Werboek I - INleiding en beginselen - Beginselen van behoorlijke procesorde en strafprocesrechtelijke beginselen neergelegd in mensenrechtenverdragen
69 belangrijke vragen over Werboek I - INleiding en beginselen - Beginselen van behoorlijke procesorde en strafprocesrechtelijke beginselen neergelegd in mensenrechtenverdragen
Welke mensenrechtenverdragen bevatten bepalingen die eisen stellen aan de nationale strafrechtspleging?
EVRM
IVBPR
Hoe kunnen personen die in Nederland vervolgd worden op de bepalingen uit de mensenrechtenverdragen een beroep doen?
Op vele bepalingen kunnen zij een rechtstreeks beroep doen.
In welk verband wordt de term rechtsstaat vaak gebruikt?
In verband met uitoefening van overheidsbevoegdheden in het strafproces.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke beginselen zijn voor de uitwerking voor strafprocesrecht mn. van belang?
1. rechtszekerheidsbeginsel
- art. 1 Sv (legaliteitseis)
- mogelijkheid beslissing onafhankelijke rechter in te roepen
2. dienende overheid
- doordat overheid zoveel mogelijk probeert te waarborgen dat onschuldige burgers niet in hun grondrechten en fundamentele
bestaansvoorwaarden worden 'gestoord'
Wat wordt in het algemeen bedoeld met de begrippen accusatoir-inquisitoir?
Accusatoir
Dat verdachte als partij wordt beschouwd en dat zijn positie in kader van procesvoering gelijkwaardig is aan die van OvJ.
Aan hem komen de daarbij behorende rechten toe.
Naarmate verdachte meer rechten heeft is het strafproces meer accusatoir.
Inquisitoir
Dat verdachte voorwerp van onderzoek is.
Strafproces wordt accusatoir genoemd als verdachte beschouwd wordt als dragen van rechten.
Hoe verder men in de procedure begeeft, hoe meer accusatoir het proces genoemd kan worden.
vooronderzoek - gematigd inquisitoir
ott - gematigd accusatoir
Is crime control en due-process hetzelfde als accusatoir en inquisitoir?
Men hoede zich ervoor om het onderscheid tussen crime-control en due-process te zien als volledige tegenstellingen.
In beide modellen wordt uitgegaan van doel van strafproces als 'toepassing van de strafwet op de schuldige'.
Het gaat om mogelijke oriëntatierichtingen en al naar gelang accent meer op criminaliteitsbestrijding dan wel rechtsbescherming wordt gelegd.
Het onderscheid komt daarom praktisch overeen met onderscheid accusatoire en inquisitoire procesvorm.
Waar in het recht werden beginselen het eerst toegepast?
Bestuursrecht.
Tekende zich al ontwikkeling af die ertoe leidde dat rechter in toenemende mate naast wetmatigheid (louter toetsen aan criteria in de wet) afzonderlijk rechtmatigheid overheidsoptreden in zijn beoordeling betrok.
Aanvankelijk werd vooral ingegaan op vraag of sprake was van détournement de pouvoir (= gebruik van bevoegdheden voor ander doel dan waarvoor zij zijn verleend).
Oordeel omtrent doelmatigheid overheidsoptreden bleef voorbehouden aan hogere bestuursorganen.
Ook verwante vraag of optreden behoorlijk was geweest, kwam rechter doorgaans niet toe.
Waarom heeft het zo lang geduurd voordat in bestuursrecht ontwikkelde ongeschreven behoorlijkheidsnorm in verband werd gebracht met optreden OM?
Omdat men geen plaats wenste in te ruimen voor rechterlijke toetsing; men vond, dat rechter heeft te beslissen over gedragingen van verdachte, niet over die van het OM.
Niet alle in het bestuursrecht ontwikkelde beginselen zijn relevant voor optreden OM. Noem enkele beginselen die dat wel zijn.
1. Beginsel van zuiverheid van het oogmerk (détournement de pouvoir)
Dat geen sprake mag zijn van misbruik van bevoegdheden = gebruik van bevoegdheden voor iets anders dan waarvoor zij zijn gegeven.
2. Gelijkheidsbeginsel (art. 1 Gw)
3. Vertrouwensbeginsel
Beginsel van de gerechtvaardigde verwachtingen
4. Beginsel van fair play
Vooral betrekking op respecteren van rechten van verdediging
5. Zorgvuldigheidsbeginsel
Overheid mag niet kennelijk onredelijk of in willekeur beslissen
In welk zeldzame geval zal een beroep op détournement de pouvoir tegen OM slechts slagen en waarom is dat?
Omdat bedoeling OM doorslaggevende rol speelt en omtrent deze subjectieve factor zelden zekerheid valt te verkrijgen, zal beroep op détournement de pouvoir slechts slagen in zeldzame geval, dat OM bevoegdheid uitoefent zonder dat dit in redelijkheid het doel, waartoe zij werd gegeven, kan dienen.
Welke uitspraak heeft de HR (blz. 60) gedaan mbt gelijkheidsbeginsel?
Enkele omstandigheid dat anderen, die soortgelijke delicten hebben begaan als verdachte, niet worden vervolgd, in het algemeen niet meebrengt dat vervolging in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.
Welke uitspraak heeft HR 13 sept. 1983 (blz. 61) gedaan mbt vertrouwensbeginsel?
Gevergd mag worden dat de voor het justitiële beleid verantwoordelijke organen niet handelen naar willekeur maar in gebondenheid jegens verdachte aan toezeggingen, welke bij laatstgenoemde gerechtvaardigde verwachtingen hebben gewekt.
Voorbeeld van zo'n toezegging is mededeling aan verdachte, dat hij terzake van bepaald feit niet (verder) zal worden vervolg.
Waarom is het beginsel van fair play, dat vooral betrekking heeft op respecteren van rechten van de verdediging, een beginsel dat meer overkoepelend van aard is?
Geef een voorbeeld.
Dit beginsel is meer overkoepelend van aard, nu specifieke voorbeelden veelal als schending van specifieker beginsel zijn aan te merken.
Het beginsel 'equality of arms' (= dat raadsman en OM in beginsel dezelfde kansen moeten hebben) kan worden gezien als uitwerking van het fair-play-beginsel.
Waarom heeft het zorgvuldigheidsbeginsel een enigszins overkoepeld karakter?
Van een kennelijk onredelijke beslissing (zorgvuldigheidsbeginsel) is ook sprake wanneer een van de eerder genoemde beginselen (détournement de pouvoir, gelijkheidsbeginsel, vertrouwensbeginsel, fair-play) is geschonden, zodat zorgvuldigheid enigszins een overkoepelend karakter heeft.
Zij vormt echter bovendien een aankopingspunt om te reageren op misslagen van van bijv. politie.
Waarom heeft de schrijver zelf een voorkeur voor de term 'beginselen van behoorlijke strafrechtspleging' in plaats van het door de HR gehanteerde term 'procesorde'?
Zij is niet alleen zonder enig voorbehoud toepasselijk op alle activiteiten van het OM en de rechter, maar geeft bovendien duidelijk aan dat het in de eerste plaats gaat om wijze van toepassing van strafprocessuele regels.
Wat houdt de onschuldpresumptie (presumptio innocentiae) in?
Moet een ieder, die wegens strafbaar feit wordt vervolgd, voor onschuldig worden gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan.
Waarom zijn er geen deugdelijke criteria te geven voor strafbaarstelling?
Scheiding tussen strafrecht en andere rechtsgebieden (tuchtrecht, bestuursrecht) valt niet dogmatisch te bepalen.
In geheel West-Europa tendens om vele lichte feiten te 'decriminaliseren' (zoals lichtere verkeersvergrijpen die bestuursrechtelijk worden gehandhaafd via WAHV)
Of decriminalisering er toe leidt dat beginselen van strafprocesrecht zoals neergelegd in mensenrechtenverdragen aan belang verliezen (maw kan overheid waarborgen burger zelf terugdringen?)?
Antwoord luit vanzelfsprekend ontkennend. Toch was het nodig dat EHRM dit uitdrukkelijk bepaalde:
EHRM 8 juni 1976 (Engel c.s.) (blz. 64,65)
Wat is de consequentie van het feit dat het EHRM in de zaak Engel (blz. 65) heeft gesteld dat keuze voor strafbaarstelling meebrengt dat artt. 6 en 7 EVRM altijd toepasselijk zijn?
Het is dus niet zo, dat de gegeven criteria tot het oordeel kunnen leiden, dat bepaalde door nationale wet als strafrechtelijk aangemerkte procedures niet onder deze bepalingen vallen.
Zo heeft zaak Engel groot en blijvend belang gekregen.
Wat is het gevolg van de zaak Engel (blz. 64) voor de procedures mbt WAHV?
Dat op grond van de criteria ontwikkeld in de zaak Engel ook procedures, die worden beheerst door de WAHV, aan de in art. 6 EVRM gestelde waarborgen moeten voldoen.
Waarom staat het niet als beginsel 'niet als veroordeelde behandelen' niet in de weg aan het toepassen van dwang tegen een verdachte?
Dat iemand niet als veroordeelde mag worden behandeld voordat zijn schuld volgens de wettelijke regels is bewezen = niet als veroordeelde behandelen (art. 6, lid 2 EVRM en art. 14, lid 2 IVBPR) staat er niet aan in de weg dat hij als verdachte wordt aangemerkt en behandeld. Bestaan van verdenking is rechtvaardiging voor dwang die tegenover verdachte kan worden toegepast.
In welk voorschrift komt o.a. tot uitdrukking dat verdachten niet als veroordeelden mogen worden behandeld?
Art. 2, lid 4 Penitentiarie beginselenwet = dat onveroordeelden niet aan andere beperkingen mogen worden onderworpen dan voor het doel van hun opsluiting strikt noodzakelijk is.
Zie ook art. 62 (regime inverzekeringstelling) en art. 76 Sv (regime voorlopige hechtenis).
In verzekeringstelling en voorlopige hechtenis hebben geen strafdoel.
Wat is een andere consequentie van het feit dat verdachte niet als veroordeelde mag worden behandeld?
EHRM 25 mrt. 1983 (Minelli) (blz. 66)
Dat uit beslissingen over dwangmiddelen of mededelingen niet overtuiging van politie of justitie mag blijken dat verdachte schuldig is.
Dus: geen blijk van overtuiging van schuld.
Wat brengt de presumptie van onschuld mee?
1. geen blijk van overtuiging van schuld (EHRM 25 mrt. 1983 Minelli)
2. niet uitsluitend voor bekentenis
3. geen bewijslast op verdachte
Het zwijgrecht wordt onder verschillende beginselen ondergebracht, welke zijn dat en waarom?
Volgens sommige vloeit uit presumptie van onschuld ook het zwijgrecht voort.
Het zwijgrecht kan ook worden gezien als consequentie van nemo tentur se ipsum prodere.
Wat is de opvatting van de HR 1 okt. 1985 mbt nemo tenetur se ipsum prodere?
Dat de verdachte niet verplicht is actief aan zijn eigen veroordeling mee te werken.
Art. 29 Sv dat verdachte niet verplicht is te antwoorden berust op beginsel dat verdachte, 'behoudens in bij de wet uitdrukkelijk voorziene uitzonderingsgevallen' niet mag worden verplicht actief medewerking te verlenen aan hetgeen tot zijn veroordeling kan strekken.
Wat is de kern van het beginsel nemo tenetur se ipsum prodere?
En waarmee wordt het daarnaast mee in verband gebracht?
De kern van het beginsel ziet op het afleggen van verklaringen door de verdachte, dus op verhoor (art. 29 Sv).
Daarnaast wordt het o.a. in verband gebracht met regel dat bevel tot uitlevering van voor inbeslagneming vatbare voorwerpen op grond WvSv wel aan derden, maar niet aan verdachte mag worden gegeven (art. 96a, lid 2 Sv).
text-decorationNB: status + inhoud beginsel niet onomstreden.
Waar is het beginsel van nemo tenetur se ipsum prodere ten dele gepositiveerd?
In art. 14, lid 3, onder g, IVBPR.
Wat wil het beginsel nemo tenetur se ipsum prodere voorkomen?
1. wil ongeoorloofde pressie voorkomen (pijnbank, foltering)
2. als inhumaan beschouwd om van iemand te vergen dat hij zijn eigen belangen schaadt
Waaraan moeten we bij 'behoudens in bij de wet uitdrukkelijk voorziene uitzonderingen' denken?
Opvatting HR tav nemo tenetur se ipsum prodere.
Het nemo tentur-beginsel heeft geen absolute betekenis, maar vertegenwoordigt belang dat dient te worden afgewogen tegen anderen belangen.
Van uitzonderingsgeval is bijv. sprake in regeling ademanalyse bloedproef (art. 163 WVW 1994): (..) moet medewerking verlenen, anders is hij strafbaar (...).
Door verdediging in strafzaken is vaak aangevoerd dat regeling in strijd zou zijn met beginsel.
Uit de arresten Saunders, Funke JB vs Zwitseland en Jalloh vs Duitsland blijkt dat het nemo tenetur-beginsel ook van toepassing is op ...?
Als met gebruikmaking van absoluut verboden methoden verdachte tegen diens wil gedwongen wordt bewijs te geven.
Waaruit blijkt het belang van het nemo-tenteturbeginsel nog mee?
Belang blijkt ook uit verhouding met bevoegdheden die aan (opsporings)ambtenaren zijn toegekend in het kader van toezicht op naleving van bijzondere wetten (zie L.10).
Hoe wordt de eis van evenredigheid tussen middel en doel in Duitsland genoemd?
Verhältnismässiggrundsatz.
Welk kenmerk zien we in de regeling van afzonderlijke dwangmiddelen als dwangmiddelen ingrijpender worden?
Dat naarmate dwangmiddel ingrijpender is, voor toepassing meer en strengere voorwaarden worden gesteld, o.a. aan beslissende instantie.
Wat is van toepassing als extra voorwaarde of strengere voorwaarde bij toepassing van dwangmiddelen?
Graad van verdenking.
Sommige dwangmiddelen zijn zo ingrijpend dat wetgever meende dat voor toepassing niet volstaan kon worden met eis van een verdenking maar haar afhankelijk te stellen van 'ernstige bezwaren' (= grotere mate van waarshijnlijkheid dan redelijke vermoeden van schuld.
Geef voorbeelden van dwangmiddelen waar de eis wordt gesteld van 'ernstige bezwaren'.
- fouillering (art. 56 Sv)
- voorlopige hechtenis (art. 67, lid 3 Sv)
Komt in art. 8 Politiewet 1993 de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit tot uitdrukking, en zo ja op welke wijze?
Omdat beide beginselen betrekking hebben op evenredigheid is het soms moeilijk uit te maken onder welk beginsel iets moet worden gebracht.
text-decorationProportionaliteit: geweld mag alleen door politieambtenaren worden gebruikt wanneer beoogde doel dit, gelet op aan gebruik van geweld verbonden gevaren rechtvaardigt.
text-decorationSubsidiariteit: text-decorationdoel niet op andere wijze kan worden bereikt.
text-decorationProportionaliteit: terwijl het geweld in verhouding tot beoogde doel redelijk en gematigd dient te zijn.
text-decorationSubsidiariteit: zo mogelijk moet aan gebruik geweld waarschuwing voorafgaan
Moet ook buiten de uitdrukkelijk in wet genoemde gevallen rekening worden gehouden met beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit?
Jazeker.
Wat zijn veroorlovende normen?
Tav uitoefening van bevoegdheden laat wet soms enige beleidsvrijheid toe.
Waaraan is volgens de HR degene die bevoegdheid van veroorlovende normen aanwendt bij invulling daarvan gebonden?
Aan beginselen van een goede of behoorlijke procesorde.
Daaronder zijn o.a. subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel begrepen.
Die in dit verband soms ook worden aangeduid als onderdelen van meer omvattende beginsel van redelijke en billijke belangenafweging (Corstens).
Bij aanhouding van groep gevaarlijke criminelen mag méér geweld worden uitgeoefend dan bij aanhouding van ongevaarlijke kruimeldief.
Dat beginselen van goede procesorde o.a. met zich mee brengt dat indien het belang van onderzoek inbreuk op iemands recht op huisvrede noodzakelijk maakt opsporingsambtenaar is gehouden er zorg voor te dragen dat die inbreuk niet groter is dan wordt gerechtvaardigd door omstandigheden.
Waar is het beginsel van zuiverheid van oogmerk van groot belang voor?
Uitoefening bevoegdheden die aan (opsporings)ambtenaren zijn toegekend in kader toezicht op naleving bijzondere wetten (bijv. verkeerscontrole).
Is het vertrouwensbeginsel niet vooral van belang ivm door OvJ of ander orgaan gewekte verwachtingen tov verdachte dat hij niet zal worden vervolgd?
Vooral wellicht, maar niet uitsluitend.
Iemand wordt als verdachte door politie aangehouden, opgehouden voor verhoor en in verzekering gesteld. Na invrijheidstelling blijkt dat politie 'vergeten' heeft hem belangrijke vraag te stellen. Mag verdachte opnieuw worden aangehouden en in verzekering worden gesteld?
Wet zegt nergens uitdrukkelijk iets over (on)geoorloofdheid van herhaling van proceshandeling.
Tocht wordt aangenomen dat herhaling in beginsel niet mogelijk is (ne bid in idem).
Wat houdt het beginsel nemo debet bis vaxari in?
Een nieuwe vervolging is niet toegelaten na:
1. vrijspraak
2. ontslag van rechtsvervolging
Welk verbod kennen mbt inhaaldagvaarding?
Verbod een tweede dagvaarding uit te brengen (inhaaldagvaarding) terwijl over de 1e dagvaarding nog niet oh is beslist.
HR (blz. 725)
Welke gang van zaken HR in beginsel - uitzondering HR 8 gebr. 2005 - in strijd met goede procesorde acht
Wat is het uitgangspunt van Van Oosten (en andere auteurs) mbt herhaalde proceshandelingen?
Als processuele handeling haar normale verloop heeft gehad, herhaling van dezelfde handeling strekkende tot hetzelfde doel, niet kan worden toegelaten.
Het beginsel van fair-trial (art. 6, lid 1 EVRM en art. 14, lid 1, IVBPR) heeft betrekking op:
1. eindonderzoek
2. ott
Niet op
a. vooronderzoek
b. regeling dwangmiddelen
Waarom wordt het toch opgevoerd?
Eis van eerlijke berechting werpt als het ware zijn schaduw vooruit op vooronderzoek.
Vooronderzoek mag niet op zodanige wijze plaatsvinden dat als gevolg daarvan geen sprake meer is van eerlijke berechting (vgl. art. 29, lid 1 Sv).
Aangenomen wordt dat het dan wel om zeer ernstige onregelmatigheden moet gaan.
zie uitsluitingsregel art. 15 VN-Verdrag tegen foltering.
Kan uit EHRM 30 mrt. 1989 (Lamy) worden afgeleid dat het beginsel van equality of arms algemene werking heeft in het vooronderzoek, dus ook tav alle andere procedures?
Hieruit op zich niet, nu beslissing alleen ziet op art. 5, lid 4 EVRM.
Waarvan het beginsel equality of arms, dat betrekking heeft op onderlinge verhoudingen in het strafproces, worden onderscheiden?
Van het gelijkheidsbeginsel: heeft in strafproces meer algemene betekenis: dat verdachten in gelijke gevallen 'gelijk' moeten worden behandeld en niet op willekeurige wijze onderscheid mag worden gemaakt tussen verdachte.
Voor welke regeling heeft het gelijkheidsbeginsel - op enkele uitzonderingen na - tot nu toe weinig betekenis gehad?
Regeling van dwangmiddelen.
Gelden regels informatie verschaffing mbt dwangmiddelen voor verdachten ook voor raadsman?
Jazeker. Zie art. 51 Sv (kennisneming en afschrift stukken)
- overeenkomstige toepassing artt. 30-34
Op dit terrein kunnen mensenrechtenverdragen van belang zijn.
Voor art. 6, lid 3, onder b, EVRM en art. 14, lid 3, onder b, IVBPR geldt het zelfde als voor bepalingen Sv (blz. 74(.
Bij beginsel equality of arms is art. 5, lid 4 EVRM van belang.
Waar wordt het beginsel van recht op bijstand als uitwerking van gezien en waar is het geregeld?
Uitwerking van equality of arms.
Art. 6, lid 3, sub c, EVRM.
Wat zijn de taken van een raadsman van verdachte?
1. uitoefenen controle op procesvoering + bejegening verdachte
2. vertolken van diens standpunt
3. inlichten van verdachte over zijn rechten en de gang van zaken
4. adviseren van verdachte
5. fungeren als vertrouwenspersoon in psychologische zin
6. inlichten rechter over relevante, verdachte betreffende feiten en omstandigheden
Wordt rechtsbijstand ook verleent als verdachte van zijn vrijheid is beroofd?
Ja, zie art. 50 Sv.
Er kunnen in uitzonderlijke gevallen wel beperkingen worden gesteld.
Mag de raadsman aanwezig zijn bij het verhoor van zijn cliënt mbt g.v.o.?
Ja, art. 186a Sv.
Maar verdachte kan raadsman niet bij elke verrichting in vooronderzoek aanwezig laten zijn of consulteren.
Er is een discussie gaande nav EHRM 27 nov. 2008 (Salduz).
text-decorationRechtsvraag: of verdachte recht heeft op aanwezigheid van raadsman bij politieverhoren?
HR 30 juni 2009 (Raadsman bij politieverhoor) (blz. 75)
HR leidt zo vergaand recht niet uit arrest af.
Wel zal er gelegenheid moeten zijn met raadsman te overleggen (bijv. telefonisch).
Wat houdt de pilot 'Rechter staat beperkingen advocaat bij verhoor toe' (blz. 75, 76)?
Pilot gaat verder dan op grond van uitspraak HR nav zaak Salduz is vereist.
In pilot wordt raadsman aanwezigheidsrecht toegekend.
text-decorationHR: besliste dat uit art. 6 EVRM geen aanwezigheidsrecht, maar wel consultatierecht moet worden afgeleid.
Zij de OvJ en rechter die in vooronderzoek optreden en die over toepassing dwangmiddelen beslissen in die zin onpartijdig, dat is gewaarborgd dat zij niet zullen optreden als rechter bij ott?
Voorstelbaar dat zij zich bij die beslissing over toepassing dwangmiddel laten leiden door gedachte dat zij ook bij ott optreden en aldus schijn wekken partijbelang te hebben.
Voor R-C geldt dat hij niet mag optreden als (art. 268, lid 2 Sv):
1. lid meervoudige strafkamer
2. politierechter
Dit ziet op de situatie waarin rechter belast is met:
1. g.vo.
2. vordering tot inbewaringstelling
Geldt de regel geformuleerd in art. 268, lid 2 Sv ook in hb?
Ja, art. 415 verklaart art. 268 Sv van overeenkomstige toepassing.
Wetgever heeft wet in overeenstemming gebracht met eis art. 6 EVRM.
Kunnen van raadkamer rechters deel uitmaken, die later op ttz als rechter zullen optreden?
Voor rechters die deel uitmaakten van raadkamer bestond tot 1973 vgl bepaling als art. 268, lid 2 Sv voor de R-C.
Om redenen die verband houden met voorl.hts. (zie L.12) is dit voorschrift geschrapt.
HR 27 nov. 1990 (blz. 77)
Dientengevolge kunnen rechters die in raadkamer (mede) beslissen over voorl.hts. later als zittingsrechter optreden.
Welk betoog wordt gehouden in de literatuur mbt rechterlijke beslissingen inzake voorl.hts en deelname aan ott?
Omdat rechter in kader voorl.hts. volgens art. 67a, lid 3 Sv ancticiperend moet oordelen - gesteld dat veroordeling zou volgen - over verwachte strafmaat, dat zijn deelname aan berechting moet worden vermeden.
Mag OvJ zowel in vooronderzoek over toepassing dwangmiddelen als op ttz optreden?
WvSv verzet zich er niet tegen.
Mbt toepassing dwangmiddelen moet worden opgemerkt dat art. 5, lid 3, EVRM zich er tegen verzet dat dezelfde officier van justitie zowel ttz optreedt als optreedt 'other officer authorises bij law to exercise judicial power' (zie L.11).
Wat wordt bedoeld met begrip 'beginsel van behoorlijke procesorde'?
Ongeschreven regel van strafprocesrecht met een algemeen karakter.
Berust conversie (K/K Hfd. XVII, par. 3.2) op een algemene regel of een beginsel van behoorlijke procesorde?
Uit jurisprudentie blijkt rechter, conversie niet af te leiden uit concrete regels gedestilleerde algemene regel, maar volledig uit ongeschreven recht.
Toepassing van beginsel van goede procesorde, dat meebrengt dat overheid burger waar nodig moet beschermen.
Dit 'beschermingsbeginsel' komt ook tot uiting in cassatie HR casseert, waar nodig ambtshalve, maar doet dit alleen tgv verdachte, nimmer tgv OM.
text-decoration'beginsel van doorzending': verplichting tot doorzending zaak naar juiste gerecht
Kan worden gezien als uiting van bijzonder bij enkele bestuursrechtelijke auteurs terug te vinden beginsel van doorzending.
Dat doorzendende rechter in wezen geen rechtsprekende, maar bestuurlijke taak vervuld.
Noem tweetal situaties waarin sprake zou kunnen zijn van door art. 6 EVRM gewraakte schijn van partijdigheid (bevangenheid) rechter.
Bij hb in rechtbankzaken, waaraan klacht ex art. 12 Sv vooraf is gegaan; na terug verwijzing in cassatie wegens schending van het recht (art. 440, lid 2 Sv).
Is werking vertrouwensbeginsel beperkt tot verwachtingen die zijn gewekt ivm toezeggingen tot niet-vervolging of niet-verdere-vervolging of heeft het een meer algemene strekking?
Het heeft een meer algemene strekking.
Brengt het beginsel van ne-bis-in-idem met zich dat in één en dezelfde strafzaak een processuele handeling van een bepaalde soort slechts eenmaal mag worden verricht?
Beginsel ne-bis-in-idem = herhaling van proceshandeling is niet mogelijk, maar hierop bestaan uitzonderingen:
onder bepaalde omstandigheden mogelijk dat R-C in eenzelfde strafzaak 2x bevel tot medebrenging verdachte uitvaardigt.
Vereist: nieuwe omstandigheden.
Is volgens rechtspraak HR rechtelijke onpartijdigheid per se geschaad wanneer aan ott in hb rechter als raadsheer deelneemt die eerder in dezelfde zaak inbewaringstelling heeft bevolen?
Nee, rechters die in raadkamer (mede)beslissen over voorl.hts. kunnen later als zittingsrechter optreden (zie par. 4.11).
Heeft het beginsel van equality of arms betekenis voor procedure van behandeling voorl.hts.?
Ja, dit beginsel is (mede) ivm horen verdachte met oog op rechterlijke beslissingen over voorl.hts.
(art. 5 EVRM) (par. 4.8).
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden