Samenvatting: Stofwisseling Ii

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Stofwisseling II

  • 1 Diabetes Mellitus

  • 1.2 HC 2 Pathofysiologie van diabetes

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat zijn de subtypen voor DM-1?

    1. LADA= late auto-immune diseases in adults. Fenotype van DM-2, met antistoffen zoals bij DM-1. Predispositie in de HLA-DR en HLA- DQ
    2. PD-1 blokkers of CTLA-4 blokkers: dit zijn middelen die DM-1 kunnen induceren. Ze worden gebruikt bij immuuntherapieën. De receptoren die de tumorcel kan aanmaken om bepaalde liganden op de T-cel te inactiveren, worden hierbij geblokkeerd. Hierdoor is de kans op het ontwikkelen van een auto-immuun ziekte verhoogd.
    Vooral voor: DM-1, schildklierproblemen en hypofyse problemen
  • Via welk bloedvat geeft de pancreas insuline en glucagon af?

    V.porta
  • Wat is de behandeling bij DM-2?

    1. Volgen van een dieet
    2. Afvallen
    3. Het geven van tabletten
    4. Soms uit het geven van insuline
  • Geef de twee subtypen van DM-2

    1. Zwangerschapsdiabetes= Door veranderingen in de hormoonhuishouding ontstaat resistentie voor diabetes
    2. Ketosis -prone diabetes= Door vele hypo's in West-afrikaanse landen
  • Wat zijn de symptomen bij DM-1?

    1. Polyurie
    2. Polydipsie
    3. Vermoeid en veel afvallen
    4. Bij kinderen vaak ook een keto-acidose
  • Hoe vind de diagnostiek van DM-1 plaats?

    1. Anamnese
    2. Via autoantistoffen (aGAD) en (ICA)
    3. C-peptide
  • Wat is MODY?oorzaaksubtypen die het meeste voorkomenwelk defectbeeld 

    • Autosomaal dominante aandoening
    • MODY 2-3 komt het meest voor
    • defect in het glucokinase enzym en HNF-alfa
    • Er is alleen een insuline deficiëntie
  • 1.3 HC 3 Acute en chronische complicaties van diabetes

    Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Geef de alarmsymptomen die passen bij een diabetische ketoacidose

    • polyurie -> door afname nierfunctie
    • polydipsie
    • dehydratie -> verlies van vocht
    • lage bloeddruk -> kan verlaagd bewustzijn veroorzaken
    • soms hevige buikpijn -> er kan hierdoor verward worden of de ketoacidose door een appendicitis is veroorzaakt. Of dat de acute buik door de ketoacidose ontstaat.
    • hyperventilatie -> Kusmaul-ademhaling
  • Wanneer ontstaat er schade van retinopathie?

    Dit ontstaat bij proliferatieve diabetische retinopathie. Hierbij zijn er meerdere bloedvaten aangemaakt. Echter kunnen de nieuwe bloedvaten niet voorzien aan de zuurstofbehoefte van de retina. Er ontstaat ischemie
    tractie - ablatie is wanneer de retina fibroseerd ten gevolge van een bloeding, en de retina los trekt van de onderlaag
  • Hoe kan retinopathie worden behandeld?

    • Laseren
    • anti- VEGF  = anti- groeihormoon
      • dit gaat de vaatvorming tegen

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart