Zorg- en onderwijsinstellingen

72 belangrijke vragen over Zorg- en onderwijsinstellingen

Hoe vindt het toezicht tin de onderwijssector plaats?

Het toezicht in de onderwijssector vindt plaats door middel van extern toezicht door middel van onderwijsinspectie en eventuele aanwijzingen van de minister.

Hoe vindt de bekostiging van het onderwijs plaats?

Bekostiging van het onderwijs vindt hoofdzakelijk plaats door middel van rijksbekostiging.

Heeft het bestuur van een school nu meer of minder beleidsvrijheid dan vroeger?

Meer, er is nu sprake van een lumpsum-financiering: het onderwijs krijgt een bepaald bedrag en daarmee moet zij haar taken verrichten. Vroeger werd alles bepaald door de overheid en had bestuur weinig vrijheid, nu zijn er wel grenzen wat je met het toegekende geld mag, maar dat is minder strikt dan vroeger.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom ontstaat er binnen het onderwijs tussen de decentralisatie en het toezicht door de overheid een spanning?

De bestuurders krijgen steeds meer vrijheid (om een soort van ondernemer te zijn, maar daar tegenover staat dat de overheid inspecties wil uitoefenen op de kwaliteit van het onderwijs.

Wat is het uitgangspunt m.b.t. het maken van winst in het onderwijs?

Uitgangspunt is dat winst maken mogelijk is, maar zonder winstoogmerk.

Wat is een belangrijk uitgangspunt bij de governance?

Governance is een belangrijk apert. Het uitgangspunt is de scheiding van bestuur en toezicht. 

Welke verschillende modellen zijn er te onderscheiding bij de scheiding tussen bestuur en toezicht?

In geval van de scheiding van bestuur en toezicht zijn de volgende verschillende modellen te onderscheiden:
1. Bestuur en raad van toezicht (= two-tier board)
2. Het algemeen en dagelijks bestuur (one-tier model)
3. Bestuur-directie model, dit is alleen nodig in geval van het primair onderwijs.

Hoe ziet het 'bestuur-directie' model eruit?

Een bestuur-directie model is alleen mogelijk bij het primair onderwijs. Dit is een model waarbij het bestuur meer toezichthoudende taken heeft en de directeur belast is met de dagelijkse leiding.

Welke wet is van toepassing op het primair onderwijs?

De wet die op het primair onderwijs van toepassing is, is de Wet Primair onderwijs (WPO). De governance-code die hierop van toepassing is is de 'Code Goed Bestuur Primair Onderwijs'.

Wat is het voortgezet onderwijs?

Het voorgezet onderwijs is het onderwijsniveau dat volgt op het basisonderwijs, ofwel het middelbare school-onderwijs. Het voorgezet onderwijs bereidt de leerlingen voor op de verschillende soorten van hoger onderwijs (HBO, MBO en WO). De wet die op het voortgezet onderwijs van toepassing is is de Wet Voortgezet Onderwijs (WVO). De governance-code die op het voortgezet onderwijs van toepassing is is de 'Code Goed Onderwijsbestuur in het Voortgezet Onderwijs'.

Wat is het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie?

Gericht op de theoretische en praktische voorbereiding voor de uitoefening van beroepen, waarvoor een beroepskwalificerende opleiding is vereist of dienstig kan zijn. Het beroepsonderwijs bevordert tevens de algemene vorming en de persoonlijke ontplooiing van de deelnemers en draagt bij tot het maatschappelijk functioneren. Het beroepsonderwijs kent verschillende vormen:
1. VMBO
2. MBO

Volwasseneneducatie is een verzamelnaam voor onderwijs dat aan volwassenen (= niet leerplichtigen) wordt gegeven.

Op het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie is de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) van toepassing. De governance-code die voor het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie geldt is de Branchecode Goed Bestuur in het MBO.

Wat is het Hoger Onderwijs?

Het hoger onderwijs is een opleidingsvorm die volgt op het voortgezet onderwijs (HAVO en VWO). Ze omvat opleidingen aan universiteiten (universitair onderwijs) en hogescholen (HBO).

De wet die op het hoger onderwijs van toepassing is is de Wet op Het hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). De governancodes die van toepassing zijn op het hoger onderwijs zijn apart voor de Hogescholen en Universiteiten: 
1. Voor het HBO: Branchecode Goed Bestuur Hogescholen.
2. Voor het WO: Code Goed Bestuur Universiteiten.

Licht het Bestuur-Raad van Toezicht model toe

Het model van de 'Bestuur-Raad van Toezicht' is verplicht bij open universiteiten en academische ziekenhuizen. Ook geldt er voor het WO en HBO dat een 'Raad van Bestuur'-model is toegestaan, maar er is in een dergelijk geval eigenlijk altijd sprake van een 'Bestuur-Raad van Toezicht'-model. 
De governance-codes van het WO en HBO nemen ook het 'Bestuur-Raad van Toezicht'-model als uitgangspunt.

In welk onderwijs zie je het 'One-tier board'-model vaak terug?

Het 'One-tier board'-model zie je vaak terug in het primair onderwijs. De reden is dat het minder geld kost, want je hebt minder personen nodig. Dat geldt ook voor het 'Bestuurs-directie'-model.

In welk soort onderwijs kom je vaak nog onbezoldigde functies tegen?

In het primair onderwijs, zoals ouders die in het bestuur deelnemen.

Welke artikelen zijn van belang voor de scheiding van bestuur en toezicht?

Artikel 17a e.v. WPO (voor het primair onderwijs)
Artikel 24d e.v. WVO (voor het voortgezet onderwijs)
Artikel 28g e.v. WEC (voor het speciaal onderwijs)
Artikel 9.1.4. e.v. WEB (voor het beroepsonderwijs en volwasseneneducatie)
Artikel 9.2 - 9.9 WHW (OU), 9.51 (BU) en 10.1 - 10.3 WHW (HS) in het geval van WO en HBO)

En ook de sectorcodes zijn van belang voor informatie over de regeling van de scheiding van het bestuur en het toezicht.

Moet er in de statuten een regeling worden opgenomen over de benoeming, het ontslag en de bezoldiging van het bestuur?

Ja, in de statuten moet een regeling worden opgenomen over de benoeming, het ontslag en de bezoldiging van het bestuur, tenzij er sprake is van een Raad van Toezicht. Wanneer er een Raad van Toezicht is dan geschiedt de benoeming en het ontslag door de Raad van Toezicht. 

De code van primair onderwijs geeft wel mogelijkheden om een dergelijke regeling op te nemen inde statuten en zegt dat een intern in het model van algemeen bestuur en in het Raad van Bestuur-model de benoeming en het ontslag op zich kan nemen.

Hoe zit het met de bezoldiging van het bestuur in het onderwijs?

Voor de bezoldiging van het bestuur in het onderwijs geldt de Wet normering inkomen'. Deze wet heeft betrekking op de bezoldiging van de bestuurders in publieke en semipublieke sector. Daarnaast zijn er ook specifieke CAO's pers ector opgesteld die bepaalde eisen aan de bezoldiging stellen.

Wat is het bijzondere aan het onderwijs wat betreft instanties die zijn benoemd?

Per sector van onderwijs bestaat er een overkoepelende instantie (bij primair onderwijs is dat de Primair Onderwijsraad, bij het beroepsonderwijs is dat de MBO-raad, etc.). Deze overkoepelende instanties stellen de governance-codes op en wanneer je lid bent van die overkoepelende instantie/raad dan moet je je ook houden aan de codes die je zelf hebt opgesteld. 

Welke regel is van toepassing m.b.t. de Governance-codes?

M.b.t. de governance-codes is de regel: 'Pas toe-of leg uit' van toepassing. Ofwel de code moet je toepassen, en doe je dat niet dan moet je verantwoorden waarom je de code niet toepast.

Welke rechtsvorm hebben de meeste instellingen in het onderwijs?

De meeste instellingen in het onderwijs hebben de stichting als rechtsvorm. Hier en daar zie je ook enkele verenigingen. 

Wanneer er sprake is van een basisschool (primair onderwijs) die een vereniging is, wie zijn er dan lid van die vereniging?

De ouders van de leerlingen zijn dan lid. Die ouders vormen dan dus de algemene ledenvergadering.

Wie is er in het Primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het speciaal onderwijs bevoegd tot benoeming, ontslag en bezoldiging van bestuurders?

In het primair onderwijs, het voorgezet onderwijs en het speciaal onderwijs bepaalt de wet dat wanneer er sprake is van een Raad van Toezicht, de benoeming, het ontslag en de bezoldiging geschiedt door de Raad van Toezicht. Op basis van de governance-code geschiedt de benoeming, het ontslag en de bezoldiging door de intern toezichthouder.

Wat is er bepaald met betrekking tot het tegenstrijdig belang bij het bestuur?

Met betrekking tot het tegenstrijdig belang bij het bestuur van een onderwijsinstelling zijn de volgende dingen bepaald:

1. In het Primair Onderwijs, het Voorgezet onderwijs en het Speciaal onderwijs is bepaald dat 'de schijn van belangenverstrengeling moet worden voorkomen'.

2. In het Beroepsonderwijs en de Volwasseneneducatie is een uitgebreide tegenstrijdig belangregeling opgenomen in de Code.

3. Voor het Hoger Onderwijs is in de wet een uitgebreide tegenstrijdig belangregeling opgenomen.

Wat is er voor het Hoger Onderwijs voor tegenstrijdig-belangregeling opgenomen?

Voor het Hoger Onderwijs is in de wet een uitgebreide tegenstrijdig belangregeling opgenomen. Ook de code voorziet in een tegenstrijdig-belangregeling waarbij aansluiting is gezocht bij de regeling zoals die geldt voor de Flex-BV: de bestuurder moet zich in het geval van een tegenstrijdig belang terugtrekken van de besluitvorming, het bestuur is wel vertegenwoordigingsbevoegd. Vaak is er daarom via de statuten aangesloten bij deze tegenstrijdig-belangregeling. 

Wat is er geregeld ten aanzien van nevenfuncties van bestuursleden binnen het onderwijs?

Ten aanzien van nevenfuncties van bestuursleden binnen het onderwijs is het volgende bepaald:
1. Voor het primair onderwijs, het voorgezet onderwijs en het speciaal onderwijs is er bepaald dat er geen bestuurs- of toezichthoudende functies bij andere onderwijsinstellingen mogen worden uitgeoefend, er is hierbij aansluiten gezocht bij artikel 2:297a BW.

2. Voor het Beroepsonderwijs, de Volwasseneneducatie en het Hoger onderwijs is bepaald dat nevenfuncties mogelijk zij, maar dat hiervoor goedkeuring van de Raad van Toezicht is vereist.

Bij welk artikel is in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het speciaal onderwijs aansluiting gezocht wat betreft de vervulling van nevenfuncties?

Artikel 2:297a BW. IN het HBO en WO zie je echter wel vaak verdere beperkingen dan alleen die uit artikel 2:297a BW, voor die bestuursleden en commissarissen geldt dat er ook geen leden van de eerste en tweede kamer mogen worden benoemd in het toezichthoudend orgaan.

Hoe geschiedt de benoeming van de toezichthouders?

De benoeming van de toezichthouders geschiedt door de Raad van Toezicht zelf. De benoeming vindt plaats op basis van openbare profielen. Hierbij heeft de MR/OR een voordrachtsrecht voor één lid van de RvT. 

Door wie worden de toezichthouders bij een Open Universiteit benoemd?

Bij een Open Universiteit worden de toezichthouder door de minister benoemd.

Hoe zit het met de aansprakelijkheid van de bestuurders en toezichthouders in het onderwijs?

Voor de aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders moet er worden teruggevallen op de algemene regelgeving: artikel 2:9 en 2:248 zijn van belang. 

Wie kan het bestuur ontslaan?

Het bestuur in het onderwijs kan worden ontslagen o.g.v. artikel 2:298 BW: daar staan specifieke ontslagmogelijkheden genoemd door het OM of andere belanghebbenden.

Is er veel rechtspraak t.a.v. de aansprakelijkheid van bestuurders?

Ten aanzien van aansprakelijkheid van bestuurders in het onderwijs is weinig rechtspraak. De rechtspraak die er wil is, is de volgende:
- SVEPL JOR 1998/28
- STOAS JOR 2008/22
- SIS Helmond JOR 2008/69

Wat is er kort gezegd bepaald in arrest SVEPL JOR 1998/28?

Dit was een van de weinige gevallen waarin de HR heeft gezegd dat er sprake is van een onredelijke bevoordeling die op een bewuste actie berust en dat er sprake was van een onbehoorlijke taakvervulling waarbij de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt.

Wat is er kort gezegd bepaald in arrest STOAS JOR 2008/222?

Gaat over aansprakelijkheid van bestuurder en die had behoorlijk laakbaar, verwijtbaar en onoplettend gehandeld. Toch was de Rechtbank Arnhem van mening dat er geen sprake was van onbehoorlijke taakvervulling die aan de bestuurder ernstig verwijtbaar was.

Wat is er bepaald in arrest SIS Helmond JOR 2008/69?

In arrest SIS Helmond JOR 2008/69 ging het om islamitische school in Helmond. Het ging om het ontslag van bestuurder (ex 2:298 BW) van de school die schoonmaakcontracten had gesloten en de betreffende schoonmakers waren echtgenoten van de bestuurders en die brachten vele meer uren in rekening dan zij ooit hebben kunnen werken. In totaal was er 750.000 euro verdwenen. De bestuurders zijn ontslagen en aansprakelijk gesteld, zij moesten het verdwenen geld terugbetalen.

Wat is er bepaald in de Amarantis-zaak (niet-verplicht arrest!)?

Waren allerlei huisvestingsprojecten ontnomen die veel te veel kosten met zich meebrachten en Amarantis daarom op rand van financiële afgrond stond. Ministerie greep in, er werd een interim-bestuurder benoemd en die heeft de zaak weer op orde gekregen. 
Er was een onderzoek gelast vanuit ministerie naar Amarantis, de conclusie van het onderzoek was: er is wel laakbaar gehandeld maar niet onwettig. Naar aanleiding van onder meer Amarantis is er vervolgens in veel meer andere gevallen de commissie Halsema ingesteld die onderzoek heeft gedaan en rapport heeft geschreven over bestuur in de semi-publieke sector.

Wat is er gebeurd met de WOR toen de WMS is ingevoerd?

Toen de Wet Medezeggenschap op Scholen is ingevoerd, is de WOR buiten toepassing verklaard.

Wat heeft de medezeggenschapsraad voor rechten en bevoegdheden?

De medezeggenschapsraad heeft een aantal adviesrechten en bevoegdheden gekregen met betrekking tot de school.

In welk onderdeel van het onderwijs is de WOR wel van toepassing?

In het beroepsonderwijs is de OWR wel van toepassing en kent men ook een studentenraad die ook advies en instemmingsbevoegdheden heeft.

Welke keuzemogelijkheid heeft men in het Hoger Onderwijs?

In het hoger onderwijs is er een keuzemogelijkheid tussen en gedeelde of ongedeelde zeggenschap, enerzijds is het dus OF de WOR en studentenreaad of een Universiteitsraad. 

Wat is een belangrijke bevoegdheid in geval van medezeggenschap?I

In geval van medezeggenschap is de instemming met fusie een belangrijk medezeggenschapsrecht.

Welke bevoegdheden bestaan er in het onderwijs m.b.t. de medezeggenschap?

De medezeggenschap in het onderwijs brengt de volgende bevoegden met zich mee:
- Instemmings- en adviesrechten
- Instemming met fusie
- Advies en hoorrecht met betrekking tot benoeming en ontslag van de bestuurder.

Discussiepunt is of er ook enqueterecht bestaat voor de Ondernemingsraden.

Hoe vindt het extern toezicht in het onderwijs plaats?

Het extern toezicht in het onderwijs vindt plaats door de Inspectie onderwijs (WOT). 

Wat als een onderwijsinstelling niet voldoet aan de aanwijzingen die door de minister worden gegeven?

Wanneer een onderwijsinstelling niet aan de aanwijzingen van de minister voldoet kunnen daar bekostingingssancties op volgen, de minister zou kunnen gaan korten op gelden die toekomen aan de onderwijsinstellingen (in dat geval moet je heel erg ver gaan, want zelfs in de zaak Amarantis is er daarmee niks gebeurd). Vaak zie je dat de inspectie een instantie is die veel later op de hoogte geraken van eventueel wanbeheer dat speelt bij een onderwijsinstelling.

Hoe zit het met de jaarrekening-regels in geval van onderwijsinstellingen?

De jaarrekeningregels zijn te vinden in de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs'.

Waarom is het onderscheid tussen private en publieke gelden bij een stichting van belang?

Het publieke geld moet besteed worden voor de kwaliteit van het onderwijs en is daarom lastiger te besteden aan bijvoorbeeld extra speeltuinen op het plein, dat is in een dergelijk geval niet of slechts beperkt mogelijk. 

Waarom is de fusietoets ingevoerd?

Er was in de tijd dat de fusietoets werd ingevoerd, sprake van een groot aantal fusies in het onderwijs. Hierdoor nam de verscheidenheid aan onderwijs af omdat veel scholen gingen fuseren, hierdoor blijft minder keus over tussen openbaar en bijzonder onderwijs bijvoorbeeld.

Voor welke vormen van onderwijs is de fusietoets ingevoerd?

De Wet fusietoets geldt voor alle fusies in het basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, en hoger onderwijs.

Wat houdt legitimatie in als element van de toetsing van een fusie?

Legitimatie houdt in dat bestuur en management draagvlak moeten hebben onder de bij de onderwijsinstelling betrokkenen en belanghebbenden ten aanzien van de besluiten die ze nemen. Ook wordt de zorgvuldigheid getoetst waarmee het fusieproces wordt doorlopen. Uit de fusie-effectrapportage (fer) moet duidelijk blijken wat de motieven, doelen en effecten van de voorgenomen fusie zijn en of belanghebbenden met de fusie instemmen. 

Wat houdt keuzevrijheid in als element van de toetsing van een fusie?

Keuzevrijheid houdt in dat leerlingen en hun ouders, deelnemers en studenten kunnen kiezen voor het onderwijs dat het beste past bij hun levensovertuiging, hun opvattingen over onderwijs en hun capaciteiten en ambities. Daarvoor is een pluriform onderwijsaanbod nodig, met een variatie in identiteit, pedagogisch-didactisch concept, opleidingsaanbod, schoolgrootte en cultuur.

Wanneer kan de minister de goedkeuring aan een fusie onthouden?

De minister kan goedkeuring aan een fusie onthouden als de daadwerkelijke variatie van het onderwijsaanbod binnen het ‘voedingsgebied’ op significante wijze wordt belemmerd. De criteria voor de significante belemmeringen staan per sector in de regeling uitgewerkt. Maar ook als sprake is van een significante belemmering waarvoor een aannemelijke rechtvaardigingsgrond aanwezig is kan de minister een fusie goedkeuren. 

Welke twee soorten van toets vindt er plaats bij de fusietoets?

Bij de fusietoets vindt er een procedurele en een inhoudelijke toets plaats. 

De procedurele toets ziet op de vraag of alle stakeholders die bij de fusie zijn betrokken op de juiste wijze zijn meegenomen en of de besluitvorming goed is geregeld waarmee men tot het besluit van fusie is gekomen.

De inhoudelijke toets gaat over de vraag hoe het zit met het onderwijsaanbod aan ouders, de vraag of ouders nog genoeg keuze hebben. Daarbij geldt niet dat al de verschillende vormen van onderwijs beschikbaar moeten zijn. Wel moet er sprake zijn van keuzevrijheid. 

Waarom kan de fusiecontrole en afwijzing van een fusie veel problemen opleveren?

Dat geeft veel problemen omdat veel instellingen financieel niet rond kunnen komen, fuseren kan in dergelijke gevallen kostenbesparend werken. Vaak worden er dan samenwerkingsbesturen samengesteld, daarbij is sprake van 1 bestuur waaronder zowel het openbaar als het bijzonder onderwijs valt.

Welke ontwikkelingen zijn er op komst met betrekking tot het onderwijs?

Halsema heeft aantal aanbevelingen gedaan: hou het zoveel mogelijk wel bij sector, maar wat enorm ontbreekt is regeling voor RvT in het BW. Dat voorontwerp ligt er nu.  
Ook heeft Halsema de aanbeveling gedaan: ga het maatschappelijk doel in verschillende sectoren bekijken zodat het voor instellingen duidelijk is waar men zich op moet richten. Ook het enquêterecht was een speerpunt, maar die gaat het niet halen voor primair onderwijs (wellicht wel mogelijkheden waar er een OR is. Wel komt er verplichting om melding te doen van wanbeheer.

Wat zijn belangrijke kenmerken van de zorg?

Belangrijke kenmerken van de zorg zijn:
1. De zorg is omgeven door een ingewikkelde wijze van bekostiging: Awbz, WMO en Zwv
2. Er is sprake van een zorgbarende Governance Code
3. Er is toelating vereist voor het verlenen van Awbz en WMO zorg, dit is bepaald in de Wtzi
4. Medezeggenschap is neergelegd in de Wmcz
5. Er is sprake van een sterke invloed van zorgkantoren op de zorg, dit zijn de verzekeraars.
6. ER vindt toezicht plaats van de Inspectie (IGZ) en de Nza/ACM.

Hoe zit het met de Governance in de zorg?

Voor de zorg geldt een zorgbrede governance code. IN de code staat een uitgebreide regeling opgenomen over hoe de governance moet worden ingevuld. Benoeming en ontslag van bestuurders geschiedt door de Raad van Toezicht, tenzij er sprake is van een algemene vergadering.

Hoe zit het met de tegenstrijdig belang regeling in de zorg?

IN de Governance code is een specifieke tegenstrijdig belangregeling opgenomen. Besluiten waarbij sprake is van een TB hebben altijd goedkeuring nodig. 

Hoe zit het met nevenfuncties van bestuurders in de zorg?

Er is sprake van een beperking in de benoemingsbevoegdheid in die zin dat een bestuurder geen toezichtsfunctie mag vervullen bij een andere zorginstelling in het verzorgingsgebied van zijn eigen instelling. Alle nevenfuncties moeten worden vermeld in het jaarverslag en voor nevenfuncties is toestemming van de toezichthouder nodig.

Voor welke besluiten is goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist in de zorg?

Besluiten die betrekking hebben op:
- De begroting/de jaarrekening/de winstbestemming, tenzij er een algemene vergadering aanwezig is
- beleid inzake stakeholders
- duurzame samenwerking
- bestuursreglement
- faillissement/surseance
- collectief ontslag
- overige majeure beslissingen

Hoe zit het met de toezichthouders in de zorg?

Benoeming en ontslag van de teozicthouders vinden plaats door de RvT zelf, tenzij er een algemene vergadering is ingesteld. Daarnaast vindt de benoeming plaats op basis van een profielschets.

Wat is de maximale zittingstermijn van toezichthouders in de zorg?

De maximale zittingstermijn van toezichthouders in de zorg is 2x 4 jaar.

Wat is in de praktijk het geval m.b.t. de verhouding tussen de zorg en de zorgverzekeraars?

De zorginstellingen zijn in de praktijk sterk afhankelijk van de contracten met zorgverzekeraars, de zorgverzekeraars verlenen namelijk de voorfinanciering voor behandelingen en die voorfinanciering is van groot belang voor de financiële situatie van zo'n instelling. In de contracten met zorgverzekeraars wordt vaak de eis gesteld dat de Governance Code moet worden toegepast. Wanneer je daar niet aan voldoet dan kan die zorgverzekeraar het contract opzeggen. De zorgkantoren vorderen regelmatig controle uit op de uitvoering van de statuten. 

Is het mogelijk dat de zorgverzekeraar in het contract met de zorginstelling eist dat de statuten conform de code moeten zijn?

De HR heeft bepaald dat de zorgverzekeraars deze eis mogen stellen in het contract, dus wanneer de statuten dan niet aan de Governance Code voldoen dan mag zij het contract opzeggen.

Welke specifieke deskundigheidseisen zijn in de zorgcode opgenomen?

Er moet altijd iemand in de RvT zitten die kennis heeft van de sector, niet kennis van de zorg in het algemeen maar specifiek van die sector.

Vaak is er discussie over bestuursverbod van het toezichthoudend orgaan,w at houdt het bestuursverbod van een toezichthoudend orgaan in?

Een Raad van Toezicht mag nooit en te nimmer bestuurstaken verrichten. Bij een tegenstrijdig belang heeft de RvT echter een belangrijke rol en moet zij zo nodig zelf besluiten nemen. Je ziet veel discussie ontstaan over de vraag of je op mag nemen in de statuten dat een RvT bevoegd is om in specifieke gevallen een besluit te nemen wanneer er sprake is van een tegenstrijdig belang. De docent is van mening dat dit mogelijk is.

Hoe zit het met de aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders in de zorgsector?

Daarop zijn de algemeen aansprakelijkheidsregels van toepassing.

Voor de bestuurders en toezichthouders gelden de aansprakelijkheid uit:
- Artikel 2:9 BW i.c.m. 6:162 BW
- Artikel 2:300a BW, stichting in faillissement indien die stichting aan de vennootschapsbelasting is onderworpen: antimisbruikwetgeving.

Rechtspraak m.b.t. de aansprakelijkheid van bestuurders en toezichthouders in de zorg is:
- Arrest Hestia TvGR 2009/8
- Scheidsgerecht Gezondheidszorg De Bruggen 2006.

Ten aanzien waarvan heeft de cliëntenraad een voordrachtsrecht?

De cliëntenraad heeft voordrachtsrecht voor lid van de Raad van Bestuur, tenzij deze op grond van de arbeidsovereenkomst handelt, dan heeft de Raad van Toezicht voordrachtsrecht voor een lid van de RvB. De cliëntenraad mag wel afdracht doen van haar voordrachtsrecht.

Ten aanzien waarvan heeft de cliëntenraad adviesrecht?

De cliëntenraad heeft adviesrecht met betrekking tot: 
     * De overdracht van de zeggenschap en fusie
     * Belangrijke wijzigingen in de organisatie
     * De benoeming van het bestuur

Daarnaast heeft de cliëntenraad adviesrecht met betrekking tot de kwaliteit van de zorg. Wanneer het bestuur een besluit wil nemen dan moet tijdig advies worden gevraagd aan de cliëntenraad. Wanneer het advies van de cliëntenraad niet positief is, dan moet het bestuur naar de commissie van vertrouwensleden en die beoordeelt dan of het besluit in redelijkheid had kunnen worden genomen. Deze adviesbevoegdheid van de cliëntenraad zal worden veranderd naar een instemmingsbevoegdheid.

Welke drie uitspraken zijn van belang voor het enquêterecht van de cliëntenraad?

Met betrekking tot het enquêterecht van de cliëntenraad is een drietal uitspraken van belang:
- Zorgcentrum De Betuwe JOR 2010/187
- Scherpa JOR 2010/188
- Ilmarinen JOR 2013/206

Wat is kort gezegd de rechtsregel die volgt uit de zaak 'Zorgcentrum De Betuwe JOR 2010/187'?

Wanneer het bestuur besluit tot opschorting van de samenwerking met de cliëntenraad, dan is dit een grond voor de cliëntenraad om een enquêteverzoek in te dienen. Het enquêteverzoek werd ook toegewezen.

Hoe is het geregeld met de concentratieregels m.b.t. de zorg?

Voor de concentratieregels zijn van belang in de zorg:
De ACM:
- Kent specifieke verlaagde drempels voor de zorg
- Beleidsregels concentraties zorgaanbieders

Sinds 1 januari gelden nieuwe regels voor concentratie in de zorg met betrekking tot de Nza (Nederlandse Zorg Autoriteit):
- Meldingsplicht concentratie waarbij ten minste één zorgaanbieder is betrokken die meer dan 50 werknemers heeft
- Fusie effectrapportage
- Geen inhoudelijk, maar een procedurele toets
- Wet marktordening gezondheidszorg.

Wanneer is men verplicht een concentratie bij de Nza te melden?

Sinds 1 januari 2014 is men verplicht een concentratie bij de Nza te melden wanneer bij die concentratie ten minste 1 zorgaanbieder is betrokken die meer dan 50 werknemers heeft. Veel samenwerkingen moeten dus sinds 1 januari 2014 worden gemeld. De Nza checkt dan puur procedureel of allee belangen zijn meegewogen, of het besluitvormingsproces op de juist manier is verlopen, etc.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo