Het opsporingsonderzoek I
11 belangrijke vragen over Het opsporingsonderzoek I
In hoeverre hebben militairen van de Koninklijke marechaussee bevoegdheden?
- o Bepaalde politietaken KNAR (algemene opsporingstaak dus zij mogen alles wat zij tegenkomen opsporen, het mag bijv. ook gaan om een mishandeling op Schiphol)
Wat zijn opsporingsambtenaren van de bijzondere opsoringsdiensten?
- Ook deze opsporingsambtenaren hebben een algemene opsporingstaak (ook al heten ze ‘bijzondere’ opsporingsdiensten)
- Waarborgen nationale veiligheid
- (Soms wijzigen ze van namen)
- Daar waar het gaat om financieel economische delicten, dat type criminaliteit wordt vaak niet opgespoord door de politie (zij zijn voornamelijk bezig voor de huis/tuin/keuken-criminaliteit)
Hoe zit het met buitengewone opsporingsambtenaren?
- Zij hebben in de kern een afgebakende opsporingsbevoegdheid zij krijgen iets specifieks toegedeeld
o Krijgen zij iets niet specifiek toegedeeld? Dan zijn zij niet bevoegd
o BOA moet vaak ook hulp inroepen van nationale politie, omdat hun eigen bevoegdheid beperkt is
- In de praktijjk krijgen BOA’s soms meer bevoegdheden voor ‘het geval dat’
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe start je nu een opsporingsonderzoek?
Door Grondrechten kan je niet zomaar worden verdacht, omdat dit een inbreuk maakt op onze grondrechten (je kan niet zomaar worden verdacht). Een verdenking maakt dus ook inbreuk op deze grondrechten, en daarom zitten er regels aan verbonden.
Wat zijn de vereisten voor verdachte bij verdenking?
- Deze informatie moet voldoende objectief zijn.
- De verdenking moet redelijk zijn
Je hebt dus (objectieve) feiten of omstandigheden nodig om iemand als verdachte aan te merken. Het kan niet gaan om vooroordelen, of een ‘onderbuikgevoel’. Dit kan DNA-sporen zijn, verklaring etc.
Verdenking moet ook concretiseerbaar kunenn zijn;
Het kan in de praktijk nauw luisterend of iemand wel/niet als verdachte kan worden aangemerkt. Aan welke arresten kan hierbij aan worden gedacht?
Verdenkingscriteria.
Het wetboek van Strafvordering kent drie situaties (domeinen) waarin gelegitimeerd een opsporingsonderzoek wordt gestart.
o klassieke verdenking; vgl. art. 27 Sv
2) Naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat in georganiseerd verband bepaalde strafbare feiten worden gepleegd of beraamd
o Proactieve opsporing; vgl. art. 126o Sv
o Voorfase
o Hierdoor kan je al eerder verdenking laten plaatsvinden
o Bevoegdheden BOB-bevoegdheden (dus nog geen aanhouding enzo, dat kan alleen o.b.v. klassieke verdenking
3) Naar aanleiding van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf (art. 126zd Sv)
o Hier nemen we genoegen met een ‘vaag vermoeden’
Legaliteit;
Onder welke wet valt de opsporing?
- Opsporing valt onder art. 1 Sv en moet dus plaatsvinden op de wijze bij de wet voorzien (vgl. ook art. 8 EVRM)
Hoe heet dit?
Waarom is het muilkorf-arrest belangrijk voor het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel?
Uit het Muilkorf-arrest vloeit voort dat bemoeienis van de lagere wetgever niet is toegestaan.
- De gemeente had bepaald dat elke hond hoger dan 65 cm een muilkof moest lopen
- Als de politie het vermoeden had dat de hond groter was en geen muilkorf droeg, moest de hond worden opgemeten op het politiebureau
- als de eigenaar niet meewerkte werd hij vervolgd
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden