de Rabobank?

Sinds 27 januari 2014 hebben de ledencertificaten van de Rabobank een notering gekregen aan de Euronext Amsterdam, die kunnen dus aan iedereen worden verhandeld. Dit zijn echter economisch afgeleide producten die geen recht geven op stemrecht. Je kan dus niet zonder meer deze verhandelbare ledencertificaten gelijk stellen met aandelen, want daarbij krijg je financieel recht en zeggenschap. De Rabobank kan du snit zoals bijvoorbeeld een beursgenoteerde bank als de ING zomaar even een beroep doen op de kapitaalmarkt door een aandelenemissie te doen. 

Hoe ziet het lidmaatschap van een coöperatie eruit?

Lidmaatschap van de coöperatie heft de volgende kenmerken:
- Het lidmaatschap van de coöperatie heeft vaak een economische waarde
- Overdracht en verpanding van lidmaatschap is mogelijk
- Een lidmaatschap wordt gevestigd via artikel 2:34 lid 1 BW en artikel 3:98 jo. 94 BW.

Waarom zou je je lidmaatschap van een coöperatie willen verpanden?

Stel: A is lid van coöperatie omdat hij mannenkleding verkoopt en via die coöperatie gemakkelijk aan die kleding kan komen omdat er meerdere leden zijn, A krijgt een geldlening van de bank om zijn activiteiten uit te oefenen. De bank wil dan een zekerheid hebben en vestigt een pandrecht op het lidmaatschap van die coöperatie. Wannee rje dan tekortschiet in de belaging wordt je lidmaatschap geëxecuteerd. 

Is het mogelijk om in de statuten neer te leggen dat lidmaatschap niet kan worden overgedragen maar wel kan worden verpand?

Je kan niet in de statuten neerleggen dat een lidmaatschap niet overdraagbaar is maar wel kan worden verpand. Wanneer een lidmaatschap niet overdraagbaar is kan zij ook niet worden verpand.

Waarom zijn de statuten van belang in verband met overdraagbaarheid en verpanding van lidmaatschap?

Over de verpanding is niks geregeld in de wet, daarom is men vrij er in de statuten van alles over te regelen.

Hoe kunnen aandelen van een BV worden verpand?

Daarvoor is artikel 2:198 BW van belang. De bank bedingt in een dergelijk geval ook vaak stemrecht. Het stemrecht bij een BV kan dus overgaan op de bank.

Wat is de enige manier om een bank stemrecht te geven in geval je het lidmaatschap van de coöperatie verpand?

Andere manier is wellicht het toekennen van volmacht, dan moet je wel in de statuten opnemen dat een volmacht kan worden toegekend aan een niet-lid. Dit is de enige manier van om de bank stemrecht te geven. Nadeel is dat wanneer A failliet wordt verklaard, de volmacht ook ophoudt. De praktijk is hiermee aan het worstelen. Meestal zie je dan dat er in statuten is bepaald dat stemrecht kan worden toegekend aan pandhouder, maar of dit daadwerkelijk mogelijk is is nog maar de vraag.

Mogen deze ledenovereenkomsten alle soorten overeenkomsten zijn?

Artikel 2:53 lid 1 BW: het mogen geen verzekeringsovereenkomsten zijn. Een ledenovereenkomst kan onder meer gaan om: leveringsovereenkomsten, afnameverplichting, geldlening, huurovereenkomsten, overeenkomsten tot opdracht, kapitaalstoring, etc.

Ben je wanneer je lid bent van een coöperatie, automatisch lid van de topholding?

Nee, bij de Rabobank ben je niet lid van de Rabobank Utrecht (hoofdkantoor), maar van de lokale Rabobank. De Lokale rabobanken zijn lid van de topholding. Van de topholding kunnen allen andere coöperaties (de lokale Rabobanken) llid zijn. Leden als natuurlijke personen zijn niet mogelijk.

Hoe zit het met de advocatenkantoren als coöperaties?

De advocaten hebben dan een praktijk-BV (dit schrijft de NOVA voor), was voorheen bij Houthoff-Buruma ook het geval de BV was daar aandeelhouder van Houthoff NV, nu heeft Houthoff er een coöperatie van gemaakt. De persoonlijke BV van de advocaat is dan lid van de coöperatie. De overeenkomsten die dan tussen de coöperatie en die betreffende BV's van de partners worden gesloten zijn dan waarschijnlijk overeenkomsten van opdracht, op grond waarvan de werkzaamheden worden uitgeoefend door de achterliggende advocaten. 

Kan een coöperatie ook overeenkomsten met niet-leden aangaan?

Kan Campina (dat een coöperatie is) ook melk ophalen bij boeren die geen lid zijn van de coöperatie? Dit is een spanningsveld, je hebt namelijk niet voor niets leden bij een coöperatie. De wet staat het echter wel toe, mits je in de statuten hebt opgenomen dat het is toegestaan, artikel 53 lid 4 BW

Is eenzijdige wijziging van de ledenovereenkomst toegestaan?

Eenzijdige wijziging van de ledenovereenkomst is slechts toegestaan wanneer die ledenovereenkomst daar uitdrukkelijk in voorziet, artikel 2:59 BW. 

Wanneer kan een ledenovereenkomst die door de OWM of de coöperatie met haar leden is aangegaan eenzijdig worden gewijzigd? 

Artikel 2:59 lid 1 BW: de coöperatie en OWM zijn bevoegd de door hun met haar leden aangegane overeenkomsten eenzijdig te wijzigen, wanneer de coöperatie of OWM de bevoegdheid tot het eenzijdig wijzigen van de ledenovereenkomst in de overeenkomst zelf is opgenomen. Een verwijzing naar de statuten, reglementen, algemene voorwaarden of dergelijke is daarbij niet voldoend!
Het moet dus echt in de overeenkomst duidelijk zijn opgenomen, wanneer er wordt verwezen naar statuten, algemene voorwaarden, etc. is dit niet voldoende! 

Wat als de ledenovereenkomst wel eenzijdig wordt gewijzigd zonder dat de coöperatie of de OWM hier toestemming voor had?

Wanneer de ledenovereenkomst eenzijdig door de coöperatie of de OWM wordt gewijzigd zonder dat zij hiervoor toestemming had en daar verzwaarde verplichtingen voor de leden uit voortkomen, dan mag een lid zijn lidmaatschap opzeggen, artikel 2:36 lid 2 BW. Het lid moet zijn lidmaatschap dan binnen een maand opzeggen.

Impliceert de opzegging van het lidmaatschap ook de opzegging van de ledenovereenkomst in geval van een OWM?

Bij een coöperatie wordt aangenomen dat wanneer iemand zijn lidmaatschap opzegt, dit ook inhoudt dat de ledenovereenkomst wordt beëindigd. Bij de OWM is het lidmaatschap onlosmakelijk verbonden aan de verzekeringsovereenkomst, bij een coöperatie is dit niet het geval.

Wat zijn de uittreedvoorwaarden bij coöperaties?

Vrijheid van uittreding is vaak een gevolig punt bij coöperaties. De coöperatie stemt zijn productiecapaciteit af op het aantal leden en hoort het daarom graag zo snel mogelijk wanneer iemand uit wil treden, want dat kan grote gevolgen hebben. Artikel 2:36 lid 1 BW bevat een soort dwingendrechtelijke opzegtermijn. De wet laat het wel toe dat er voorwaarden worden verbonden aan uittreding, maar je mag het uittreden niet heel erg onaantrekkelijk maken voor de leden. Dat moet je dan wel in de statuten regelen. Vaak zie je dat er een soort van boete op staat.

Is het ook mogelijk om uittreedvoorwaarden op te nemen in de overeenkomst die tussen de coöperatie en haar leden wordt gesloten?

De wet gaat uit van een statutaire regeling, maar het is ook mogelijk het in de overeenkomst te regelen. Artikel 2:60 BW is niet bedoeld om een dergelijke contractuele bepaling ongeldig te verklaren.

Twee soorten grenzen stelt de wet aan het bemoeilijken van uittreding binnen coöperaties?

Er zijn twee soorten grenzen:
- Verenigingsrechtelijke grenzen, die zijn opgenomen in artikel 2:60 BW.
- Mededingingsrechtelijke grenzen. 

Wat houden de verenigingsrechtelijke grenzen in die aan de uittreedvoorwaarden bij een coöperatie kunnen worden gesteld?

De verenigingsrechtelijke grenzen zijn neergelegd in artikel 2:60 BW en komen op het volgende neer:
1. De uittreedvoorwaarden moeten in overeenstemming zijn met het doel en de strekking van de coöperatie.
2. Je mag wel voorwaarden stellen voor uittreding, maar je mag het uittreden niet onmogelijk maken (feitelijk onmogelijk). Als je er zo’n hoge boete op zet dat niemand het op zal zeggen dan heb je feitelijk de uittreding onmogelijk gemaakt, daar is veel rechtspraak over. Toets is dan: staat het aan de uittreding in de weg.
 

Wat houden de mededingingsrechtelijke grenzen in die aan de uittreedvoorwaarden bij een coöperatie kunnen worden gesteld?

De mededingingsrechtelijke grenzen die aan de uittreedvoorwaarden bij een coöperatie kunnen worden gesteld hebben ermee te maken dat wanneer je de leden zo 'op slot zet' dat zij moeilijk uit kunnen of niet uit durven treden, daarmee de concurrentie wordt beperkt. Je bemoeilijkt je leden dan naar andere concurrerende coöperatie over te stappen, dit kan de handel beperken.

Welke 3 rechtsvormen mag een verzekeraar hebben?

Een verzekeraar mag ex artikel 3:20 WFT 3 vormen hebben:
1. NV
2. SE
3. OWM

Hoe zag de OWM er van oudsher uit?

De OWM moet een verzekeringsmaatschappij zijn. Van oudsher was er sprake van:
1. Schadeverzekeringen (vooral agrarische sector (zoals hagelschade, veeziekte, brandrisico's op boerderijen en opstallen)
2. Zorgverzekeringen
3. Uitvaartverzekeringen

Wat is de huidige tendens bij Onderlinge Waarborgmaatschappijen?

De huidige tendens is dat het aantal OWM's sterk afneemt. Van oudsher is het namelijk zo dat de premie die aan de verzekeringsmaatschappij moet worden betaald, jaarlijks wisselt afhankelijk van hoeveel schadegevallen er zijn geweest in dat afgelopen jaar. Wanneer er in een jaar veel schadegevallen zin geweest gaat de premie omhoog, en wanneer er weinig zijn geweest gaat de premie juist omlaag. De consument wil echter geen wisselende premies meer.

Maakt het mensen nog uit bij wat voor verzekeraar ze zijn verzekerd?

Nee, zolang ze niet teveel betalen en zij 1 vaste premie betalen maakt het de mensen niet uit bij welke verzekeraar zij zijn aangesloten. Het aantal OWM's neemt daarom ook alleen maar af. De verzekeringnemer heeft geen behoefte meer aan een 'eigen' OWM.

Wat is de basisvorm van de OWM?

De basis van de OWM is de vereniging. Vrijwel het gehele verenigingsrecht is op de OWM van overeenkomstige toepassing verklaard, artikel 2:53a BW.

Is het verplicht dat de naam van een OWM het woord 'onderling' of 'wederkerig' moet bevatten?

Ja, artikel 2:54 lid 2 BW.

Is er bij de OWM sprake van een dubbele rechtsband?

Ja ook bij de OWM is (net als bij de coöperatie) sprake van een dubbele rechtsband: enerzijds de lidmaatschapsovereenkomst en anderzijds de ledenovereenkomst (de overeenkomst die door de OWM met haar leden wordt gesloten).

Wat is het uitgangspunt van de wet m.b.t. het lidmaatschap van de OWM?

Wanneer je een verzekering sluit bij de AWM ben je automatisch ook lid, er is sprake van een lidmaatschap dat van rechtswege ontstaat. Er is geen sprake van een gedwongen lidmaatschap want dat is enkel het geval bij een woningcoöperatie waarbij je na het kopen van een woning ook verplicht lid wordt van de woningcoöperatie.

Zijn er uitzonderingen mogelijk op het feit dat je van rechtswege, na het sluiten van een verzekeringsovereenkomst, lid wordt van een OWM?

Er zijn uitzonderingen mogelijk wanneer dat in de statuten is neergelegd. De OWM kan daarin bijvoorbeeld neerleggen dat zij ook verzekeringsovereenkomsten kan sluiten met niet-leden (een dergelijke bepaling kan ook bij een coöperatie worden neergelegd in de statuten).

Kan een niet-verzekerde lid zijn van een OWM?

Een lidmaatschap heeft natuurlijk weinig nut wanneer je geen verzekeringsovereenkomst afsluit. Het is echter wel mogelijk om lid te zijn van een OWM als niet-verzekerde. Wanneer het bijvoorbeeld wel nuttig kan zijn is wanneer je in afwachting bent van toelating tot de verzekeringsovereenkomst, maar dat je in dat traject al wel vast lid bent geworden van de OWM.

In artikel 2:53 BW wordt gesproken over het verzekeringsbedrijf, wat is dat?

IN de literatuur wordt het begrip verzekeringsbedrijf ruim uitgelegd: het zijn alle activiteiten die verband houden met verzekeringsactiviteiten, dus ook adviseringen omtrent verzekeringen of hypotheekverstrekking/bemiddeling. Alles wat verband houdt met het verzekeringsbedrijf kan je ook onder het begrip 'verzekeringsbedrijf' uit artikel 2:53 BW scharen en mag ook in de vorm van een OWM worden uitgeoefend.

Een coöperatie kan een bedrijf 'doen uitoefenen' (zie artikel 2:53 laatste zin BW), is dat bij een OWM ook mogelijk?

Bij een OWM is dat niet mogelijk, de OWM moet zijn bedrijf zelf uitoefenen. Hierop is veel kritiek gekomen omdat men het achterhaald vindt, maar zolang het in de wet staat geldt dus gewoon dat een OWM haar bedrijf niet kan doen uitoefenen. De OWM moet het verzekeringsbedrijf dus zelf uitoefenen.

Is het mogelijk dat er sprake is van een OWM die allen aandelen houdt in een dochter NV?

Nee, in dat geval is er sprake van een doen-uitoefenen en dat is bij een OWM niet toegestaan. Een OWM die als enige activiteit heeft het houden van aandelen in een dochter-NV is dus niet toegestaan, de OWM moet zelf het verzekeringsbedrijf uitoefenen en kan haar niet laten doen-uitoefenen.

Is het mogelijk dat een OWM naast het doen van verzekeringsactiviteiten ook nog andere activiteiten ontplooit?

Wat als een OWM een verzekeringsbedrijf uitoefent, maar daarnaast ook andere verzekeringsactiviteiten door een dochtermaatschappij laat uitoefenen, dit wordt dan ingewikkeld en is een discussiepunt. Dat is ook de reden dat velen van de OWM zijn afgestapt.

Waarom is men vaak van de OWM afgestapt?

Men is van de OWM afgestapt omdat het een discussie is of men naast het uitoefenen van een verzekeringsbedrijf ook een dochter verzekeringsactiviteiten uit kan laten oefenen. Wanneer je een holdingstructuur wilt gaan creëren met een OWM kom je met de OWM niet goed uit de voeten.

Welke structuur zie je vaak bij een verzekeringsbedrijf?

Wanneer men een holdingstructuur wil gaan creëren dat men dan een er een verzekeringsbedrijf wordt opgericht in de vorm van een NV en daar veel OWM's in worden gebracht, en dat een OWM daar weer aandeelhouder is in de NV, dit is dus niet mogelijk want een OWM kan geen houdstermaatschappij zijn omdat zij het verzekeringsbedrijf moet uitoefenen en niet kan doen-uitoefenen. Vervolgens wordt die OWM daarom omgezet in een coöperatie omdat die wel houdstermaatschappij kan zijn.

Is er sprake van een sterke koppeling van de verzekeringsovereenkomst en het lidmaatschap van de OWM?

Artikel 2:62 sub b BW zegt dat het lidmaatschap pas eindigt met het einde van je verzekering en niet eerder. Daar zit dus een hele sterke koppeling tussen.

Hoe zit het met de OWM die is verdeeld in kapitaal?

Hiervoor is artikel 2:62 sub c BW van belang. Die bepaling zegt dan dat t.a.v. die aandelen veel bepalingen uit NV-recht (die gaan over aandelen) van overeenkomstige toepassing zijn op aandelen die OWM uitgeeft, dus als je kijkt naar wie die aandelen kan uitgeven, wie ze moet volstorten, hoe ze moeten worden volgestort etc. dan zijn die bepalingen van overeenkomstige toepassing. Verder is er niets over bepaald en komt ook heel weinig voor.

Hoe zit het met aansprakelijkheidsregime bij een OWM

Ook bij een OWM zijn de vormen van een aansprakelijkheidsregime mogelijk: U.A., B.A. en W.A..

Wat is het doel van de OWM?

Het doel van de OWM is het aangaan van verzekeringsovereenkomsten met haar leden. Er is sprake van een dubbele rechtsband en de verzekeringsnemer is van rechtswege lid (artikel 2:62 sub a BW). Een uitzondering die hierop mogelijk is is de verzekeringnemer-niet lid, zie artikel 2:53 lid 3 BW.

Is het lidmaatschap van een OWM opzegbaar en dat de verzekeringnemer tegelijkertijd wel gewoon verzekerde blijft?

Nee dat is niet mogelijk, het lidmaatschap is niet opzegbaar en eindigt slechts door opzegging van de verzekeringsovereenkomst, artikel 2:62 sub b BW.

In welke artikelen is het structuurregime bij een coöperatie en een grote onderlinge waarborgmaatschappij opgenomen?

Artikel 2:63a - 2:63j BW.

Kunnen een vereniging en stichting ook aan een structuurregime worden onderworpen?

Nee een vereniging en stichting kunnen niet aan een structuurregime zijn onderworpen.

Wat houdt het structuurregime bij een NV/BV in?

De RvC mag het bestuur benoemen en de commissarissen worden op hun beurt benoemd door de AVA. Wanneer er een verzwakt regime geldt dan blijft de bevoegdheid tot de benoeming van de bestuurders van de AVA.

Wat voor soort regime is er van toepassing op het structuurregime bij een coöperatie of een OWM?

Het structuurregime dat op een coöperatie of OWM van toepassing is lijkt op een verzwakt structuurregime bij een NV/BV. Ofwel de algemene vergadering is bevoegd om het bestuur te benomen. De reden dat het verzwakte regime op een OWM of coöperatie van toepassing is, is dat de wetgever de ledendominantie erg belangrijk vindt en dat niet wilde doorkruizen. IN geval van een structuurregeling blijft de dominantie van de leden dus overeind.

Wanneer is het structuurregime op een OWM of coöperatie van toepassing?

Wanneer is voldaan aan de vereisten die in artikel 2:63b lid 2 BW zijn neergelegd:
- Het eigen vermogen moet tenminste 16 miljoen zijn
- Er moet een OR bij de coöperatie zijn of een afhankelijke maatschappij
- Ten minste 100 werknemers bij coöperatie of afhankelijke maatschappij werkzaam zijn.

Wat is het eigen vermogen van een coöperatie of OWM?

 Aandelen zijn er niet, aansprakelijkheid zal moeilijk zijn uit te drukken als je het daarop zou baseren. Maar wat je wel kan hebben, is dat leden soms verplicht zijn inleggeld te betalen of dat ze certificaten moeten kopen waar ook weer het zakelijk verkeer aan is gekoppeld. Het is afhankelijk van hoe dat geld in die coöperatie wordt behandeld of je dat als inlegger kan terugeisen of niet en of het wel of geen eigen vermogen is.

Wat als een OR wel wettelijk verplicht is, maar zij niet is ingesteld, wat kan men adn doen?

Als er wel een verplichting is om een OR in te stellen, maar de ondernemer heeft die niet ingesteld moet je die bij de vereisten uit artikel 2:63b lid 2 BW dan wel of niet meetellen? Stel je er is een eigen vermogen van meer dan 16 miljoen en meer dan 100 werknemers di ein NL werkzaam zijn, maar er is geen OR. Is er dan voldaan aan de vereisten voor een structuurregime? Nee dan is niet voldaan aan de vereisten voor een structuurregime want de OR moet daadwerkelijk zijn ingesteld. 

Wat als aan alle vereisten uit artikel 2:63b lid 2 BW is voldaan?

Dan geldt er een inloopperiode van een aantal jaar, na floop van die periode is het structuurregime pas van toepassing.

Wat als je de opgaaf wel doet die vereist is wanneer je voldoet aan de voorwaarden van een structuurregime?

Dan geldt een inloopperiode van 3 jaar, als je dan nog steeds aan de vereisten voldoet dan moet je het structuurregime toepassen. Je moet dan de statuten gaan wijzigen en in overeenstemming brengen met het structuurregime.

Wat als je het structuurregime toepast en dan ineens een jaar niet aan de vereiste voldoet?

Wanneer je een jaartje niet aan de vereisten voldoet dan betekent dit niet dat het structuurregime ineens niet meer van toepassing is, je hebt dan namelijk nog een uitloopperiode van een jaar.

Wat is het verschil tussen het aanbevelingsrecht van de OR bij een coöperatie en OWM en het aanbevelingsrecht van de OR bij een NV/BV?

De OR heeft geen versterkt aanbevelingsrecht in geval van een structuurregeling bij de coöperatie, ze kunnen wel personen aanbleven maar de RvC kan dit negeren. Bij NV en BV is dit versterkt aanbevelingsrecht van de OR er wel. Daar heeft OR voor 1/3 een aanbevelingsrecht.

Wie ontslaat de RvC in geval de structuurregeling op een coöperatie of OWM van toepassing is?

De algemene vergadering is, wanneer de structuurregeling van toepassing is op een OWM of coöperatie, niet bevoegd om de RvC te ontslaan. De RvC kan dan alleen door de OK worden ontslagen op verzoek van onder meer de AVA. 
De OK kan de RvC alleen ontslaan in geval er sprake is van een gewichtige reden, taakverwaarlozing, etc. Schorsing van commissaris kan ook niet door algemene vergadering, daartoe is slechts de RvC zelf bevoegd.

Heeft de RvC in geval de structuurregeling op een OWM of coöperatie van toepassing is?

Artikel 2:63j bepaalt dat de RvC met betrekking tot de daar genoemde besluiten goedkeuringsrecht heeft.

Wanneer de RvC niet wordt geraadpleegd terwijl zij goedkeuring moet geven voor de in artikel 2:63j lid 1 BW genoemde besluiten, heeft het besluit dan externe werking wanneer het bestuur haar toch neemt?

Wanneer er goedkeuring van de RvC ontbreekt dan tast dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur of de bestuurders niet aan, artikel 2:63j lid 2 BW.

Wat is de gedachte achter de structuurregeling bij de OWM en de coöperatie?

De gedachte achter de structuurregeling is hetzelfde geweest als de gedacht bij de NV/BV; het is bedoeld om bij de hele grote rechtspersonen die aan bepaalde vereisten voldoen, de factor arbeid via de benoemingsregeling van de RvC te verzekeren.

In welk artikel is neergelegd dat het ontslag van een commissaris plaatsvindt door de OK zelf op verzoek van o.a. de algemene vergadering?

Artikel 2:63i BW.

Hoe zit het met een One-Tier board bij een coöperatie en OWM?

IN 2013 was consultatievoorstel, dat is afgerond in september 2013. Nu wachten op wetsvoorstel.

Wat is er bepaald in het wetsvoorstel m.b.t. one-tier board coöperatie en OWM?

In het nieuwe wetsvoorstel bevat bepaling dat coöperatie en OWM een one-tier board kan hebben. Komt een nieuw artikel voor: 2:56a BW. Een one-tier board is ook mogelijk wanneer de coöperatie of OWM aan de structuurregeling is onderworpen. Straks is dat ook mogelijk bij de NV/BV en dus ook bij de coöperatie en OWM. De niet-uitvoerende bestuurders worden beschouwd als commissarissen.

Is er perse een wettelijke regeling nodig om een one-tier board te creëren bij de OWM of coöperatie?

Het is nu ook gewoon mogelijk om bij een corporatie of OWM in de statuten te bepalen dat de coöperatie of OWM een bestuur heeft en dat de taken binnen het bestuur zo zijn verdeeld dat er uitvoerende en een niet-uivoerende bestuurders zijn. Daarmee profiteert men ook van artikel 2:9 BW waarin er rekening is gehouden met een one-tier board. En aangezien artikel 2:9 BW geldt voor alle rechtspersonen geldt dat dan ook voor de coöperatie een OWM met een one-tier board.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo