Dwangmiddelen - De positie van professioneel verschoningsgerechtigden

4 belangrijke vragen over Dwangmiddelen - De positie van professioneel verschoningsgerechtigden

Aan welke getuigen kent de wet een verschoningsrecht toe?

Daaronder vallen ook de in art. 218 Sv genoemde professioneel verschoningsgerechtigden, d.w.z. de personen die vanwege hun professie (hun stand, hun beroep of hun ambt) tot geheimhouding verplicht zijn. Het gaat om vertrouwenspersonen tot wie men zich moet kunnen wenden zonder bang te hoeven zijn dat hetgeen men hun vertelt op straat komt te liggen. Tot die vertrouwenspersonen b ehoren in elk geval de arts, dominee of pastoor, advocaat en notaris. Zij zijn tot geheimhouding verplicht van alles wat hen 'als zodanig' is toevertrouwd.

Wat is het oordeel van de HR mbt bescherming van beroepsgeheim die art. 98 Sv biedt?

Volgens HR kunnen er 'zeer uitzonderlijke omstandigheden' zijn waarin het belang dat de waarheid aan het licht komt, zwaarder mag wegen dan de bescherming v.h. beroepsgeheim. Het enkele feit dat de verschoningsgerechtigde zelf verdachte is, levert nog geen zeer uitzonderlijke omstandigheid op die een doorbreking v.h. beroepsgeheim rechtvaardigt.

Is de HR van oordeel dat de telefoon van een professioneel verschoningsgerechtigde mag worden getapt?

De wet zwijgt hierover. HR oordeelde in 1979 dat de telefoon die door een dergelijke vertrouwenspersoon in de uitoefening van zijn beroep wordt gebezigd, niet mag worden afgeluisterd. Dat geldt ook niet als de vertrouwenspersoon zelf verdachte is. Opmerkelijk is dat het vereiste van 'zeer uitzonderlijke omstandigheden' hier niet geldt. Het enkele feit dat een advocaat verdachte is, maakt dat zijn kantoortelefoon mag worden getapt. Wel kan wellicht gezegd worden dat de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit hier tot terughoudendheid nopen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke regeling heeft de wetgever getroffen voor de zgn. bijvangst?

Bijv. sprake als verdachte wiens telefoon getapt wordt, met zijn advocaat/dokter belt. Zoals wij onder 4.4. zagen dienen alle opgenomen gesprekken te worden bewaard en - voor zover zij relevant zijn - bij de processtukken te worden gevoegd. Art. 126aa lid 2 Sv maakt uitzondering voor gesprekken met professioneel verschoningsgerechtigden. Voor zover die gesprekken onder het beroepsgeheim vallen, moeten zij worden vernietigd. OvJ oordeelt daarover. Denkt de OvJ dat een bepaald gesprek een privékarakter heeft en dus niet onder beroepsgeheim valt, dan is een machtiging v.d. RC nodig om de gespreksgegevens bij de processtukken te voegen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo