Samenvatting: Stof 3.1
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van stof 3.1
-
1 stof 3.1
Dit is een preview. Er zijn 66 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat speeld een rol bij de regulatie van de concentratie Ca2+(calcium) en PO43-(fosfaat) in het bloed
>PTH
>afgeleiden van vitamine D
>Calcitonine -
Functie PTH: (als de concentratie calcium daalt, stijgt de productie PTH )
- terugresorptie van fosfaat in de nier remmen
- terugresorptie van calcium in de nier bevorderen
- calcium en fosfaat uit de bot mobiliseren
- bevorderen van osteoclasten(activiteit)
- de werking van vitamine D in de darm bevorderen, waardoord calcium wordt opgenomen uit
het voedsel. -
Functie vitamine D:
- bevorderen van de opname van calcium en fosfaat in de darm
- bevordert vorming van osteoblasten
- mineralisatie van het bot
- terugresorptie van calcium en fosfaat uit de nier -
welke 2 oorzaken zijn er voor HYPERCALCIËMIE
>Primaire hyperparathyreoïdie:
verhoogde productie en afgifte van het PTH.
Dit is een gevolg van een hyperplasie of adenoom van de bijschildklier. Gevolg is
het ontstaan van botontkalking/afbraak, met als gevolg:
- ziekte Von Recklinghausen: door cystevorming spontaan fracturen optreden.
- cystevorming in het bot: geven spontane fracturen en botpijnen
>Secundaire hyperparathyreoïdie:
treedt op bij rachitis, Osteomalacie, chronische
nierinsufficiëntie, Vitamine D-tekort, een hypervitaminose D (vitamine D vergiftiging
door een overschot aan vitamine D in het lichaam) en een hypocalciëmie.
oorzaak ligt buiten de bijschildklier. -
oorzaak en gevolg van HYPOCALCIËMIE
Oorzaak:
- Te weinig vorming van het PTH bij een hypoparathyreoïdie (na een operatieve
verwijdering van de bijschildklier en schildklier subtotale strumectomie)
- Tekort aan vitamine D (door gebrek aan zonlicht, voeding of slechte resorptie in de darm)
Gevolg:
- Bij kinderen Rachitis: groeistoornis en misvorming van de botten.
- Bij volwassenen Osteomalacie: onvoldoende mineralisatie in het botweefsel van
bekken, wervelkolom en lange pijpbeenderen optreedt.
- Er ontstaat Tetanie: syndroom van aanvallen van tonische spierkrampen.
aan de handen: ‘main d’acoucheur’ en het teken van Trousseau’
aan het gezicht: ‘teken van Chvostek’
- Er kan ‘staar’ ontstaan -
ANATOMIE EN FYSIOLOGIE van NIEREN
Ligging: De nieren liggen achter en boven in de buikholte. Ze liggen tegen de diepe laag van de rugspieren, achter het peritoneum.
-De rechternier, ligt onder de lever en, ligt lager dan de linkernier
-De nier (rood/bruin van kleur) is 11cm bij 7cm bij 3cm dik en weegt ieder 120-160 gram.
-omvat een bindweefselkapsel,
-De bolle/convexe zijde ligt naar buiten gericht. De holle/concave zijd naar de wervelkolom gericht.
-De nier bestaat uit een schors en een merggedeelte.
Hierin liggen miljoenen nefronen.
In nefronen wordt bloed gefilterd en wordt urine geproduceerd. -
Arterieel bloed wordt gefilterd in de nieren in de glomerulus en ontdaan van afvalstoffen...
>eiwitmetabolisme (ureum en creatinine)
>vetmetabolisme (ketonen). -
Intraveneus pyelogram (IVP):
contrastvloeistof die door de nieren worden uitgescheiden.
Dit geeft een beeld van de nieren, pyelum, ureteren en de blaas. -
Prerenale nierinsufficiëntie ‘Shocknier’:
Oorzaak:ligt in het bloed voordat dit de glomerulus bereikt.
Vaak shockverschijnselen door bloedingen, uitdrogen of dalen va HMV bij bijv een hartinfarct.
Therapie: Verbeteren van de circulatie -
Adenocarcinoom (Grawitz-tumor of hypernefroom) in nieren
> Het carcinoom gaat uit van de mucosacellen of klierepitheelcellen.
> Symptomen: een symptoomloze hematurie of botmetastasen die klachten veroorzaken.
> Therapie: Immuuntherapie, eventueel in combinatie met nefrectomie
> Prognose: Zeer slecht! Meestal binnen 1 jaar overlijden..
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden