Het vonnis - De bewijsvraag - Bewezenverklaring en bewijsmiddelen

10 belangrijke vragen over Het vonnis - De bewijsvraag - Bewezenverklaring en bewijsmiddelen

Wat wordt er met de term kop-staartvonnis bedoeld?

Tussen de kop van het vonnis en de staart ontbrak het middenstuk(= de bewijsmiddelen).

Welk motiveringsvoorschrift belichaamt de kern v.d. bewijsmotivering?

Art. 359 lid 3 Sv bepaalt dat de beslissing dat het feit door de verdachte is begaan, moet steunen op de inhoud van in het vonnis opgenomen bewijsmiddelen, houdende daartoe redengevende feiten en omstandigheden. Gaat om de vraag of het wettig bewijs geleverd is.

Welke vraag is van belang bij het controleren of het bewijs toereikend is?

Gaat om de vraag of de rechter het bewezen verklaarde uit de bewijsmiddelen heeft kunnen afleiden. Als dat niet het geval is, is het wettig bewijs niet geleverd en zal de HR casseren omdat de bewezenverklaring niet naar de eis der wet met redenen is omkleed.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer kan worden volstaan met het wijzen van een verkort vonnis?

Zolang geen gewoon rechtsmiddel is aangewend.

Levert het later uitwerken v.d. bewijsmiddelen belangrijke winst op?

Ja, vanuit het oogpunt van werklast.
  • De explicatiefunctie is er mee gediend als de motivering tegelijk met de beslissing komt.
  • De zelfcontrole vermindert. Er kan zich situatie voordoen dat later, bij de uitwerking, voor een deel v.d. bewezenverklaring geen bewijs aanwezig blijkt te zijn. Feitelijk dient de aanvulling achteraf er alleen nog toe, controle door de hogere rechter mogelijk te maken.

Op welke wijze kan er ook werk worden bespaard bij de onderbouwing v.d. bewijsbeslissing met bewijsmiddelen?

Voor zover de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend, kan een opgave van bewijsmiddelen volstaan. Dat is alleen anders als de verdachte nadien anders heeft verklaard dan wel hij of zijn raadsman vrijspraak heeft bepleit, art. 359 lid 3 Sv.

Beperkt art. 359 lid 3 Sv zich alleen tot bekentenissen die op de terechtzitting zijn afgelegd?

Nee, ook een bekentenis in het voorbereidend onderzoek, bijv. tegenover politie, brengt mee dat met een opgave kan worden volstaan. En de wet maakt het ook bij een partiële bekentenis mogelijk, met een opgave van bewijsmiddelen te werken. Uitwerking behoeft dan alleen plaats te vinden op onderdelen die de verdachte niet heeft bekend.

Wanneer kan gezegd worden dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft 'bekend'?

In HR 26-09-2006, NJ 2006, 542, overweegt de HR dat daarvan alleen sprake kan zijn als de verdachte het bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.

Wat is de tweede uitzondering op de mogelijkheid om bij een bekentenis met opgave te werken?

HEt geval waarin de verdachte of zijn raadsman vrijspraak heeft bepleit. Een dgl. pleidooi hoeft niet gepaard te gaan met het intrekken van de bekentenis. Denkbaar is dat de raadsman vrijspraak bepleit van een ter terechtzitting afwezige verdachte of van een verdachte die zich ter zitting op zwijgrecht beroept. Denkbaar is ook dat verdahcte zijn bekentenis ter terechtzitting handhaaft, maar dat op juridische gronden vrijspraak wordt bepleit. Zo zou de raadsman kunnen aanvoeren dat het vereiste steunbewijs ontbreekt, art. 341 lid 4 Sv.

Welke nadere aanvulling aan de motiveringsplicht is gegeven voor de beperkt anonieme getuige?

Uit de motivering moet de reden voor toekenning van beperkte anonimiteit blijken, en de toekenning van beperkte anonimiteit moet geen afbreuk hebben gedaan aan het ondervragingsrecht v.d. verdediging.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo