Samenvatting: Stm S3.4
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van STM S3.4
-
1 Week 1: Groeistrategie, -stadia en levenscycli
-
1.1 PowerPoint week 1
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom moeten ondernemingen groeien?
Dit kan de volgende redenen hebben:- De visie is dat de welvaart omhoog moet
- Vanuit de aandeelhouder: als je niet groeit, maar de concurrentie wel, dan doe je blijkbaar iets niet goed
- Survival of the fittest
-
Wat zijn de nadelen van groei voor een onderneming?
Hierbij kan worden gedacht aan:- De belasting op het milieu
- Doorgeschoten efficiency: Dit houdt in dat er bijvoorbeeld zoveel managers zijn dat er geen efficiency meer is omdat de lijntjes niet meer kort zijn. Voorbeeld: Levertijden zijn nu erg lang. Kan dit te maken hebben met just in time in tijden van onzekerheid en zouden bedrijven niet weer gewoon voorraad moeten aanhouden als de toekomst onvoorspelbaar is.
-
Hoe kan duurzame groei worden gerealiseerd?
Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het waardecreatie model en de 6 kapitalen. Hoe zorg je ervoor dat de verbruikte kapitalen weer op een duurzame manier terugkomen in de onderneming? Is het mogelijk om op een bepaalde manier circulair te zijn en gaat de onderneming op duurzame wijze om met het personeel door bijvoorbeeld te zorgen voor goede werkomstandigheden, waardoor personeel langer gebonden blijft? -
Als producten of diensten worden verbeterd, hoe kan dit dan?
Dit kan bijvoorbeeld door het product nieuwe mogelijkheden te geven, veiliger te maken, makkelijker, goedkoper of effectiever te maken. -
Hoe werkt de McKinsey Growth Pyramid?
Dit is een ander model danAnsoff om eengroeistrategie op te zetten. Hierin worden 7 manieren gegeven omgroei te bereiken met daarbij hoe ditgerealiseerd kan worden. Hoe verderomhoog in depiramide hoe meer risico. Onderaan staat bijvoorbeeld dezelfde producten verkopen aan dezelfde mensen terwijl bovenaan nieuwe competitieve markten staan. Ook wordt er beschreven hoe dit gerealiseerd kan worden.Onderaan staat dan bijvoorbeeld doororganische investeringen enbovenaan staanovernames . -
2 Week 2: bedrijfsovername, -overdracht en samenwerking
-
2.1 Powerpoint week 2
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn motieven voor een bedrijf om een overname te doen?
Goede redenen:- Nieuwe markten openen
- Creeren van synergie
- Risico spreiding
- Interessante belegging
- Bedrijvendokter: Bedrijf overnemen, herstructureren en doorverkopen
- Beschermen positie: Concurrentie voorblijven nieuwkomers uit de markt halen
Slechte redenen:- Diversificatie
- Geen aandeelhouderswaarde, omdat de belegger zelf kan diversifiseren
- Lagere financieringskosten
- Geeft een ander risicoprofiel, maar ook dit kunnen beleggers zelf realiseren.
-
Wat kunnen redenen zijn om een bedrijf te verkopen?
- Pensioengerechtigde leeftijd naderd
- Persoonlijke levenssfeer zorgt hiervoor
- Geen energie meer voor de onderneming
- Onderneming is niet rendabel meer
- Een goed bod en dus cashen
- Conglomeraten die opsplitsen
- General electric voorbeeld
- Pensioengerechtigde leeftijd naderd
-
Wat zijn mogelijke vormen van een bedrijfsoverdracht (GRC)
- Aandelenoverdracht
- Fiscale belemmeringen en de juiste structuur nodig, hele bedrijf wordt overgenomen
- Activa/passiva transactie
- Een deel van een onderneming wordt overgenomen
- Aandelenoverdracht
-
Wat komt er zoal in een informatiememorandum te staan?
In het IM komen de volgende onderwerpen zeker aan bod:- Juridische structuur en object van verkoop
- Achtergrond en historie
- Activiteiten
- Verdienmodellen
- Personeelsbestand
- Huisvesting
- Financiele informatie (balans, w&v en prognoses)
- SWOT
- Verkooppprocedure
-
3 Week 3: Waardebegrippen, -bepaling en creatie
-
3.1 Powerpoint week 3
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn waarde bepalende factoren voor een onderneming?
Hierbij kan worden gedacht aan:- Aantrekkelijkheid van de branche
- Bijvoorbeeld op basis van Porter
- Positie van het bedrijf in de branche
- Bijvoorbeeld op basis van de BCG matrix
- Management beleid binnen de onderneming
- Bijvoorbeeld op basis van Rappaport
- Het rendement
- Lange termijn vs korte termijn
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden