Online handelsfraude

3 belangrijke vragen over Online handelsfraude

Wat regelt artikel 326d Sr van de Wet Computercriminaliteit III met betrekking tot online handelsfraude?

- Het maakt het eenvoudiger om op te treden tegen online handelsfraude, ook wel marktplaatsoplichting/genoemd
- Het biedt een specifieke bepaling om op te treden tegen het verkopen van goederen/diensten met de intentie om niet te leveren maar wel betaling te ontvangen

Waarom is het aanbieden van goederen zonder de intentie te leveren niet altijd strafbaar als oplichting?

- Om als oplichting te worden beschouwd, moet de verkoper een valse naam of hoedanigheid aannemen
- Het feit dat een verkoper zich voordoet als bonafide verkoper zonder intentie te leveren, is niet per definitie een valse hoedanigheid

Wat is vereist om strafbaar gesteld te worden volgens artikel 326d Sr met betrekking tot het verkopen van goederen of diensten via geautomatiseerde middelen?

- Het moet bewezen worden dat er een beroep of gewoonte wordt gemaakt van het leveringsloos verkopen van goederen/diensten
- Voor een gewoonte is meermalen verrichten van gelijksoortige feiten vereist, waarbij de feiten onderling in zeker verband staan

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo