Belangrijke wetsartikelen, beginselen en terminologie - De normering van de opsporingstaak

Question

Op welke regels zijn de bevoegdheden van opsporingsambtenaren gebaseerd?

Answer 1

Wettelijke regels, beleidsregels, jurisprudentie en ongeschreven beginselen.

Answer 2

Proportionaliteit en subsidiariteit (dient het opsporingsmiddel het doel en is het gekozen middel in verhouding met het doel)

Answer 3

Bewijs en verantwoording over het proces.

Answer 4

Nee, maar hij is er ook weer niet geheel vrij in: hij moet zich houden aan richtlijnen en andere aanwijzingen vanuit het OM. De verplichting uit artikel 152 gaat over opgespoorde feiten.

Answer 5

Nee, de aangifte is namelijk geen noodzakelijke voorwaarde voor opsporing.

Answer 6

Nee, veel veelvoorkomende methoden staan niet in de wet, maar volgens de HR bieden 141 en 142 (de belasting van bepaalde ambtenaren met een opsporingstaak) er genoeg grondslag voor.

Answer 7

Methoden die inbreuk maken op grondrechten: daar is een expliciete wetteljke bepaling voor nodig.

Answer 8

De opsporingsambtenaar moet beoordelingsvrijheid worden gelaten om naar bevind van zaken te handelen.

Answer 9

- wettig bewijsmiddel
- als verantwoording achteraf van het verrichte onderzoek

Answer 10

Zodat het opzettelijk doen van een onjuiste aangifte strafbaar gesteld kan worden.

Answer 11

Nee, het heeft wel meer prioriteit. Aangifte is geen voorwaarde om een opsporingsonderzoek in te stellen. De politie kan daartoe ook 'ambtshalve' overgaan.

Answer 12

Aan een bepaalde verdenkingsvoorwaarde. Zo moet er voor aanhouding sprake zijn van een verdachte, en daarmee van een redelijk vermoeden van schuld. De wet eist niet bij elke bevoegdheid dat er al sprake is van een verdachte. In veel gevallen is voldoende dat de verdenking bestaat dat een strafbaar feit is begaan.