Werboek I - Organisatie van opsporing en vervolving - Inrichting van het vooronderzoek
22 belangrijke vragen over Werboek I - Organisatie van opsporing en vervolving - Inrichting van het vooronderzoek
Wat is het gevolg van het feit dat feitenrechter (veelal rechtbank en gerechtshof) vereiste redelijk vermoeden ten onrechte aanwezig hebben geacht?
Hoe toetst de rechter?
Het bewijsmateriaal dat ten onrechte is verkregen moet buiten beschouwing blijven.
Rechter toetst ten volle.
Hoe toetst HR over het onderwerp redelijk vermoeden?
Cassatierechter oordeel feitenrechter slechts marginaal toetst: heeft rechter kunnen komen tot bevestigend antwoord op aan hem voorgelegde vraag?
Wat is nodig voor een 'redelijk vermoden' (art. 27 Sv)?
Enkele mogelijkheid dat iemand strafbaar feit heeft begaan is onvoldoende.
Maar voor het overige is er weinig voor nodig om ervan te kunnen spreken.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Bij politie komt mededeling binnen dat in pand A dat wordt bewoond door Turk Q heroïne zou zijn. Op grond van last tot binnentreden ter aanhouding gaan opsporingsambtenaren woning binnen en houden niet alleen Q aan maar ok anderen die zich in perceel bevinden.
Is er tav allen sprake van redelijk vermoeden?
HR 1 mrt. 1983 (blz. 97)
Hof meende dat binnengekomen mededeling concrete aanwijzing was, ook van tijd en plaats, die redelijk vermoeden opleverden tav Q + degenen die zich in perceel bevonden + man die op ogenblik pand verliet.
Wanneer zijn voor toepassing van bepaalde dwangmiddelen 'ernstige bezwaren' vereist?
a. onderzoek aan lichaam (art. 56 Sv)
b. onderzoek aan kleding (art. 56 Sv)
HR 14 jan. 1975 (Ruimtearrest)
c. voorl.hts. (art. 67, lid 3 Sv)
Is van opsporingsonderzoek alleen sprake wanneer er verdenking van strafbaar feit is of kan ook daarvóór al onderzoek worden verricht?
Het laatste.
Zie bijv. inzet lokfietsen (blz. 91, 92).
Wettelijke grondslag: art. 141 Sv: taakomschrijving mogen opsporingsactiviteiten worden verricht waarbij geen/slechts geringe inbreuk op grondrechten worden gemaakt.
Valt het inzetten van een lokfiets onder art. 132a Sv?
Ja, hoewel dit niet is geregeld in art. WvSv (zie blz. 92).
Vaststelling (zie verder L.19, par.2): dat onder 'opsporingsondezoek' meer valt dan enkel to0epassing van in WvSv geregelde dwangmiddelen en opsporingsbevoegdheden.
Noem drie gevallen waarin mogelijkheid van toepassing van dwangmiddel ervan afhankelijk is of het feit al dan niet op heterdaad is ontdekt.
Art. 55 Sv (Betreding plaats ter aanhouding) - ontdekking op heterdaad van misdrijf kan ieder ter aanouding verdachte plaats betreden, met uitzondering van woning (...).
Art. 55a Sv (doorzoeking plaats ter aanhouding) - ontdekking op heterdaad strafbaar feit of verdenking misdrijf van art. 67, lid 1, kan iedere opsporingsambtenaar ter aanhouding van verdachte elke plaats doorzoeken (...).
Art. 100 Sv (uitlevering poststukken) - ontdekking op heterdaad strafbaar feit of verdenking van misdrijf art. 67, lid 1 kan OvJ ter inbeslagneming uitlevering poststukken (...).
Is sprake van ontdekking op heterdaad wanneer iemand wordt betrapt bij plegen strafbaar feit?
Ontdekking op heterdaad heeft plaats (art. 128 Sv)
1. terwijl het wordt begaan
2. terstond nadat het is begaan
Ontdekking op heterdaad wordt er niet langer geacht te zijn: kort na feit van ontdekking (art. 128, lid 2 Sv).
Onder heterdaad valt:
1. betrappen iemand bij plegen strafbaar feit
2. ontdekking strafbaar feit zonder dat bepaalde persoon ermee in verband wordt gebracht (bomaanslag. illegale lozing)
Wat is 'terstond nadat' en 'kort na feit van ontdekking'?
MvT: in verschen toestand ontdekt wordt (...).
Wanneer is volgens HR sprake van ontdekking op heterdaad?
HR 3 nov. 1992 (blz. 93)
Dat bij voortdurend delict ontdekking op heterdaad plaatsvindt zo dikwijls wordt geconstateerd dat verboden situatie (nog) bestaat).
Ging om bepaling APV: plaatsen reclameborden.
Welk systeem heeft de wetgever gekozen mbt heterdaad?
Om bij elke bevoegdheid afzonderlijk aan te geven of er verschil in omvang bestaat tussen de situatie bij ontdekking op heterdaad en de situatie daarbuiten.
Ter vergelijking: Franse stelsel. Hoe is het daar geregeld?
Franse strafprocesrecht kent twee vormen van opsporingsonderzoek, al naargelang sprake is van ontdekking op heterdaad of niet:
1. 'l enquête sur crime ou dêlit flagrant = politie heeft beschikking over vele dwangmiddelen
2. lénuête prêliminaire = politie over grootste deel is aangewezen op vrijwillige medewerking burgers
Op moment schrijven is wet aangenomen dat positie R-C in strafproces wijzigt. Wat houdt dit in?
In kader hiervan verdwijt g.v.o.
Kan de R-C op eigen iniatief (ambtshalve) g.v.o. instellen?
Nee, dit vloeit voort uit het vervolgingsmonoplie + opportuniteitsbeginsel.
G.v.o. is daad van vervolging => voorbehouden aan OM dat daarvan kan afzien op gronden aan algemeen belang ontleend
(art. 167 Sv).
Hoe moet een vordering tot g.v.o. worden gedaan?
Scrhiftelijk (art. 181 Sv).
Het moet bevatten:
a. zo nauwkeurig mogelijk opgave feit
b. verdachte
Kan er een g.v.o. worden gevoerd tegen een onbekende dader?
Ja, g.v.o. wordt dan tegen onbekende dader (N(omen), N(escio) gevoerd.
Dat als verdachte eerst later bekend wordt onverwijld in te dienen nadere vordering verdachte aanwijst (art. 181, lid 3)
Wanneer een g.v.o.?
Anders dan in Frankrijk is g.v.o. niet verplicht gesteld bij bestaan van verdenking van ernstige strafbare feiten.
OvJ doet vordering tot instellen g.v.o. als hij dat nodig vindt nav verdenking dat strafbaar feit is begaan (zie ook art. 149 Sv).
Praktijk: vordert OvJ g.v.o. vooral met oog op bepaalde verrichtingen (doorzoeking, getuigenverhoor).
Heeft het g.v.o. rechtsgevolgen voor in dezelfde zaak lopend opsporingsondezoek?
Opsporingsonderzoek kan worden voortgezet voorzover dit niet uitsluitend geschiedt om belangen van verdediging te schaden.
Kende Ned. strafprocesrecht vóór 1926 ook al de figuur van de onderzoekende rechter in het vooronderzoek?
Ja, zie K/K hfd. II, par. 3.
Wanneer is sprake van ontdekking op heterdaad?
Wanneer strafbare feit wordt ontdekt (art. 128 Sv):
1. terwijl het wordt begaan, of
2. terstond nadat het is begaan
Nr. 2 verschilt van geval tot geval. Vijf minuten kunnen in ene geval te lang zijn en dag in het andere geval te kort.
Er moet enigermate voortvarend te werk gegaan worden, er moet sprake zijn van een min of meer voortdurende inspanning (zie par. 2).
Moeten er veel aanwijzingen zijn voordat iemand als verdachte (art. 27, lid 1 Sv) kan worden aangemerkt?
Zie par. 1: het gaat om de inhoud van de aanwijzing of aanwijzingen, niet om de hoeveelheid.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden