Werboek I - Organisatie van opsporing en vervolving - Het openbaar ministerie

31 belangrijke vragen over Werboek I - Organisatie van opsporing en vervolving - Het openbaar ministerie

Wat kan er allemaal gebeuren met vergrijpen waarvoor proces-verbaal is opgemaakt?

1. afdoen met (politie)transactie (tt ook: beschikking) (art. 257b Sv)

2. OM beoordeelt of met succes vervolging kan worden ingesteld; als dit niet het geval is (bijv. onvoldoende bewijs)

    volgt een 'technisch sepot'

3. OM hoeft niet alle haalbare zaken bij rechter aan te brengen het kan ook voorwaardelijk seponeren, of

4. OM kan om beleidsredenen van vervolging afzien (= 'beleidssepot')

5. OM mag ook zelfstandig straf opleggen bij overtredingen en misdrijven waarop gev.str. is gesteld < 6 jaar

    (art. 257a, lid 1 Sv)

 

Dat het Om inzake strafzaken keuzen mag maken (opportuniteitsbeginsel) vloeit voort uit?

1. Wet OM-afdoening

2. artt. 167 en 242 Sv

Waar is de bemoeienis van het OM bij tul vrijheidsstraffen geregeld?

In de artt. 564 t/m 571 Sv.

 

Het bepaalt overigens niet op welke plaats gev.str. wordt uitgezeten. Dit wordt beslist door selectiefunctionaris die wordt aangewezen door de Minister (art. 15, lid 1 Pbw).

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe vindt de wijze van executie van geldboeten plaats door het OM?

Wijze van executie is geregeld in artt. 572 t/m 576 Sv.

 

Termijn waarop uiterlijk betaald moet zijn wordt door OM vastgesteld (art. 561, lid 2 Sv)

 

Het kan ook:

a. uitstel van betaling verlenen

b. betaling in termijnen toestaan

c. als rechter reeds betaling van boete in gedeelten goedvond (art. 24a Sr). gunstiger betalingsregeling vaststellen dan die,

    welke rechter bepaalde (art. 561, lid 3 Sv)

  

 

 

Wie heeft naast de OvJ ook een taak tav politie?

Het College van procureurs-generaals.

Dat is nl. belast met houden toezicht op de politie.

Daarbij heeft het zich te beperken tot (strafrechtelijke) taak van de politie waarvoor minister van justitie verantwoordelijkheid draagt (art. 19 Polw.)

 

Over de taakuitoefening politie ( en koninklijke marechaussee) overlegt College met de Commissaris van de Koning

(art. 20, lid 1 Polw.)

 

Welke taak heeft het OM mbt BOPZ?

Hebben in het bijzonder betrekking op personen die met rechterlijke machtiging in inrichting verblijven.

Gaat hierbij om controletaken in het algemeen en om toezicht in het individuele geval.

 

Wat houdt de Wet op de Lijkbezorging in?

Om te voorkomen dat:

a. levensdelicten onopgemerkt blijven, of

b. opheldering door zoekraken van bewijsmateriaal wordt bemoeilijkt

 

bepaalt Wet op de Lijkbezorging dat begraving of verbranding lijk alleen mag gescheiden met uitdrukkelijk verlof.

Dit verlof wordt slechts verleend:

1. verklaring wordt overgelegd van behandelend arts of gerechtelijke lijkschouwer dat hij er van overtuigd is dat het een natuurlijke dood betreft

2. verklaring OvJ van geen bezwaar tegen begraving of verbranding

 

Wanner hij vermoedt dat betrokkene tgv misdrijf is gestorven, kan OvJ opdracht geven tot een gerechtelijke sectie (= vorm van deskundigenonderzoek), voordat hij zijn verklaring van geen bezwaar afgeeft. 

Wat houdt de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding in?

Daartoe is art. 10 WLB gewijzigd.

Volgens deze procedure moet arts die tot levensbeëindiging is overgegaan gemeentelijke lijkschouwer daarvan op de hoogte stellen.

Gemeentelijke lijkschouwer dient hieromtrent OvJ te informeren.

OvJ toetst of er redenen zijn om tot vervolging over te gaan. 

Wat betekent het feit dat OM een hiërarchisch opgebouwd apparaat is?

Dat bepaalde leden ervan gezag hebben over andere leden.

 

Hoogste hiërarchische autoriteit binnen OM is College van procureurs-generaal.

Dit college moet waken voor 'richtige' (juiste, behoorlijke) opsporing en vervolging (art. 8 en 140 Sv).

 

Het College heeft een algemene en bijzondere bevelsbevoegdheid: kan aanwijzingen geven betreffende uitoefening van taken en bevoegdheden OM (art. 130, lid 4 RO).

 

Dat procureurs-generaal die College vormen, van rechtswege zijn (art. 135, lid 6 RO):

a. plaatsvervangend advocaat-generaal bij ressortsparketten

b. plaatsvervangend OvJ bij arrondissementsparketten

c. plaatsvervangend OvJ bij landelijk parket zijn

 

 

 

Wie is de hoogste autoriteit binnen het arrondissement?

De hoofdofficier.

 

Hij dient bevelen College procureurs-generaal mbt uitoefening taken en bevoegdheden van OM op te volgen.

Wat wordt bedoeld met de uitspraak dat het OM één en ondeelbaar is?

Dat het niet uitmaakt, welke van de ter plaatse bevoegde officieren van justitie optreedt.

Wie heeft (nagenoeg) algemene bevelsbevoegdheid over het OM?

De minister van justitie (art. 127 RO).

Procedure (art. 128 RO).

Of bevoegdheid tot geven opdrachten aan OM met zich meebrengt dat minister van justitie OM bepaald requisitoir mag voorschrijven?

Hierover bestaat verschil van mening.

 

In elk geval lijkt OvJ dan bevoegd om - als hetgeen ttz naar voren is gekomen daartoe aanleiding geeft - van die opdracht van de minister af te wijken.

Requisitoir wordt gehouden (mede) nav ott.

In welke twee verschijningsvormen komt het OM voor?

Overheid gebruikt OM, met strafrecht als wapen, om gedrag burger te beïnvloeden.

OM is bestuursorgaan. Dat bestuur komt tot uiting in door OM gevoerde beleid.

 

Naast bestuursorgaan is OM ook onderdeel magistratuur.

Welke rollen 'speelt' de OvJ?

OvJ is lid van de rechterlijke macht.

Behoren taak magistratelijk (= zo onafhankelijk en objectief mogelijk, zonder aanziens des persoons) te vervullen.

Anderzijds spelen zij in strafproces rol van behartiger algemeen belang en vertegenwoordiger van de overheid = procespartij.

 

Daarom schrijft de wet voor dat zij tijdens ott gescheiden dienen te zitten van rechters en griffier (art. 268, lid 3 Sv).

 

Wanneer komt de magistratelijke rol van OvJ vooral tot zijn recht?

Wanneer hij strafzaak zelf afdoet:

 

a. transactie

b. voorwaardelijk sepot

 

text-decorationNB: met inwerkingtreding wet OM-afdoening:

a. vervolgt hij zelfs, en

b. legt hij (niet vrijheidsbenemende) straffen op

 

Hij handelt dan als het ware als rechter, en behoort ook dan een zo onpartijdig mogelijk standpunt in te nemen.

Zijn optreden vertoont dan sterke gelijkenis met dat van een rechter. 

Ook OvJ voert beleid. Waarin komt dat sterk naar voren?

Het komt nauwelijks tot uiting bij behandeling zeer ernstige delicten.

Maar heel sterk bij grote stroom routinezaken.

Nieuw is dat het OM als geheel tegenwoordig beleid voert: waarom is dat?

Er was een ontwikkeling van officiersbeleid naar OM-beleid.

Men vindt het niet juist wanneer in ene deel land geheel anders zou worden opgetreden dan in het andere.

Alleen wanneer lokale omstandigheden daartoe aanleiding geven, of plaatselijke rechter ertoe dwingt, aanvaardt men dergelijke verschillen.

Waarom wordt het beleid van rechters niet landelijk gelijk getrokken?

Ook rechter voert beleid.

Zittende magistratuur is echter geen hiërarchisch opgebouwd apparaat; rechters zijn (ook van elkaar) onafhankelijk.

Zij voeren tegenwoordig wel overleg, maar niemand is gehouden afspraken na te leven.

Er zijn dan ook duidelijke verschillen te signaleren, vooral in strafmaat tussen arrondissementen, maar in het bijzonder tussen sommige ressorten.

 

OM zal zich, nolens volens, in vele opzichten naar beleid rechters moeten richten.

Hoe komt het dat OM bij nemen van vervolgingsbeslissing beleid kan voeren?

Dat komt doordat onze wet opportuniteitsbeginsel hanteert.

 

Dat prioriteiten (en dus ook posterioriteiten) mogen worden gesteld, valt eveneens uit dit beginsel af te leiden; dat zij kunnen ook worden gesteld is te danken aan het feit dat OM leiding heeft over opsporing - niet alleen in concreto, maar ook in algemene zin. 

De gestelde prioriteiten door OM kunnen langs twee wegen worden afgedwongen. Welke zijn dat?

1. bevoegdheid ex. art. 148, lid 2 Sc (bevel tot opsporen)

2. door dat, wat tegen zin OM is opgespoord, niet te vervolgen

Waar wordt de visie van het OM op het beleid neergelegd?

In een meerjarenbeleidsplan, getiteld 'Perspectief op ....'.

 

Dit plan bouwt voort op het beleidsplan, dat minister van justitie in 2002 aan Tweede Kamer aanbood onder titel 'Naar een veiliger samenleving'.

 

Uitgangspunt: terugdringen misdaad en overlast in openbare ruimte.

Accent bij aanpak veelplegers, stelselmatige daders en jeugdcriminaliteit.

Waarop probeert het OM zijn beleid tegenwoordig zoveel mogelijk op af te stemmen?

Op het bestuurlijk beleid (= beleid van rest van de overheid).

 

OvJ is door regering zelfs aangewezen om bestuurlijke en justitiële activiteiten te coördineren en initiatieven te nemen om 'bestuurlijk/justitiële beleidsplannen' tot stand te brengen.

 

Daarvoor zijn overlegstructuren onontbeerlijk.

Belangrijkste vorm van gestructureerd (extern) overleg is het 'driehoeksoverleg' (=per gemeente/groep gemeenten wordt deelgenomen door OvJ + burgemeester(s) + korpchef(s) politie.

 

Veder is er extern overleg met bijv.:

- reguliere politie (doorgaans arrondissements- of regiogewijs

- bijzonder opsporingsdiensten (doorgaans landelijk)

- structuren voor intern overleg

Wat is de consequentie van het feit dat OM beleid voert?

Het voeren van beleid is een sterk bestuurlijk getinte activiteit.

In beginsel behoort het OM daarom in zoverre aan dezelfde standaard te voldoen als 'gewone' bestuur.

Consequentie is dat OM dient te voldoen aan wat 'algemene beginselen van behoorlijk bestuur' vergen.

Deze beginselen worden gewoonlijk geabsorbeerd door het ruimere begrip 'beginselen van behoorlijke procesorde'.

 

 

Waar vinden veel beleidsafspraken hun neerslag in?

In aanwijzingen (= bevelen van hiërarchieke meerder om zich voortaan aan gemaakte afspraak te houden).

 

- (landelijke) aanwijzingen minister van justitie (art. 127 RO)

- aanwijzingen College van procureurs-generaal aan (lagere) OM (art. 130, lid 4 RO)

- richtlijnen voor strafvordering (dwingende normatieve regels op gebied strafvordering)

 

Wanneer zijn landelijke algemene aanwijzingen openbaar?

Een aantal landelijke algemene aanwijzingen zijn openbaar voor zover niet één van de in art. 10, lid 1, letter b en 10, lid 2, letter c, WOB genoemde uitzonderingen van toepassing is:

a. veiligheid staat mag niet in gevaar worden gebracht

b. openbaarmaking mag opsporing en vervolging strafbare feiten niet frustreren

 

 

 

Op grond van algemene beginselen van behoorlijke procesorde zou men mogen verwachten dat burger zich op deze gepubliceerde beleidsregels kan beroepen; rechtvaardigen verwachting. Waarom ligt dit in de praktijk toch niet zo eenvoudig?

Er moet onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende soorten aanwijzingen:

 

1. opsporing - weinig aanknopingspunten

2. vervolging - beroep heeft zin; maar OvJ mag afwijken 

3. eis ttz - beroep geen zin (strafmaat onafhankelijk van eis door rechter bepaald)

5. transactie te hanteren tarieven - beroep heeft zin; maar OvJ mag afwijken

 

 

In welke twee groepen kunnen sepots worden onderscheiden?

text-decoration1. Naar hun gronden:

 

a. beleidssepots (= gronden ontleend aan algemeen belang)

b. technisch sepots (= ivm haalbaarheid zaak)

 

text-decoration2. Naar hun vorm:

 

a. voorwaardelijke sepots

b. onvoorwaardelijke sepots

 

text-decorationNB: voorwaardelijk sepot kan nooit technisch sepot zijn.

Dat 'handhaving der wetten' een overkoepelend begrip is.

Zij er meer van die overkoepelende begrippen?

Ja, fair-trial-beginsel. Dit overkoepelt meer concrete eisen die art. 6 EVRM stelt.

Artikel 315 Sv verleent rechter bevoegdheid om, als in loop ttz nodig blijkt getuige te horen die niet is opgeroepen (alsnog) diens dagvaarding of oproeping te gelasten.

Kan rechter deze last zelf uitvoeren?

Last valt onder begrip 'gerechtelijke beslissing' (art. 553 Sv).

TUL geschiedt dus door het OM (art. 555 Sv)

Is de minister van justitie (politiek) volledig verantwoordelijk voor doen en laten OM?

Minister is alleen verantwoordelijk voor wat hij zelf tov OM doet of nalaat.

Zijn verantwoordelijkheid is beperkt tot die gedragingen (waaronder begrepen: stilzitten) OM, waarop hij zelf invloed kan uitoefenen.

Gedachte dat die verantwoordelijkheid daarom heel beperkt zou zijn is niet juist.

Zie voorbeeld fout OvJ (blz. 111).

Maar in haar algemeenheid is stelling, dat minister volledig verantwoordelijk is voor OM, te kras.

 

 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo