Samenvatting: Stofwisseling 2

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Stofwisseling 2

  • Hypofyse (HC1, HC2, WG1)

    Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 12/12/2016
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke hormonen afkomstig uit de hypofyse zijn tijdens de kindertijd laag en tijdens de menopauze hoog?

    LH en FSH.
  • Welke vette stof kan direct door het membraan aan de nucleaire receptor binden?

    Progesteron.
  • Welke stof bindt aan een 7-transmembraanreceptor? Wat is de 2nd messenger?

    LH. 2nd messenger is c-AMP.
  • Wat houdt het androgen insensitivity syndrome in?

    XY als karyotype, maar testes zitten intern en persoon heeft de karakteristieken van een vrouw.
  • Wat wordt op de MRI ook wel het snorretje genoemd?

    Chiasma opticum.
  • Hoe ziet het secretieprofiel van prolactine eruit?

    De afgifte van prolactine wordt geremd door dopamine (en een klein beetje gestimuleerd door TRH). Prolactine remt zelf de afgifte van GnRH en daarmee van LH en FSH.
  • Wat zijn hypopituitarisme en panhypopituitarisme?

    Hypo: tekort aan één of meerdere hypofisaire hormonen.
    Panhypo: tekort aan alle hypofisaire hormonen.
  • Wat vind je bij acromegalie bij een glucosetolerantietest?

    Na toediening van glucose blijft GH hoog, terwijl normaal gesproken GH bij hyperglykemie daalt.
  • (Mindmap) Welke behandelingen zijn mogelijk bij acromegalie?

    Voorkeur: chirurgie
    Medicatie: alleen ter controle; GH-receptorblokker en somatostatine-agonist
    RT: genezing duurt vele jaren.
  • (Mindmap) Waardoor kun je bij acromegalie diabetes krijgen?

    GH is een antagonist van insuline
    * GH zorgt voor downregulatie van insulinereceptoren, waardoor insulineresistentie toeneemt en er dus minder uptake van glucose door spierweefsel is
    * Toename gluconeogenese

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart