Startpagina / Samenvattingen / Strafrecht / joris-misdrijf-politie

De misdrijven - Cases

7 belangrijke vragen over De misdrijven - Cases

Maarten neemt de gsm van Gerrit weg tijdens een sportkamp in de vakantie. Om het misdrijf te plegen heeft maarten wel het kastje van Gerrit opengebroken. Diefstal met braak. Art. 467 als straf de opsluiting van 5 tot 10 jaar. Welke soort misdrijf is dit? Kan dit voor de correctionele rechtbank behandeld worden?

Objectieve verzwarende omstandigheden omdat het te maken heeft met de omstandigheden of de gevolgen ervan. Diefstal is een wanbedrijf. Diefstal met braak geldt als een objectieve verzwarende omstandigheid en is een misdaad.

Subjectieve verzwarende omstandigheid. Hij kende zijn slachtoffer.

Verzachtende omstandigheden is de leeftijd. Het gaat hier over kinderen op sportkamp tijdens de vakantie. Hij is minderjarig en dat geldt als verzachtende omstandigheden.

Diefstal met braak kan wel gecorrectionaliseerd worden aangezien er verzachtende omstandigheden zijn.
Art. 80 Sw. 1 maand tot 5 jaar. Ipv 5 tot 10.

Michaël wil na een feestje snel naar huis. Hij neemt willekeurig een niet-gestolen fiets om naar huis te rijden, met de bedoeling om de fiets de volgende dag terug te brengen naar de plaats waar hij deze heeft meegenomen. Wanneer hij toekomt stoot hij op de eigenaar die er de politie had bijgehaalt. Welke soort misdrijf pleegde hij? Welke rechtbank kan hem berechten? Pleegte hij een aflopende of voortdurende misdrijf?

Diefstal. Dit is een wanbedrijf. Het is een aflopende misdrijf omdat hij de fiets heeft teruggebracht. Hij kan naar de correctionele rechtbank gaan. Art. 463 en 461 Sw.

Na een kroegentocht trekt Frans huiswaarts. In een verlaten staat botst hij op de dronken Mark. Na een woordenwisseling slaat Frans Mark in elkaar. Die valt onmiddellijk buiten bewustzijn neer. Frans loopt gewoon naar huis. Even later komt Erik voorbij en vindt Mark. Erik belt onmiddellijk een ziekenwagen en Mark komt in het ziekenhuis terecht. Pleegde Frans hier een handelings- en of onthoudingsmisdrijf?

Beide, handelingsmisdrijf opdat hij opzettelijke slagen en verwondingen heeft toegepast en onthoudingsmisdrijf omdat hij een persoon in nood niet heeft geholpen door een ziekenwagen te bellen.

Art. 398 en 422bis Sw.

Merel rijdt na de lessen op hogeschool met de auto naar huis. Ze is nog volop aan het denken aan de leuke les die ze had laatste uur: Ze ziet het verkeerslicht niet en rijdt door rood. Ze rijdt op het voertuig van Kamiel die gekwetst is. Begaat merel een opzettelijke misdrijf?

Nee een onopzettelijke misdrijf. Dit was een onachtzaamheidsmisdrijf. Art. 420 Sw. Omdat zij door onvoorzichtigheid deze gevolgen heeft veroorzaakt zonder dat ze dit wou.

Joris wordt op heterdaad betrapt terwijl hij een meisje lastigvalt aan een dancing. Hij heeft haar in een houdgreep en heeft haar bloes al gescheurd. Het meisje gilt om hulp. Een verontwaardige voorbijganger, Koen, trekt hem van haar af en houdt Joris vast tot de politie ter plaatse is. Achteraf dient Joris een klacht in tegen Koen wegens onrechtmatige vrijheidsberoving. Zal joris slagen?

Joris zal hier niet in slagen omdat Koen handelde om dat meisje te helpen. Onrechtmatige aanranding. Wettige verdediging moet niet alleen van uzelf zijn. Het is ernstig. Is de aanval in houding tot het verweer. Was het noodzakelijk? Ja tot dat de politie kwam. Dus Joris zou hier niet in slagen.

Wet op voorlopige hechtenis Art. 1 paragraaf 3 als de politie komt. Bij betrapping op heterdaad mag de burger de dader vasthouden tot de autoriteiten arriveren.

Art. 416-417 Sw. Wettige verdediging en ogenblikkelijke noodzaak.

Art. 70 Sw. Voorlopige hechtenis is in de wet voorgeschreven.

Bart wordt op heterdaad betrapt door de politie terwijl hij een diefstal pleegt. De politie houdt hem aan en Bart verweert zich door te slaan en te schoppen en slaat op de vlucht. Later wordt hij verdacht van slagen en verwondingen aan een openbaar ambtenaar. Maart Bart beroept zich op wettige verdediging. Zal Bart hierin slagen?

Neen! De politie mag hem tegenhouden en hij verkeerd niet in gevaar en kan zich dus niet beroepen op wettige verdediging. De politieagent handelt in zijn functie. Art. 417 Quarter.

Joris staat met zijn wagen stil voor een rood verkeerslicht. Ineens ziet hij in zijn achteruitkijkspiegel een zware vrachtwagen aankomen tegen hoge snelheid. De vrachtwagen vertraagt niet en joris ziet geen andere mogelijkheid dan door het rood te rijden en naar recht te draaien. Zodat hij buiten gevaar is. Een overijverige politieagent maakt een PV wegens het negeren van het rode verkeerslicht. Joris weigert boete te betalen wegens noodtoestand. Is er hier sprake van noodtoestand?

Het is een noodtoestand dus Joris moet deze niet betalen. Er is iets te beschermen, nood breekt wet. Er was ook een ernstige gevaar waarbij geen ander uitweg was. Het is wel niet in de wet omschreven maar in rechtspraak en rechtsleer wordt dit wel aanvaard.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Strafrecht

Bekijk samenvatting