Samenvatting: Strafprocesrecht
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Strafprocesrecht
-
1 Inleiding Strafprocesrecht
Dit is een preview. Er zijn 22 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom is er er een intrinsieke spanning tussen rechtsbescherming en waarheidsvinding?
Je kan niet tegen elke prijs de waarheidsvinding toepassen. Als waarheidsvinding het hoofddoel zou zijn, dan zijn er alsnog de regels voor rechtsbescherming.- Vanuit beide perspectieven zijn er andere prioriteiten. Er moet een balans tussen beide zijn, onder voorwaarde dat de rechten van de betrokken personen gerespecteerd worden.
-
Wat zijn de verschillen tussen de procesmodellen (accusatoir vs inquisitoir)?
- Lijdelijk vs actieve rechter;
- Mondelinge procedure vs dominatie schriftelijke stukken;
- Admissibility rules vs beslis- en motiveringsregels
- Gelijkwaardige partijen vs de verdachte is voorwerp van het onderzoek
- Beyond reasonable doubt vs overtuiging
- Lijdelijk vs actieve rechter;
-
Hoe zit het nu met het inquisitoire procesmodel in NEderland?
Het inquisitoire procesmodel is in de loop der tijd wat gematigd.- --> Actief OM, een actieve rechter, maar de verdediging is wel volwaardig procespartij geworden
-
Waarom is de verdediging volwaardig procespartij geworden?
Dat is niet geheel vrijwillig gegaan, omdat voor een groot deel door het EVRM (art. 6 EVRM) en wat er in Straatsburg wordt besloten. -
Wat zijn enkele kenmerken van het Nederlandse strafprocesrecht?
- Beroepsrechter (geen lekenrechter, zoals bijv jury).
- Zwaar accent op het vooronderzoek.
- Het dossier wordt gezien als de ruggengraat van de strafrechtspleging.
- Beroepsrechter (geen lekenrechter, zoals bijv jury).
-
Wat kan een gevaar van het Nederlandse strafproces zijn?
Confimartion bias. Dat is de neiging om informatie die jouw opvattingen ondersteunen over te waarderen en informatie die jouw opvattingen ontkracht juist onder te waarderen. -
Wat is het vervolgingsbegrip van het EVRM?
EVRM kent autonoom vervolgingsbegrip (criminal charge). Criminal charge-begrip komt niet helemaal overeen want het begrip is bedoeld voor 50 lidstaten -
1.1 WG 1 - mr. Big-methode
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke vier elementen bevat de mr. Big-methode vaak?
- Er is sprake van een befrieding tussen een undercoveragent en de verdachte;
- De verdachte wordt in contact gebracht met een gefingeerde criminele organisatie;
- De verdachte wordt door de gefingeerde organisatie bepaalde voordelen in het vooruitzicht gesteld; en
- De verdachte legt een verklaring af bij de leider van de gefingeerde organisatie, de zogeheten 'Mr. Big'
- Er is sprake van een befrieding tussen een undercoveragent en de verdachte;
-
Wat is de wettelijke grondslag van de mr. Big-methode en wat maakt deze grondslag mogelijk?
De mr. Big-methode heeft een wettelijke grondslag in art. 126j Sv. Door deze wettelijke grondslag is informatie-inwinning mogelijk. -
Waar is veel discussie over bij de mr. Big-methode?
Of de verklaring die bij mr. Big wordt afgelegd, wel een vrije verklaring is. De verklaringsvrijheid is gewaarborgd in artikel 29 Sv.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden